| Vloek   Werkende moeders een vloek voor de maatschappij Maar ook voor de grootouders De opname in de kinderopvang neemt weer toe Men doorbreekt steeds een taboe Een taboe die kinderen vernield Want er wordt niet voor God geknield Maar men knielt voor geld, gemak en  eventueel luxe En grootouders hebben het nakijken Want is het kind ziek Dan wordt er een grootouder opgeroepen Want ma en pa kunnen hun werk niet verlaten Of er zijn te weinig vakantiedagen En als grootouder moet je op deze leeftijd Maar steeds zeulen met kinderen Ik wil wel met m’n kleinkinderen omgaan Maar niet als ik ze door de overheid op  mijn dak krijg! Dat is die vloek van de maatschappij Oh…wat zijn we heden blij! Kinderzielen worden verziekt En praten met mensen helpt ook niet Want ze zien alleen maar hun eigen gevaren Vanmorgen zei ik, na weer een stukje kruis te hebben ervaren Ik ben met het leven klaar Ik heb van de wieg tot nu toe alleen maar ellende gezien En het laatste restje hou je het eigenlijk  niet voor gezien Maar je denkt wel als dit nog jaren  door moet gaan Laat mij dan maar uit dit leven gaan! Bejaarden in de tehuizen zijn ook niet meer pluis Ze hebben hun verstand gezet op nul En denken van ik neem niet meer van dat spul Omdat ze zwarte gedachten hebben gekregen En zo worden mensen omzeep geholpen Niemand heeft er een vinger in Maar psychisch heeft die vloek mensen naar de ondergang geholpen! En de rust waar men naar heeft verlangd Die is nu ook niet meer in het ouderenland! En zo gaat die duivel met de zwarten hand in hand En niemand komt er aan de overkant! Maar we glijden met z’n allen in een machtsravijn! Het is afgelopen met de geestelijke trein! Van mij mag alles ontploffen! Ik ben moe om met de zorgen voor en van anderen nog op mijn rug verder te sloffen! Mijn werk is gedaan De uitnemendheid der liefde is niet  verder voortgegaan! En nu is het klaar Iedereen ziet maar! De brug is opgehaald De liefde is uitgestraald Maar niemand heeft er iets echt meegedaan Ze hebben je allen in de kou laten staan! Gans alleen maar alleen sta je ook alleen! Maar ook over is het geween Men loopt maar naar de bliksem! Een element wat brand kan veroorzaken! Een brand die alles verwoestend is! Want men heeft totaal geen Gods gemis! Men weet ook niet wat dat is! Een droefheid naar God Dat bepaalde nu het lot Het lot in dit domme kikkerland! Wie keek er uit naar het Vaderhuis? De meeste niet want die zijn niet pluis! En zo vieren we straks Vaderdag Niet met de Banier van bloed Maar met in het innerlijk een vloek!             
 |