| Bomen   Er waren vier bomen Die dicht bij elkaar woonden Allen een gedoopt voorhoofd Soms word je geloof gedoofd Ook met een gedoopt voorhoofd Als je ongehoorzaam bent aan Zijn Woord Dan leef je wel ongestoord Maar je hebt wel een gemis Je weet niet dat door ongeloof Je geloof wordt uitgewist Je hebt er ook die verkeren in het Evangelie Maar als het nauw gaat worden Dan zien ze er van af Ook daarover komt een straf Je sterft de eerste dood En in het andere geval ook de tweede dood Je loopt als dood door het leven Hoewel je wel over God kan spreken Ze verstaan het niet de leken Wie er wel of niet dood is En zo gaat en ging het in de kerk mis Maar ben je levend gemaakt Dan getuig je wel Maar er is kommer en kwel Want je wordt achtervolgd door de hel Want hoogmoedig mensen houden er niet van Als je het eenvoudig vertellen kan En als het uit een hoek komt waar je het niet van duld En er mensen zijn die moeite hebben met hun schuld Dan komt de haat van jaloezie voorbij! Je bent niet meer vrij Want zij benauwen je keer op keer Of ze gebruiken heel vals hun geweer! En schieten er één dood! Dan heb je geen twee getuigen meer! Je moet altijd met z’n tweeën zijn Anders gooien ze je in het ravijn! Hoge bomen vangen veel wind Een groene boom werd dor En een dorre boom werd groen En een boom die niet naast de schoenen gaat lopen Die mag van niemand op een goede toekomst hopen Dus gooien ze bij hopen Menselijk drek naar je gezin En een hoge boom wordt in alles zwaar vernederd Want een dorre boom aan je zij dan ben je niet erg blij En zo komt er ook een verloochening En er is nergens nog een opening Zo komt het einde van dit alles dan in zicht Want dorre bomen vallen net zo goed onder Gods gericht Wie niet op Zijn wijze sticht Krijgt nimmer meer een klaar bericht En is afgeschreven! En de dorre boom wordt uitgehouwen Wat zal dat vreselijk benauwen Als je nooit meer in de genade wordt opgenomen Je hebt een verpletterende ziel in je geest En dan viert de duivel in je leven altijd feest! Moorddadig, leugenachtig en huichelachtig Zo gaat men door het leven En wie dit Beest heeft aanbeden Draagt ook het teken! En ook die worden nimmer meer opgenomen! Dood als een pier! Zo doen ze het werk van een mier Maar men kan er niets mee beginnen Want God geeft je geen geschenk! Wie eerder was opgenomen en het ware heeft verzaakt Die is nu van het eeuwige verbond afgeraakt!   Ezechiël 17:24 Hebreeën 4:4-8           
 |