Kerken
Kerken en kathedralen
Ze hebben allen hun eigen verhalen
Vele mensen betreden
de voorportalen
En als ze verder gaan
Dan komen ze voor een
preekstoel te staan
Daarop zal een voorganger
of een priester staan
Hierin zien we allemaal dienaren
Dienaren van God
Maar welke God?
De Drie-enige God
De God met het grote liefdesgebod
De Vader van Christus
Die door Zijn Zoon mensen heeft geroepen
Maar er zijn ook dienaren die
kennen deze Vader niet
Die zijn een dienaar met een verkeerde kijk
Een kijk die mensen niet brengen waar
ze moeten zijn
En zulke mensen belanden allen in het ravijn
De ziel is verwoest
Ze houden zich niet meer koest
Hieruit ontstaan veel oorlogen
En de mens van vrede
Ziet het aan met veel verdriet in de ogen
Alleen de Drie-enige God
Die brengt door middel van Zijn Zoon
De vrede in het menselijk hart
Een vrede die alle verstand te boven gaat
Maar wat erg
Die volgeling heeft het net zo erg
Als vroeger Gods eigen Zoon
Die werd en wordt geworpen van de troon
En draagt een doornenkroon
En leeft onder veel spot en hoon!
Dus kerken zijn op zich een gebouw
En wat er achter zit is een weefgetouw
Vol van eigen gedachten
Die een wereld deden verkrachten
Maar toch verwijst een hoge toren
Naar een God die de hele wereld regeert
Maar op aarde verloopt alles
niet meer gesmeerd!
De Drie-enige God wordt op
het hoogst onteerd!
En Zijn ware volgelingen
ernstig bezeerd!
Mattheüs 11
|