De middelste vinken eten iets kleinere harde zaden die ze met hun kleinere maar toch sterke snavels kraken. De vinken die op insecten jagen, de zogenaamde insectenvinken, hebben spitse snavels om de kleine insecten uit de kuilen en gaten uit te graven.
De kleine vinken eten kleine harde zaden die ze met hun (piep) kleine maar toch sterke snavels open maken.