Het avondrood, met zijn inmense pracht dat aankondigt, het wordt weer weldra nacht, betovert je, met een schitterend kleurenspel, snel overgaand, van donker, licht en naar fel, een vuurbal, met een prachtige stralenkrans, de hemel, een willekeur van gloed en glans.
Pure extase, bij het zien van deze kracht, en 't besef, van een onbegrijpelijke macht, de intensiteit is slechts van korte duur, heel langzaam dooft 't als 'n smeulend vuur en het schouwspel verdwijnt achter de horizon mijn wens: dat ik het terugroepen kon
|