.Na de bloei dien je de rozenstruiken nog een keer te bemesten. het is belangrijk dat het gewas blijft groeien want daardoor blijft het gezond.
UITGEBLOEIDE BLOEMEN KNIPPEN is daar ook een onderdeel van. De voorjaarsbloei is altijd heel uitbundig. Knip je te laat of helemaal geen uitgebloeide rozen uit, dan zal dit de doorbloei vertragen en de groei gaat dan uit het gewas. Bij stilstand is de kans op bladvlekkenziekten ook groter. Rozenbloemen snoei je met een stuk steel erbij dus niet alleen de bloemen verwijderen. Vaak wordt wel gezegd dat je tot een vijfblad moet knippen, dit is een handig ezelsbruggetje maar het gaat erom dat je de stelen niet vlak onder de bloem maar wat dieper mag wegknippen. Je knipt ze net zo af zoals je ze voor de vaas zou knippen. Op het afgeknipte gedeelte (vanuit een bladoksel) vormen zich al snel nieuwe, rode scheutjes die weer zorgen voor groei en een volgende bloei.
Rond deze tijd en ook later in het seizoen heb je misschien al gemerkt dat er uit de grond dikke rode waterige scheuten komen. Deze worden vaak verward met wilde scheuten omdat ze uit de grond komen en zo hard groeien. Toch is niet alles wat uit de grond komt wild. De veredelingsplaats hoort bij een roos net onder de grond te zitten. Vanuit die plaats komen regelmatig nieuwe scheuten. Dit zijn de scheuten die de struik verjongen. Je moet blij zijn met deze nieuwe scheuten. Je kunt dan bij een voilgende voorjaarsnoei weer eens een oude tak wegknippen die wat gaat verhouten.
foto van een jonge, dikke, rode stevige groeiende nieuwe rozentak.