Sport
Wat sport met het mensdom doet
Het houdt de mens volkomen in de ban
Het geeft geen nieuw of een ander plan
Het is het menselijke gevang
Het neemt je in de tang
Mensen rijen dik
In steden langs bruggen, wegen en rivieren
Het lijken wel een stel mieren
De leegheid heeft goed toegeslagen
Zo komen we door de zondagen
Vroeger hadden mensen daarin niet zoveel behagen
Dan was er rust na een drukke werkweek
Tegenwoordig hebben de mensen het veel minder druk
En dan wordt er naar de sport of iets anders opgerukt
De wielerronde is dus nu begonnen
Het voetballen, doet het heel even rustig aan
Want de voetballers moeten straks in de laatste ronde staan
Dat is nu het grote sportbestaan
Het is zoals er is gezegd
Er schijnt geen zon en geen maan
En ineens komen voor Gods gezicht te staan
Wat deed u om Mijnentwil
Hebt u op zondag voor uw ziel gezorgd?
Ik heb Mijzelf weggegeven als Borg
Maar u heeft zich voor mij niet geïnteresseerd
Dus de kennis van en over Mij heeft u niet geformeerd
U heeft zich lelijk aan deze afgod bezeerd
U hebt koning voetbal enzovoort boven Mij geëerd
Die vraag zullen vele sportbeoefenaars aan zichzelf moeten stellen
En misschien zich een heel leven blijven kwellen
De zondag is de dag van God
En niet de dag van de afgod
Door alles heen staan ook gelovigen niet sterk meer op het been
Die staan ook langs de kant
Want er is iets bijzonders in Rotterdam aan de hand
Ze hebben daar gedacht aan een wereldformaat
Want we zijn de grootste haven van de Nederlandse staat
En ook een belangrijke wereldhaven
Daar komt het vandaan onze economische gaven
Zo blijven we lekker doordraaien
Maar zo gaat het ook naar de haaien
Want er is wel twaalf miljoen mee gemoeid
Men denkt nu dat we zo zijn uitgegroeid
Om flinke zaken met het buitenland te doen
Ook hier knelt dan toch weer de moslimschoen
Want de burgemeester is een moslim van afkomst
Die heeft op vrijdag zijn gebedsdag
Dat is een dag zonder de ware God
Daarom hebben we hier in Nederland zon slecht lot
Het leidt tot spraakverwarring en een eenzaam lot
Het is het lot niet van een zot
Maar van vele zotten bij elkaar
Zondag is de dag van de gerechtigheid
De gerechtigheid uit God geboren
Die Zijn Zoon boven alles heeft verkoren
En die de dood heeft dood gezworen
Omdat Hij aan het kruis is gestorven
Maar ook weer is opgestaan
Om niet van Zijn Goddelijke plan af te gaan
Hij heeft de Zijnen bij elkaar gebracht
Opdat zij allen één zijn in Hem
Hoorde u ook Zijn roepstem?
Hij heeft Hem menig keer laten horen!
Maar wat houden we toch allemaal dove oren
Welk een lot is een dove beschoren?
Dat de dove mens innerlijk geen roepstem kan horen
Maar dat hij wel kan zien wat voor gruwel er overal geschiedt
Want alles wat goed is gaat teniet
De mens wil geen kruis maar vertier
Dan ben je niet als de mier
Maar een mens dat in Luilekkerland woont
En met zn gedrag de Zon der Gerechtigheid hoont!
Het is misschien wel om te huilen
Maar nu valt elk mens maar zn eigen builen
Men wilde niets voor de eeuwigheid inruilen
En dan vallen allen in diepe kuilen
Kuilen om te worden begraven
Want ze zochten geen veilige haven
Ze bleven in en door eigen waan voort draven
Is het geen voetbal dan is het de wielersport
Of het is een andere rare sport
Sport brengt ver van God
Het is geen heilrijk lot
Men wordt van alles afgesneden
Het is de weg naar beneden
De weg van de geestelijke ondergang
En nog is de mens voor de gevolgen van dit alles niet bang!
Johannes 17
Het Hogepriesterlijk gebd