Toen Charles Darwin, de Engelse natuuronderzoeker , in 1835 op de Galapagos eilanden in de Stille Oceaan aan- kwam, zag hij dat op elk eiland verschillende vinken leefden. De vinken hadden duidelijk hun eigen kenmerken, maar toch vertoonden ze ook overeenkomsten. Darwin merkte dat deze vinken op de Galapagos eilanden leken op een vinkensoort die hij op het vasteland van Zuid-Amerika tegenkwam. Daarom veronderstelde hij dat alle vinkensoorten op de verschillende Galapagos eilanden afstammelingen waren van èèn oervinksoort die heel lang geleden vanuit Zuid-Amerika naar de Galapagos eilanden vloog.
|