Niet…

De tijd is niet

Of de tijd bestaat niet meer

Toch is er tijd

Wanneer de tijd is vergaan

Dan heeft men een hemels bestaan

Maar in het leven op de aarde

Blijft ook in een hemelsleven

De tijd steeds gaan

We hebben uren, dagen, maanden en jaren

Dat is om je voor de chaos te sparen

Maar eeuwigheid vraagt niet om tijd

Daar is geen haast meer

De duivel gaat daar ook niet meer tekeer

Zij die geloven haasten niet

Maar in de tijd is er nog veel verdriet

Verdriet om kleine en grote zaken

Een mens had zich op moeten maken

Om van de tijd over te kunnen gaan
naar de eeuwigheid

Dan wordt je zonder tijd toch verblijdt

Want de tijd neemt je niet meer in beslag

De stress is aan banden gelegd

Maar dwazen zijn in de tijd angsthazen

En dwaasheid brengt alleen maar onheil

Men is vooral geldgeil

Omdat men denkt dat je daar gelukkig
van wordt!

Maar dat brengt veel zorgen en narigheid

Dat zie je in deze tijd

De tijd waar men met iedereen vrijt

Om maar zoveel een speciale plaats te veroveren

Maar het brengt je alleen maar de hete oven

In de tijd praat je tegen doven

Als je ziet hoe de mensen soms aan hun einde komen

Dan zou je in de tijd daar niet van willen dromen

Misschien stoppen ze het in de tijd wel weg

Ze denken voor mij is de hemel weggelegd

Maar niets is minder waar!

Men wordt geestelijk lui en slap

En dan zit je met een uitgeblust droom

en dat is geen grap!

Je kijkt in je eigen hellevuur!

Dat is natuurlijk vreselijk!

Er wacht je geen eer meer in de tijd

Je bent letterlijk alles kwijt!

Maar heb je je werk goed gedaan

Dan heb je in de tijd Brood gegeten

En dat Brood kan je nimmer vergeten

Want Hij is de alomvattende Redder

En zo kan je ook in de eeuwigheid verder!

Maar heb je die Redder vermoord

Dan is die Redder er wel voor een
buitenstaander

Die in de tijd zijn weg baande

Om Hem te vinden in het sterven

En te roepen in het doodgaan om de Redder

En zo sterft er dan iemand in de tijd

En leeft zonder dat hij het weet in de eeuwigheid!

Zalig zijn de doden die in God sterven

Die zullen na veel ellende het
hemels koninkrijk beërven!

Prediker 10, 11 en 12