Predikingxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Waarover ging of gaat de prediking

Men sprak in het verleden mensen naar de mond

Dat is natuurlijk vreselijk ongezond

Een prediking moet scherp zijn

Het moet het innerlijk raken

Dat zijn zo van die zaken

Maar als je zo in het voorbij gaan sprak

Dan gooide men een vette prak

Een prak stront naar je kop

Ik was in de ogen van menigeen een rebel

Of misschien anders gezien wel een del

Je hoort je "fatsoenlijk" te gedragen

Maar het Evangelie vraagt niet naar fatsoen

Het Evangelie is er om een mens van zichzelf te ontdoen

Maar menigeen zat heerlijk op een predikantsvertrouwen

En zo kwamen er strikjes op de mouwen

Kietelen en nog eens kietelen was zondag het feest

Er werd veel voor nieuw leven gebeden

Welk nieuw leven bedoelde men daarmee?

Niet het nieuwe leven om uit God geboren te worden of zijn

Nee, het ging over het vleselijk leven

Nou, daar hoef je in alle gevallen toch ook niet blij mee te wezen

Want zo storten er steeds meer jonge mensen in het ravijn

Het ravijn dat is geschapen

Om dat men allemaal sprak als apen

En als je tegendraads reageerde

Dan gingen ze je snel afserveren

Daarom duurde deze verkondiging maar een
 bepaalde tijd

En nu zijn alle predikanten de weg kwijt

Oh, de voorzienigheid van God

Daar heb je vreugde in

Ook als is je lot

Niet één van de beste door de buitenkant bezien

Want je bent een beklagenswaardig persoon

Maar met alle wetenschap van toen

Verdroeg je spot en hoon

En nu is alles ongeveer van z’n eigen troon gevallen

Omdat men bang was dat de kerken leeg zouden lopen

Maar ga je een kwezelverhaal verkopen

Dan zijn die predikanten ook afgedropen

Want men heeft geen alternatief

Nee, predikanten waren in mijn ogen naïef

Maar ook een dief van de Waarheid

Zo komt ook dit openbaar na een algehele lange strijd

Want strijd blijft bestaan

Ook al ga je door het leven met de mooiste zegen

Steeds kom je het tegen

De mens die volmaakt is in zichzelf

Maar ze vergeten dat ze helemaal niets zijn

Ze zijn als wormen op het wereldrond

Want alle mensen verkeren in een staat van ongezond!

Een leven dat wordt opgevreten door de vier en twintig uur economie

Een leven dat zichzelf in vrije tijd moet bezig houden

Want tegen lege tijd is zo’n mens niet bestand

Dus gaan we als Egyptenaren tekeer

En we leren een verkeerde leer

Wel of niet in de kerk

De mens is gewoonweg een grafzerk!

En er is geen paal en perk

Want het gaat maar door

Alles, alles is teloor!

1 Johannes 3 en 4