.Met de uitvinding van het rondbreien hoefde er niet meer gesneden en genaaid te worden omdat een ronde 'slang' gecreeerd werd. Deze naadloze beenmode werd snel populair maar veranderde niets aan de maatvoering.
De grote verandering kwam in 1937. In dat jaar werd patent gegeven op het revolutionaire materiaal nylon. Dit was een uitvinging van Walter Carother die voor Dupont werkte. De gunstige eigenschappen zoals sterkte, flexibiliteit en duurzaamheid maakte het tot een zeer geschikt materiaal voor toepassing in de beenmode. De dunne draden met de uitstraling van echte zijde waren een groot succes.
In de vijftiger jaren waren naadloze nylonkousen een standaard voor een welgeklede vrouw. Er was echter al weer een andere verandering op komst.
Fabricanten van nylon waren in staat om het garen 'geheugen' te geven zodat het na rek weer in zijn oude vrom kan terug keren, vergelijkbaar met het spiraalsnoer van een telefoon. Hierdoor kon de kous de vorm van het been blijven volgen en waren er minder verschillende maatvoeringen noodzakelijk.