.Kruisspinnen bouwen hun wielweb vooral tussen lage takken van bomen en struiken.
Meestal zitten ze overdag midden in het web op de loer.
Het mannetje zwerft in de zomer rond om een wijfje te vinden dat bereid is met hem te paren.
Hij maakt een speciale draad ( de baltsdraad) vast aan de rand van haar web probeert haar aandacht te trekken door er ritmische rukjes aan te geven.
Als ze naderbij komt volgt de paring.
In de herfst maakt het wijfje verschillende cocons van gele spindraad, waar ze voor ze sterft de eitjes in legt.