wie zal me vertellen wat hij zoekt
als zijn vingers de toetsen raken,
als hij zijn denken neerlegt
in een klavier dat zingt.
zo raken mijn handen de andere
als ik haar ontmoet
tussen de lijnen van een woord
en wederwoord dat binnendringt.
wij zijn gelijkgestemden die dwalen
in elkaars tragiek, in moedelossheid
en verlangen. wij zien dezelfde regenboog
die ons omspant wanneer het onweer
wegdrijft in een witter licht.
Herman
|