Openbaring
Openbaring zes melde het reeds eerder aan
Over het rode, zwarte en het vale paard
We zijn in die tijd nu aangekomen
Hedenmorgen mocht ik het zien in
een gezicht
De twee paarden waarop nu de aandacht
is gericht
De hel en de dood
Dat is geen speciale praat
Maar de zegels zijn al lang geopend
En die kunnen we nu zien
Dat is geen misschien
De dood en de hel zijn reeds geopenbaard
Ook dit Bijbelboek is veel waard
Gods toorn wordt hier onverdroten
Over deze wereld uitgegoten
Wie het niet wilde geloven
Heeft nu te maken met de gevolgen
Dood, honger en hel
Dat is het ergste wel
Wat men kan overkomen!
Maar heb je van valse wensen
willen dromen
Dan is nu de tijd gekomen
Dat men aan al dit vreselijks
Niet meer kan ontkomen
De oordelen zijn over de wereld gegaan
En het goede werd nog gered
Hoewel, het is onverdiende genade!!
Want Christus heeft hier voor betaald
En moest hiervoor naar de schandpaal
worden gehaald
Schande op schande werd Hem aangedaan
En die dit hebben gedaan
Die zullen als het gras vergaan!
Want men leefde in een waan
En dachten wij hebben niets verkeerd gedaan
Wie zo hoogmoedig over de wereld ging
Voor die is nu er de staat van honger, hel en dood!
En deze worden nimmer opgenomen
in Gods schoot!
Het carnaval of anders gezegd
het aards gedruis
is ook weer aangevangen
En men gaat steeds meer naar die
valse feesten verlangen
Ze vinden op grote schaal in
het land doorgang
Men is waarschijnlijk niet bang
Voor de toorn van God
Maar het totale levenseinde volgt
als slot
Daarmee bedoel ik dat de zalige eeuwigheid
is gesloten
Zeven lijdensweken kondigen zich aan
Geen zon en geen maan!
Maar de hitte van de hel
De Borg ging vol kommer en kwel
Naar en door de nacht voor het
verdoemde mensdom!
En nog is het mensdom krom!
Oh, wat is een mens zonder God
vreselijk dom!
Nog dommer dan dom!
|