elke mens heeft een unieke leefwereld. van op een terras zie ik hen voorbijgaan. duizend mensen. duizend andere mensen. je leest in hun gezicht wie ze zouden
kunnen zijn. je ziet gemoedelijkheid, vreugde, jovialiteit, brutaliteit, zachtheid, superioriteit, verdriet, verlangen, hopeloosheid, soms, heel soms, liefde. je kan niet zeggen waarom
je dit alles meent te herkennen. je kan je er goed bij voelen. soms treft het je als een mokerslag. de confrontatie kan als een bliksem je hart overhoop halen en je leven een andere wending
geven. daarom is het goed nooit te oordelen. onthou alleen dat elke mens uniek is. goed en kwaad liggen in de plooien van de voorbije jaren. soms gelouterd en soms
meestal gaan de dagen te vlug voorbij als jij er bent. maar nu je zo ver en onbereikbaar bent dwaal ik tot middernacht op zoek in mijn boeken naar jou.
nochtans doen wij niets anders dan praten in de avonduren. maar je bent zo echt en heerlijk spontaan dat je als drank mijn dorst lest, als voedsel mijn honger.
je kan glimlachen en huilen en dromerig langs het strand en de zee van al wat je lief is, genieten. je deelt zoveel genegenheid uit en kneedt in warme aarde je ziel.
je komt terug, ik wacht al op je. mijn vingers tikken teder op de toetsen alsof je er bent. je geniet nu van heerlijke dagen. ik geniet mee. je komt straks wel terug met bloemen in je hart
wat voorbij is ligt nu achter mij. ik heb duizend keer gefaald en duizend keer herbegonnen. vandaag heb ik gisteren achter mij gelaten.
ik heb nooit geleefd zoals ik wil leven. elke dag ging voorbij zonder mij, zonder degene die ik werkelijk was. ik voelde mij een vreemde in mijn eigen vel.
ik wil terug naar mezelf. bewust ervaren wie ik echt wil zijn. in de spiegel kijken en kunnen zeggen: nu ben je wie je al heel je leven wou zijn. hier begint
het antwoord op zoveel open vragen. ik kom terug van heel lang weg geweest. ik ben nu aangeland. de veerman is teruggevaren en keert niet weer. ik glimlach op de overoever
van mijn nieuw bestaan. ik herken de vertrouwdheid waarvan ik altijd hield: de waarheid van mijn zijn.
vrienden en familie trekken er op uit naar zuiderse warme landen. de leegte die dan plots ontstaat doet vreemd aan. ik ben mijn dagelijkse babbel kwijt.
sport op tv kan me nog wel boeien en af en toe een boek waarin ik onderduik. en een vriendschap waar ik nog mee worstel omdat
ik zelf niet weet hoe ik er mee om moet gaan. het water en de wind opzoeken langs scheldedijken. de boten traag zien zien komen en nakijken
op een dromerig terras. ik mijmer over wat voorbijgaat en kleur wat ik nog hoop dat komen gaat. de zomer kruipt nu traagzaam in mijn botten.
ik zing zacht als een vogel ergens tussen hemel en aarde.
Karin haar zus is thuisgekomen. zij leeft anders op de overoever. haar pijn en het kwaad wordt met water weggevoerd.
het is een stille plek nu waar wij haar zagen en beminden. wij blijven ontheemd achter en kijken verbaasd naar de hemel.
terugkeren naar de bron van elke ontstaan. terug zijn in den beginne zoals zij altijd geweest is, ook in het voorbijgaan toen wij haar zagen en graag mochten zien.
mens zijn is weten dat het anders begint. verlangen en toch angst om het onbekende dat wij ooit kenden. terug opgenomen in wie wij altijd waren in alle tijden.
een stille bezinningsdag in een klooster ergens in het reynaertland. rust en stilte. ik ben mijn eigen gesprekspartner. de priester die vanuit zijn geloof de leidraad aanreikt
spreekt voorzichtig elk woord uit dat groeit uit zijn evangelische bron en belegen wijsheid. zijn God leeft in zijn uur waarin het licht ontstaat dat waait maar nooit dooft.
het lijden kent geen doel zover ik weet. mijn pijn komt voort uit opgestapeld kwaad dat ik te veel bewaarde. jij kan wegnemen wat mij kwelt. het kwaad maakt mijn hel
en jij verbrandt het tot stof waaruit mijn hemel wordt geboren. ik begon te bestaan zoals ik was en ooit ontstond. vertaal mijn woorden niet, maar neem ze op
als teken en strooi ze uit in de wind die ons omarmt en verder draagt.
ik tracht een foto (groot) op mijn blog te plaatsen. ik weet dat ik ze 2x moet plaatsen en dan 1 deleten. maar dat deleten lukt nu juist niet. waarschijnlijk doe ik ergens iets fout.wie kan mij de juiste informatie geven?
als ik naar janne kijk denk ik nogal eens: jij hebt nog een schitterend leven voor de boeg. als janne naar mij kijkt kan zij ook zo denken: jij hebt al een schitterend leven gekregen.
de balans is dus in evenwicht. wij hebben beiden redenen om blij te zijn met wat we kregen en nog te verwachten zijn. zij en ik kennen onze toekomst niet. ik vermoed dat zij haar kleinkind
zal vertroetelen als ik hier niet meer besta. misschien schrijft zij op dat moment wat ik nu schrijf. zo reiken de levenden en de doden naar elkaar. over en door alles heen. vanuit de zelfde bron met het zelfde verlangen
en soms met de zelfde wanhoop om niet meer te zijn.
veel vrienden en bekenden in de oude kerk waar wij 11 juli vierden als vanouds.'lied van mijn land' opende het samenzijn rond al de tekens uit mijn jonge jaren, mijn geloof
in God en Vlaanderen. in het 'gebed voor het vaderland' boog ik mijn hoofd bij het voorbijschuiven van wie hier niet meer was. de eersten die mij leerden dat ik vlaming was.
ik heb gebeden, gezongen en betoogd. mij één gevoeld met kruis en leeuw. als kind en man heb ik van land en volk gehouden. mijn buigend volk recht nu
zijn hoofd. ik bad vol hoop: 'heer, laat het prinsenvolk der nederlanden niet ondergaan in broedertwist en schande...schenk ons de taaie kracht... om met vertrouwen en nooit gebroken moed ons land herop te bouwen!'
de leeuwenvlag zal woensdag juichend aan mijn gevel wapperen!
ik versta de pijn van wie zo zorgzaam met de anderen omgaat, van wie verder ziet hoe dingen gebeuren en niet gebeuren. ik wil haar op mijn handen dragen naar
een zorgenloos bestaan waar zij geen pijn meer voelt. ik wil de tederheid waarmee zij zorgt behoeden voor ontgoocheling. zij kent de vreugden van de kleine dingen.
en dan wordt het te veel. de veer breekt en er knakt iets in haar hoofd. haar wereld wordt wazig en zij kijkt vertwijfeld naar haar eigen handen die blijven opengaan.