Zomerdroogte
Toen de zon ging zakken
Stonden de bloemen naar water te snakken
De bloemen staan op een redelijke hoogte
In deze zomerdroogte
De natuur heeft dan wel wat te lijden
Dat is niet te vermijden
Maar wanneer de ziel is opgedroogd
Wordt een ander mens afgedroogd
Want dan steekt de boze kop zich op
Van het verdorde leven
En dat is niet maar even
Dat is voor eeuwig en altijd
Kijk naar de bloemen op het veld
Ze komen op en zijn weer aan het vergaan
Zo is het ook met een mensdom dat verloren
is aan het gaan!
De ziel is een kostbaar gegeven
De ziel is de ontvanger van het eventuele Licht
De ziel die weerspannig is geweest
Die viert niet dit mooie eeuwige feest
Soms wordt de ziel dan gedoofd
En wordt alles dor en droog
Zon en regen dat is het werktuig voor het leven
Het leven van het gewas
Het leven van het gedierte
Men denkt alles naar de hand te kunnen zetten
Vooral de zielen die dreigen onder te gaan
Daar is de dorheid al zo groot
Dat men opgaat in eigen grootheid
Je ziet het dagelijks voor de ogen gebeuren
Men is bezig een aardbodem te verscheuren
Met alles waar we rentmeesterschap over
hebben ontvangen
Maar men holt ziekelijk achter eigen belangen aan
En men ziet niets en niemand staan
We willen het verderfelijke regelen
En zo komt de mens zichzelf steeds weer tegen
En de boosheid kan hierdoor groter worden of zijn
Omdat men zelf wil voorkomen een zielenpiet te zijn
De ellende neemt in hoge mate toe
Maar men ziet het niet
Men heeft ook geen diep verdriet
Men gaat op in hoog opgeleid
Maar daarover komt eens de spijt
Want het was een eenzijdige eigenwijsheid.
Zegen en vloek het staat allemaal in dat
schitterende Boek
Maar men is er niet naar op zoek
Men denkt dat is geweest
Dus voor mij hoeft geen geestelijk feest!
Om te kunnen verstaan hoe ik door
het leven zou moeten kunnen gaan!
|