Vroeger
Vroeger was alles anders
Je dacht straks wordt het beter
Maar na de vorderingen in de tijd
Kreeg je geen spijt
Maar je weet alles heeft een tijd
Slechte tijden goede tijden
Ze wisselen elkaar af
Maar de mooiste tijd is
Als je de Geest mag waarnemen
Die je verwarmt als de zon
Daar is het dat alles begon
Hij heeft altijd gezorgd
Dat het aan niets ontbrak
Je voelde je daardoor op je gemak
Maar het mensdom was vaak onbehoorlijk
Men had je gewogen en te licht bevonden
Natuurlijk wist je van je zonde
Die brachten wel een innerlijke wonde
Maar met een foute maatschappij
Heb je de vorst der duisternis aan je zij
Die brengt of bracht je liever naar het graf
Maar gelukkig dat mijn God dat zag!
Wel een hard gelach voor de vorst
Want als mens krijg je innerlijke
honger en dorst
En je hebt liever contact met God
Dan met het aanbod van kille mensen
Met hun wereldse wensen
En wat was dat dan wel?
Dat is het voorportaal van de hel!
Geld en nog eens geld
Het materialisme had geen einde
Maar wat als je innerlijk kwijnde
Niemand had voor jou een antwoord
Daarom is een mens zo geestelijk vermoord!
Maar Hij is je hulp en sterkte
En dat is wat dan altijd in je ziel gaat werken
Je laat het nimmer los
Maar als mensenkind ben je in de wereld
de klos
Waar je die ook tegen kwam
Het was ook vaak dat hij je adem benam
Je kon niet geloven dat mensen zo waren
En wat je ook zei je bracht ze niet tot bedaren
Niemand geloofde in je oprechtheid
Soms was hier of daar gehoor
Maar door alle vijanden was het dat je die
ook verloor
Je moest alles op gaan geven
Om nog alleen voor God en Zijn Woord te leven
Het heeft me deugd gedaan
Altijd was er de Zon
De Zon der gerechtigheid
Die weet van tijd en de eeuwige heerlijkheid
Tijden van grote vreugde maar ook
diep verdriet
Als je als een mensje ziet hoe men
van die rotwereld geniet!
Wat een boosheid daaruit ontstaat
Het is alleen maar een berg van kwaad!
Ook in deze dagen
Moet men zich maar eens afvragen
Waar de reis naartoe kan zijn
Misschien denkt u wel aan een open ravijn
Leef je in een wereld vol schijn
Dan zal dat helaas zo zijn!
Ieder kijkt maar in eigen hart
Want het mensdom wilde eigenlijk
geen warmt hart
Maar liever een eeuwigheid smart
Die niet altijd teniet kan worden gedaan
Omdat men niet oprecht door het leven
wilde gaan!
Ik spreek altijd van twee wegen
De één is mogelijk tot zegen
En de andere leidt naar de
hellewegen!
Meléachi 4
|