Later versierde men de huizen met groenblijvende planten, b.v. hulst, dennen, sparren en laurier. In Silesie en Elzas hing men koekjes en fruit in de bomen of versierde deze met kaarsen. De wintertak was in feite de voorloper van onze kerstboom. In 1535 werden in Straatsburg op de markt hulst, buks- kransen en taxuskransen verkocht. In 1509 verschijnt van de hand van de schilder Lucas Cranach de Oudere een kopergravure met een versierde dennenboom. De stralende kerstboom is symbool voor het opnieuw ontwaken van de natuur. Eèn van de eerste beschrijvingen van een versierde, geurende en glanzende kerstboom vinden we bij "Die Leiden des jungen Werther" von Goethe (1774). Op een schilderij uit 1601 zien we St.Christophorus bij een boom vol eet- en drinkwaren, waar het Kerstkind naar grijpt. In 1605 wordt uit Straatsburg bericht dat er in een huiskamer een dennenboom opgericht en met veelkleurig geknipt papier, appelen en klatergoud behangen was. In Zweden kende men reeds de lichtboom, een houten geraamte dat een boom voorstelde. Op zijn takken werden kaarsen geplaatst. Van hieruit ontstond de driearmige kandelaar die in Zweden overal wordt ontstoken. In 1841 liet de Engelse Prins Albert, echtgenoot van Koningin Victoria, een grote dennenboom naar Duits voorbeeld optuigen. Dit was het begin van een nieuw kerstritueel, eerst voor de adel, later ook voor gewone burgers. In de 19 e eeuw protesteerde het Vaticaan tegen de invoering van dit 'heidens' gebruik. In 1866 werd de eerste gietijzeren kerstboomstandaard gpatenteerd. In 1882 wordt vermeld dat men in USA een kerstboom electrisch verlicht heeft. In 1891 wordt de eerste kerstboom voor het Witte Huis opgesteld. Vanaf 1990 vinden we overal, bij de gezinnen en in openbare gebouwen, versierde en verlichte kerstbomen. Het heidense symbool wordt nu gecombineerd met de christelijke kerststal.