Vrijheid
Voor velen kwam het niet
Ze waren niet vol verdriet
Ze werden eerst afgevoerd
En ze werden ook zwaar onteerd
Ze moesten zich ontkleden
Ze hadden geen heden en verleden
Want even later werden ze gedoucht
Men hield zich dus nog koest
Nog een tijdje later
Was er geen later
De dood was ingetreden
De mensen hadden hoop gehad
Ouders en kinderen waren soms gescheiden
Maar vreselijk was al dit lijden
voor de nabestaanden
De wreedheid waar een dictator
mee tekeer is gegaan
De mens ontving een moment een zeer
onwaardig bestaan
Geen natuurlijke dood sterven
Dit was vreselijk wat die nabestaande
in hun gedachtenis moesten erven
Waar geen menselijke liefde meer is
Daar gaat het in de mensheid mis
Waar men denkt door zo op te treden
En alles uit wil gaan roeien
Blijft het roeien met de riemen die men heeft
Maar als er een God om je geeft
Dan mag je nog verder leven
Maar dit lijden blijft dan wel in heel je wezen
Hoewel Hij het leed kan verzachten
Ook al zijn ze eindeloos die lange nachten
Als je op Hem mag wachten
Dan is het eens voorbij
Maar het was wel een onnoemelijk rij
Die het leven werd benomen
Vijf en zeventig jaar nadien
Hebben we het wederom gezien
Hoe overal de macht tot uitspattingen
kan overgaan
De geestelijke puinhopen zijn ook groot
Nu in coronatijd wordt dit alles nog
eens uitvergroot
Wat een wonder als een mens uit dit
alles wordt gered
Dan sla je niet aan het feesten
Dat is voor de beesten
Maar dan ga je in diepe nederigheid
door het leven
Want Hij gaf het leven en neemt het
op Zijn tijd
Nog een gedeelte uit het Woord
1 Johannes 2
|