|
Vrijmarktxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vrijmarkten vol met zooi
Wie wandelt er op de markt van vrije genade?
Waar men in Gods liefde mag baden
Wat een feest is dat
Als Hij is je grootste schat
Dan zijn al die markten
Markten van niets
Je koopt er een oude fiets
Of je ziet allemaal bij elkaar geraapte oude spullen
Nee, daar gaat je haar niet van krullen
Daar wordt een mens droevig van
Die weet dat het anders moet en kan
Maar mensen willen liever feesten
De Zon der gerechtigheid laat wat anders weten
Ja, het wordt dan alsmaar heter
Het hellevuur voor eeuwige duur
Of de genade van God
Ja, het is belangrijk
Welk lot men heeft ontvangen
Dan zijn de vrijmarkten van geen belang
Want je weet dat het niet anders kan
Afscheid nemen van al die vreemden zaken
Die het hart niet raken
Dat is feestvieren tot in het diepst van je nieren
Die God heeft beproefd
Ja, dan word je van al die feesten in en in bedroefd
Omdat het in het geheel niet hoeft
Koninginnedag mag wel als een speciale dag worden
gezien
Maar niet met heel het volk zo uitbundig vieren
Bouw je huis
Want anders komt een mens niet thuis
Het hoeft geen aards paleis te zijn
Als een Koningin zalig zou worden verklaard
En ze mocht ingaan in het Vaderhuis
Dan is ze net zo thuis als een dronken man
Die nadat hij heeft gedronken
Zichzelf zag als een verloren man
Zo moet een mens zichzelf gaan zien
Zelfs een Koningin
Verloren maar je mag in Hem worden herboren
Maar zie je dit allemaal niet
Dan doe je Hem vreselijk verdriet
En blijf je gewoon naar een dom volk luisteren
Maar als Hij wederkomt dan zal Hij het mensdom
ontluisteren
Van al de gedane zaken die nimmer het hart raakten
Daarom is het niet te begrijpen
Dat er na zoveel ernst
Niet van het gewone patroon werd afgeweken
Ik vind het allemaal domme streken
Het is misschien wel een mooie dag
Maar als de echte Zon schijnt
Dan is de wereldse glimlach die op slag verdwijnt
Want dan weet je waarom het hart wegkwijnt
Zonder God is het leven een damp
Maar soms is het ook een ramp
Een ramp waarin men rampzalig wordt
Ja, zover denkt men niet aan het lot
Men zoekt veel plezier en vertier
Maar daarna is het een eeuwige roepen
En dan wil Hij niet meer horen
Hij laat een mens dan in zn werelds
vet smoren!
Ja, voor altijd verloren
Jakobus 1
|
