mensen die zich moeien met anderen en op alles commentaar hebben belasten mijn leven en maken me ziek. en als je daar om de lieve vrede
toch ruimte moet aan geven leef je in een permanente stress situatie waar je na lange tijd de oorsprong niet meer van herkent. dan wordt het erg.
komen partners die al eeuwen samenwonen daar uitendelijk uit? en hoe los je dat op? selectief doof worden? of je weg zwijgzaam alleen bewandelen langs de zijkant?
is het dan zo moeilijk de eigenheid van je partner te onderkennen en hem alle vrijheid te geven die te beleven? wij verschrompelen toch niet tot het
wij zaten in een middeleeuwse kerk naar vivaldi te luisteren. hij vertelde over de vier seizoenen met klanken als balsem voor mijn ziel. ik bad
en zong met hem en onze taal zocht naar een god die hier al eeuwenlang aanbeden en vervloekt werd. zoveel zilte tranen om dood
en onbegrip kleefden aan de graven waarop wij zaten. de winter zat bevroren in de stenen zuilen die die naar boven wezen in het
eindeloos niets waar ik ooit ontstond. en juist hier begon de lente. ik dacht aan de rust en de onrust van een avond aan zee. aan waarden en normen die
meer vragen dan antwoorden gaven. aan de liefde in mijn leven die mijn zomer moest zijn die nooit kwam. maar ik zal vivaldi in mijn
ziel laten spelen, met de woorden van het hooglied. in wil de liefde intens beleven tot de laatste bladzijde van mijn beduimeld boek. tot ik het
ik laat het sluipend gif van dichtbij sterven, in mijn leven toe. ik voel de onomkeerbaarheid als ik daarin verder ga. ik leef te veel naar
morgen toe en vergeet vandaag. dat wil ik anders doen. geluk en schoonheid kan ik maar vandaag genieten en morgen is nog onbekend.
loslaten waar ik vast in zit en de puurheid als dagelijkse kost ervaren. ballast waar ik mij niet zo goed bij voel afbreken tot de laatste steen. en op het
puin daarvan een glimlach bouwen tot waar mijn hemel reikt. het wordt de hoogste tijd om de omklemming van mijn ziel te slopen en vrij
ik heb vanavond het verhaal van Maeve gezien. Maeve was tien jaar toen ze verongelukte. haar ouders vertelden haar verhaal en dat van hen. een verpletterende belevenis.
ik heb Maeve meebeleefd. het verdriet van haar ouders ook. zij hebben Maeve doorgegeven aan iedereen die verlies in zijn leven meedraagt. ik draag Maeve
in mijn open handen naar een verloren droom. naar wie ik liever zag dan mijn eigen leven. hij liep verloren in de chaos van zijn jongensdroom. zijn grenzen doemden onherkenbaar aan zijn horizon.
hij verloor elke grip op zijn vreemd bestaan. ik sprak verloren in zijn leegte. en zijn wanhoop kleefde aan mijn tranen om wat niet kon zijn. ik zie mezelf als vreemde in zijn leven
en het wordt koud waar zijn stappen zich keren. hij leeft en bidt in zijn gesloten denken en wijst mij naar een plaats die ik niet ken. ik zoek nog elke dag naar een waarom. het antwoord ligt
verborgen in zijn ziel waarin hij mij niet binnenlaat. ik draag hem zoals Maeves ouders naar een beminde plek. waar ik hem koester en nooit verlies. hij blijft de welbeminde die ik nooit verlaat.
je zal mijn woorden wel herkennen nu. ze zijn voor jou geschreven. de zee, het strand en de kleuren van de avondzon. herken je ze?
de zeedijk en een rolstoel als onuitwisbare herinnering. het laatste gesprek. warm en oneindig. over verleden en heden, over hem en jou.
misschien ook over toekomst zonder hem. onuitspreekbare hopeloosheid en toch de troost van betaste woorden die voorzichtig aan elkaar gegeven worden.
niemand is getuige. je bent teruggekeerd naar wat overbleef. de rijkdom van het leven kon je niet ontlopen. de tranen droogden binnenin. de littekens
droeg je mee. draag je mee. leg ze zacht vooraan op het water. ze drijven naar hun oorsprong terug waar alles gezegd is. ooit. daar begint je regenboog.
ik schrijf alleen met letters en onbeholpen woorden op vergankelijk papier. je broer schrijft in het water, in het vuurrood van de avondzon, in je verwarde hart.
er is niets zo ontgoochelend als plots geconfronteerd te worden met de onvoorspelhaarheid van je gezondheid. gisteren viel alles
best mee. ik dacht: de miserie is voorbij. en plots voel je dat alles weer mis gaat. je zoekt naar oorzaken maar vindt er geen.
je wil op uitstap en je twijfelt. je wil anderen niet tot last zijn. maar je kan niet alles afgelasten. misschien moet ik hier leren
doorbijten en niet bang zijn van morgen. genoeg medicatie mee en genieten van wat je hebt, al gaat het krakkemikkig en blijft je maag opstandig rebelleren.
je lichaam exploreren en luisteren naar zijn taal en hoe het flirt met je geest die veel te vlug volgt. jezelf onder controle krijgen en
kan verkeerd handelen mij psyche overhoop halen? wat in mijn ogen dan verkeerd handelen is. ik denk soms dat ik mij dat inbeeld, maar het herhaalt
zich zo regelmatig dat ik moet geloven dat de psyche een fysisch slechtbevinden kan creëren. je moet dus al een grote dommerik zijn om dat proces kans te geven
zich telkens te manifesteren. wel, soms ben ik zo een stom kieken. mijn bewustzijn gehoorzaamt niet altijd aan 'onweerstaanbare drang'. dat is toch een basis voor vrijspraak van alle schuld?
ik moet eens stoppen met mezelf te bedriegen. en open en eerlijk het leven te omarmen. schoonheid en eerlijkheid en liefde moeten mijn handelen bepalen. de rest leidt alleen
ik vertoefde gisteren in het gezelschap van jonathan seagull zeemeeuw en van bach. verrukkelijk gezelschap! de klanken van bach en het aanrollen van de golven vanover de zee
waar jonathan de tijd aan flarden vloog naar de eeuwigheid toe. de goldbergvariaties stuurden de vlucht van jonathan en mijn denken. de tijd hief zichzelf op en ik verkende een wereld
waarin liefde en schoonheid de basis van elke vlucht bepalen naar en hemel waarin de mens en de aarde in harmonie moeiteloos samenleven. hier voltrekt zich het wonder telkens opnieuw
in mij, en wie meestapt verwelkom ik graag als mijn gezel naar dit gezegende land.
rond middernacht sluit ik de dag af. dan rolt een film in mijn denken af over wat gebeurde en niet gebeurde, over wat ik wou en niet wou,
over mensen die ik ontmoette en sprak, over de vreugde om hun woorden en soms over het verdriet van hun afwezigheid. wat ik niet meer wil wordt opgelijst,
steeds weer opnieuw dezelfde lijst. en dan de dingen waar ik niet toe kwam, maar wou. daar is morgen tijd voor, nieuwe tijd, bewuster leven is daar een constante in. en de dood
zin geven eveneens. god aanwezig weten in wat ik heb en waar ik naar verlang. de liefde beleven in zoveel passanten die ik met open armen omarm om wie ze zijn.