Bitterxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De bittere koude
Hij is toegeslagen
Een mens heeft daarin
geen behagen
Wat moet je met je dagen
Het is te koud om lang buiten te zijn
Want dan doen handen en voeten pijn
Daarna heb je een griepje opgelopen
Hoewel dit nog mild klinkt
Er zijn mensen die dood vriezen
Dat is wat anders dan verkouden niezen
Dit kan dan wel leuk voor schaatsers zijn
Hoewel is dat dan echt zo fijn!
Kilometers verslinden
En gaan als een blinde
Als je het maar haalt
En je eer als schaatser niet verschraald
Ja, dit is nu de bittere koude
We verlangen allemaal naar een wintertje
Maar dit is geen splintertje
Het is wel een grote winter
De stookkosten lopen overal op
Hier en daar vriest er wat vast
Of de verwarming valt uit
Dit is wat de winterklok luidt
Koude is zorgwekkend
We zeggen wel eens vriezen we dood dan vriezen we dood
Maar ja, wat er gebeurt als het zo is
Zon dood is echt niet mis
Je kunt het ook geestelijk bekijken
Mensen die al de dood hebben gevonden
Die gaan nu hun laatste gang
Vroeger maakte de winter hen niet bang
Maar zo'n winter is wel van belang
Kom je er doorheen
Of is er in vele gezinnen geween!
Of misschien zijn de tranen ook bevroren
Dan maar op naar het ochtendgloren
Waar de zon weer zijn warmte geeft
Zodat mens en dier weer gerust leeft!
Heb je de wet van de warmte de rug toegedraaid
Dan is het leven in de bittere koude zeer bekaaid!
Romeinen 7
|