Mensen
Overal zijn mensen
Maar wat leeft er in
De één heeft het naar z’n zin
De ander heeft een nieuw begin
Weer een ander die treurt
En soms is er iets in het hoofd
dat zeurt
Er is veel af te kreunen
Maar mensen hebben niets
om op te steunen
Maar niemand ziet het bij zichzelf
Een mens houdt verkeerd van het zelf
En zo is alle trammelant begonnen
En dan is er niets gewonnen
Alleen veel narigheid
De ellende waar we in leven
Dat is een waar gegeven
We zijn allemaal ellendelingen
Zonder een steunpilaar valt er
niets te beginnen
De tijd tussen Pasen en Hemelvaart
Dat is tijd waar het om gaat
Alles wordt op de proef gesteld
Wordt misschien te weinig verteld
|