Tijdgeest
De tijdgeest is er altijd geweest
Alles wordt uit het verband getrokken
En dan zit je fijn met de brokken
De man in het ambt
Voelt zich niet verwant
Met een vrouw die geestelijk kan denken
Ze proberen steeds haar verbeteringen te schenken
Niet ten goede maar naar hun eigenzinnig beeld
Een vrouw moet zwijgen
In de man zit een mannetje
Die drinkt niet uit een verborgen kannetje
Maar leeft geheel met meer donker dan licht
Omdat hij niet op de juiste wijze
de vrouw heeft gesticht
Hij is de tegenstelling van een liefdevolle God
En zo ging er een wereld verrot
Wordt een man niet door het ware Licht geleid
Dan is er een gebrek aan mannen
En dan wordt er een vrouw geplaatst
Niet één met veel praats
Maar één die aan Zijn voeten zat of zit
Het meeste in de geestelijke wereld
vaart dicht op het handelen van de man
En zo wordt de vrouw verstoten
De man is het “hoofd”
Maar de vrouw is de “nek”
En komt die vrouw niet tot het ware
Dan gaat de man met het mannetje ten onder
Want hij blijft op zijn man zijn staan
Er zijn veel vrouwen die in het verleden
graag een vrouwtje speelden
Het kon ze niet schelen als er aan
de rest wat scheelden
De vrouwen die zich op een zotte
manier op de voorgrond wisten te plaatsten
Als de vrouw maar werd geëerd
Ze wilden graag worden gezien
De onkunde kijkt er naar of het heiligen zijn
Maar ze zagen of zien niet dat ze
zitten in een verderfelijke trein
En zo wordt de vrouw in het
Ware ambt afgemeerd
Zo is de schande bloot gekomen
Van vrouwen die dicht bij het Woord woonden
Maar daar niet waarachtig uit hebben geleefd
Kaal en naakt en daarop volgt de eeuwige dood
Nimmer zet God de deur nog open
Ze hebben allen in Zijn naam geprofeteerd
Maar ze hebben de hel groot gemaakt
Het is en blijft waar
Het oordeel begint bij het huis van God
En wie niet wilde volgen is nu
een buitengesloten zot!
Zoals de tien maagden geldt dit
ook voor mannen
Ze hebben nimmer hun lamp gevuld
Met de olie van Gods genade
Ze kennen het ware leven niet
Maar ze zijn dweperig met de mannen
in het zwarte pak
Ze voelen zich door de vorst der
duisternis gedreven
En een ander of van buiten blijft hun
om het even
Als ze zelf maar hun natuurlijk
natje en droogje hebben
Maar beter te staan aan de Ware dorpel
Dan te eten met allemaal “vromen”
Die de Zaligmaker weg hoonden!
Dus vrouw in het ambt is weer een discussie
Die alleen de weg vindt in het juiste oordeel!
Het oordeel van De Zoon des mensen!
Wie Hem wilde navolgen
Die raakt niet verzwolgen
in onnatuurlijke daden
Die distantieert zich van het kwade!
En dan staat het gehele kerkgebeuren
op instorten
Mattheüs 25
|