In veel landen wordt carnaval gevierd. In Nederland vindt het doorgaans plaats op zaterdag t/m dinsdag en wordt afgesloten op Aswoensdag, de eerste dag van de vastentijd.
Het prille begin Geschiedkundigen zijn het niet eens over de precieze oorsprong van Carnaval. Feit is dat sinds mensenheugenis overal ter wereld het wisselen van de seizoenen en de komst van het nieuwe jaar gevierd wordt, compleet met praalwagens, maskers, vermommingen en luidruchtige rituelen. Zo werd hier ook na de gure donkere winter het begin van de lente gevierd: nieuw leven, warmte en licht. Tijdens de Middeleeuwen zag de Kerk al dat heidens gedoe met lede ogen aan. Het lumineuze idee ontstond om deze narrenfeesten en andere uitspattingen een religieus tintje te geven. Carnaval werd voortaan op de vooravond van de vastenperiode gevierd: de laatste gelegenheid om nog eens flink te schransen. Dit had nog een praktische reden: het vlees kon niet langer bewaard blijven omdat het ijs in de koelkelders begon te smelten. De voorraad vlees moest zo vlug mogelijk op! Hieruit volgt één van de mogelijke verklaringen van het woord Carnaval.
'Carnaval' Verklaringen voor de term Carnaval vanuit het Latijn: 'carne vale' (= vaarwel aan het vlees): verwijzing naar het vasten. 'carrus navalis' (= scheepskar): schip op wielen (narrenschip) gebruikt in optocht.
Feest vieren Aan vasten wordt niet of nauwelijks meer gedaan, maar het carnavalsfeest wordt nog steeds uitbundig gevierd! Voornamelijk in Noord-Brabant en Limburg, waar de meeste Nederlandse katholieken wonen. Mensen uit het noorden begrijpen vaak niks van het maffe feestgebeuren. Volwassenen en kinderen verkleden en schminken zich en hossen in plaatselijke café's op 'carnavalsmuziek'. (eigenlijk meer 'apres-ski' en pop tegenwoordig) Er wordt een optocht gehouden met praalwagens en loopgroepen. Vaak wordt er ook een aparte kinderoptocht georganiseerd. Sommige carnavalsverenigingen gebruiken de wagens na de optocht om te 'dweilen'. (het ene café na het andere bezoeken) Het plaatselijke dialect wordt gebruikt bij 'tonproaten' (soort stand-up comedian wedstrijd), in krantjes, bij de optocht en andere evenementen.
Carnavalsnamen Steden en dorpen krijgen tijdelijk een carnavalsnaam. Zo wordt Tilburg Kruikenstad (met kruikenzeikers als inwoners), Eindhoven Lampegat, 's-Hertogenbosch Oeteldonk en Sittard 't Marotte Riek. Maar ook elders in het land wordt Carnaval gevierd, bv. in Amstelveen (t Turvegat) en Zwolle (Sassendonk).
Aswoensdag is de eerste dag van de katholieke vastentijd, de veertig dagen voorafgaand aan Pasen. Op Aswoensdag gaan gelovigen naar de kerk om een askruisje te halen. De pastoor tekent met as een kruisje op het voorhoofd, ten teken dat men een tijd van bezinning, bekering en boete ingaat. Op Aswoensdag wordt vaak even teruggeblikt op het feest onder het genot van een haring. Haring happen stamt uit de periode dat tijdens de vastentijd geen vlees maar wel vis mocht worden gegeten.
Vastentijd Tijdens het vasten wordt herdacht dat Jezus veertig dagen door de woestijn trok zonder eten. Voorheen dronken en aten gelovigen in die periode alleen het hoognodige, volgens de regels van de kerk. Kinderen hoefden niet te vasten, maar sommige (groot)ouders herinneren zich misschien nog wel het 'vastentrommeltje' waarin alle snoep en koek bewaard werd tot na de vastentijd.
Vastenavond Carnaval wordt ook vastenavond genoemd, hoewel hiermee van oorsprong slechts de laatste dag voor Aswoensdag werd bedoeld. In Bergen op Zoom en Limburg wordt carnaval steevast 'vastenavond' genoemd
carnaval in Brazilië
carnavalstoet
|