.In China en in Indonesië was de kruidnagel al eeuwen voor onze jaartelling bekend. De Romeinen hebben de kruidnagel in Europa geïntroduceerd. Gedurende de Middeleeuwen werd de kruidnagel in Europa niet veel gebruikt, omdat het zo duur was. Vanaf Ceylon (het huidige Sri Lanka) werden de kruidnagelen, over de karavaanroute naar Alexandrië vervoerd. De Portugezen maakten een einde aan de handel van de Molukkers, vanaf het moment dat zij de archipel van de Molukken veroverden. Kruidnagelen werden vanaf 1529 alleen in Lissabon en Antwerpen verhandeld. Toen de Hollanders van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) de Portugezen op de Molukken opvolgden in 1629 stelden zij daar de doodstraf in op de export van kruidnagelbomen. Omstreeks het midden van 17 e eeuw werd de expansiepolitiek met succes bekroond en werd de kruidnagelproductie beperkt tot het eiland Ambon en drie kleinere eilanden, ten oosten daarvan. Alle bomen buiten dit gebied werden omgehakt. De sultans van Ternate en Tidore kregen als compensatie voor de bomen in 1652 en 1657 een forse geldelijke vergoeding. Daar waar de bomen nog wel waren toegestaan, was men verplicht alle kruidnagelen aan de VOC te leveren. Aan de inheemse producenten werd maximaal 25 cent per pond betaald, terwijl de nagelen in Europa en Azië werden verkocht voor tussen de 3 en 4 gulden per pond. Toch lukte het de Fransen om op een gegeven moment jonge kruidnagelbomen te verkrijgen, zodat deze op Zanzibar en Pemba gekweekt konden worden.