een stille bezinningsdag in een klooster ergens in het reynaertland. rust en stilte. ik ben mijn eigen gesprekspartner. de priester die vanuit zijn geloof de leidraad aanreikt
spreekt voorzichtig elk woord uit dat groeit uit zijn evangelische bron en belegen wijsheid. zijn God leeft in zijn uur waarin het licht ontstaat dat waait maar nooit dooft.
het lijden kent geen doel zover ik weet. mijn pijn komt voort uit opgestapeld kwaad dat ik te veel bewaarde. jij kan wegnemen wat mij kwelt. het kwaad maakt mijn hel
en jij verbrandt het tot stof waaruit mijn hemel wordt geboren. ik begon te bestaan zoals ik was en ooit ontstond. vertaal mijn woorden niet, maar neem ze op
als teken en strooi ze uit in de wind die ons omarmt en verder draagt.