| Goed   Goed en goeddoende Hij die mensen zoende Om er verzoening mee te sluiten Die kon weten dat Hij op veel tegenstand zou stuiten Hij koos mensen uit Die soms net even anders waren En dan zag en zie je gelijk wie de haters waren Die zijn voor geen kwaad meer te bewaren Hoe zij zich zo verder schaarde Met hen die Hem wilde laten verdwijnen Maar ze vallen zelf in eigen gemaakt verderf of
ravijnen Want het waren allemaal zwijnen Mensen kunnen kwijnen Maar de zwijnen hebben geen verstand Daarom werd Hij ook zo fel geprangd En ook nog aangerand Hij die de onwaardigste werd onder de mensen Hij had zoveel goede wensen Voor grove zondaren Maar door het grove werden ze juist niet bewaard Maar Hij heeft de kinderkens om zich heen geschaard En zo werden of worden de kinderen door Hem bewaard Dat is van blijvende aard Ja, Hij is toch zeker alles waard Als het om aards goud gaat Hemels goud straalt vanuit zijn mooie troon Waar je dan heel dicht bij woont Niets liever heb je dan die enige geboren Zoon Die kwam om een mensenkind te reden Van al die huichelachtige gemaakte gezichten Want dat zijn vreselijk mismaakte gezichten Over hen zijn dan die zware gerichten Wie zichzelf in Zijn ogen nietig heeft geacht Die zet Hij dan op wacht Als een wachter op de muur Ook al maken die vijanden je het leven zuur Er komt dan een tijd En dan hebben ze geen rustig uur! Maar als je ware rust je hebt gekust Dan ga je heel gerust Door het leven van alle dag Ook al sterf je eigenlijk van beklag Dat trotseer je door en in Hem elke dag Met Hem kun je vrolijk leven En het aardse leven is uiteindelijk toch maar even Aan alles komt een einde Zonder dat je wegkwijnde!   Mattheüs 12 1-8 In het bijzonder vers 7     
 |