Water
Oh, dat reine
Dat hele fijne
Dat bijzondere kleine
Dat druppeltje water
Dat is zo rein
Het is nu en dan een
grote fontein
Het is water dat heel
doorzichtig is
Zodat je niet iets troebels ziet
Dat water dat onvergankelijk is
Dat is het water uit de Bron
Dat is het heldere water
Waarin de zon zo kan weerkaatsen
Dat je het eigenlijk niet kunt plaatsen!
Het wonder van het reine water
Dat heldere geklater
Dat is het water uit een reine rivier
Die niet buiten zijn oevers treedt
Maar met dat reine water is
het dat je de tijd vergeet
Het brood was een heerlijke
maagvulling
Maar dat water dat zo ruimtelijk
blijft stromen
Als dat je is overkomen
Dan verlang je niet naar pracht en praal
Want het is zo’n prachtige waterstraal
Een straal die nooit over gaat!
En steeds weer van het ene in het
andere over gaat!
De stroom van het levende water
Daarvan krijg je nimmer een kater
Maar werd je dronken in de wijn
Dat was een dronk naar het ravijn!
Want er is ook veel schijn
Schijn van vroomheid
En dat is niet de weg naar
de eeuwige heerlijkheid!
Dat is de weg van de zonde
En die is zonder eeuwige
oorkonde!
Openbaring 22:1-5
|