Sta even…
Ik sta even stil
Hoe de mens alles wil
Wil bepalen voor een ander
Veel mensen hebben een
zwarte levenswandel
Ze zijn vroom en niet vroom
Ze hebben geleerd
van de slavernij te leven
Je hebt eigenlijk toch niets
anders om handen
Dus dan maken die handen
Wat surprises klaar
Of men maak het kinderspeelgoed klaar
En dan komt hij maar
Want de kinderen verwachten Sint
Vader of moeder geeft een hint
En er wordt op de deur gebonsd
Ja, dan kijken de kinderen
En dan zien ze de cadeaus
De hebzucht wordt bevredigd
Nee, dat moet je niet zeggen
Want kinderen weten nog niet beter
Nou, dat moet je soms niet zeggen
Als er overal op de teevee cadeautjes liggen
En de kinderen van deze tijd hebben nog niets!
Dus hoe vinden ze nu zoiets
Ze kijken er naar
En dan spelen maar
En de ouders worden van al die losse rommel gaar
Bakken vol
De één doet voor de ander niet onder
Dit is ook zo’n ongekende zonde
Voorbij streven met van alles
Ook al is je de ruimte daarvoor niet gegeven
Je doet voor die ander niet onder
En zo kweken we een hebzuchtig volkje
Dat is zo’n donker wolkje
Aan de hemel die langzaam naar
een grote wolk is gedreven
En dan is er nog weinig in het leven
Sint en Piet zie je eigenlijk tot je verdriet
Want een ander volk geniet!
Van een afgod gemaakt door mensen
Maar al die vleselijke wensen
Die zijn er niet voor nuchtere mensen
Die zien het maffe er van in
Soms zijn ouders nog gekker dan de kinderen
Dat kan mij wel hinderen
Maar is God er niet
Dan doe je die afgod toch niet teniet
En je gaf of geeft hier en daar een zwarte piet
Je doet net of ze niet bestaan
Zo leeft de mensheid van het ene
naar het andere bestaan
En komt de dag van het einde er aan
Dan ben je verschrikkelijk met jezelf begaan
Dit is niet wat je had gewild
Maar ja, wil je geen Schild
Dan wordt er maar gegild
Of anders gezegd gejankt
Hoewel er misschien geen tranen zijn
Want je hart is er één van steen en
die rolt dan in het ravijn!
Dat was nog eens fijn!
Heel je leven je kop in het zand steken
En niet meer verder kijken
Maar op een dag breken de dijken
En je kunt je niet meer verrijken!
Verrijken met hemelse geschenken
Dat geeft toch wel te denken!
Had God mij dat niet kunnen schenken
Ja, als je maar Zijn opvoedende hand had gekeken
Dan was je van de verkeerde plaats geweken
Dan had je het kwaad de rug toegekeerd
Maar nu leef je enkel met koude dingen
Die je niets brengen en laten zingen
Je doolt rond in holen en spelonken
En je hebt het nalonken
Want een steen is ook snel gezonken!
Ja, zo zit het nu eenmaal in het leven
Een keuze maken toen het nog kon
Dat was er niet bij
En nu maakt menigeen zich met
een dode mus blij!
Hebreeën 11 laatste vers in het bijzonder
|