Opmakenxml:namespace prefix = o />
De wereld maakt zich op
Om het gewone vreetfeest te vieren
Is het niet om te gieren?
Dat er zoveel dieren
Over deze aarde gaan
Mensen met een dierlijk instinct
Weet u nu waarom de wereld stinkt?
Het feestgedruis gaat voor
Voor al het heil dat Hij bracht of brengt
Maar weet u dat ieder uur de dood wenkt
Kijk maar om u heen
De wereld lijkt wel van steen
En voldoe je niet aan het wereldsvertoon
Waarin men de mens ziet met zijn machtsvertoon
Dan klinkt er alleen maar spot en hoon
De weg is een diep duistere weg
Niemand die het volmondig zegt
Weet u waar het aan ligt
Aan de mens met het dierlijk instinct
De mens die van nature zo verschrikkelijk hinkt
De mens die zo naar vlees verlangt
Die zichzelf optuigt en met glitters behangt
Dat is waar de mens nu naar verlangt
Geen eenvoudig kale Kerst
Nee, dat vindt men nu juist de pest
Men wil het zien met natuurlijke ogen
Maar het Kind zie je alleen met geestelijke ogen
Dan kan dat Kind een dier tot mens verhogen
En anders blijft het bij dierlijk zijn
Wat later ook nog een beest kan worden
Een beest is een ongetemde
Een dier kan nog naar zn baas luisteren
De dieren in de stal
Die waren er wel terwijl Maria van haar Kind beviel
En er waren Herders en Wijze uit het Oosten
Die zichzelf kwamen troosten
Om dit Kind te zien
Die hadden ogen van het geloof
En zij bleven ook niet doof
Nee, deze wereld is niets waard
Zonder het gezag van het Kind
Waait alles van de kaart
En eet iedereen met Kerst een namaaktaart!
Want dit Kind is hun niets waard!
Zalig zijn de arme van Geest
Want zij zullen God zien!
Begrijpt u het nu misschien!
En hebt u het nog niet begrepen
Dan kunt u het ware Heil wel vergeten!
Geen kaars die dan gaat branden
Dan zal alles verzanden
En nog erger je zult in de hel van de duisternis
verbranden!
|