De altijd groene den symboliseert vruchtbaarheid en onsterfelijkheid. Groen is de kleur van hoop, het opnieuw ontwaken van de natuur en de terugkeer van de levens-cyclus. De groene tak houdt het kwaad op een afstand. Volgens voorchristelijk geloof hadden kaarsen de functie om overledenen te helpen in midwinternachten de weg naar huis te vinden. Ook werd het overwinnen van de donkerste tijd van het jaar met vuren gevierd. Daarmee wilde men de terugkeer van de zon bezweren. Warmte en licht zijn zinnebeeld van licht en leven en voor alle levensprocessen op aarde noodzakelijk. Appels zijn symbool voor vruchtbaarheid. In het christendom is de appel ook de vrucht der verzoeking, die aan de Boom der kennis van goed en kwaad groeit. In de Middeleeuwen werden voor sommige kerken, zogenaamde met appels ver- sierde Paradijsbomen (sparren) opgesteld. Waarschijnlijk hebben kerstboomversieringen zoals lametta en andere glimmende voorwerpen te maken met de kost- bare geschenken van de Heilige Drie Koningen.