Op mijn badkamer, juist voor het toilet staat een klein tafeltje met allerlei prullen op. Er ligen ook 2 kalenders: de poëziekalender en de filosofiekalender. Deze morgen las ik in de filosofiekalender een tekst van Wittgenstein die mijn eigen denken over 'het beste is het raadsel te vergroten' precies omschreef. Over de aanwezigheid van God in ons transcendent denken. Ik schrijf zijn bedenkingen hier neer, misschien herken je er je diepste levensvragen in.
'Wittgenstein denkt vooral over ethiek, leven en dood, God. Zo beweert hij dat de dood geen gebeurtenis in het leven is, dat wij de dood niet ervaren. Ons leven heeft geen einde, op dezelfde wijze als waarop we de grenzen van ons gezichtsveld niet zien. Maar met de constatering dat wie eeuwig wil leven in het heden moet leven, zijn we er nog niet. Er bestaat immers geen enkele garantie voor de onsterfelijkheid of het eeuwig overleven van de menselijke ziel na de dood. Maar het aannemen van een onsterfelijke ziel lost het raadsel helemaal niet op. Het eeuwige leven zelf is net zo'n groot raadsel als ons huidige leven. De oplossing voor het raadsel van het leven in ruimte en tijd ligt buiten ruimte en tijd'
Buiten ruimte en tijd interpreteer ik als de tanscendentie van ons zijn. De mens is in staat dat te doorgronden. Dit is het wezenlijke van mijn leven: mijn zoektocht daar naartoe.