Duisternis
Wanneer de duisternis is ingetreden
Dan kijk je wel eens naar het verleden
En dat verleden heeft wel wat te vertellen
Het is was geen gespreid bedje
Het was er één met een diep gebogen knie
Waartoe is dat zo gekomen
Omdat je een wens had om dicht bij God
te wonen
Maar toen kwam wel het honen
Maar het verlangen is vervuld
Hoewel men niet moet denken
Dat een mens daar zomaar in
wordt verhoord
Want gooit men niet het ik en
de zonden overboord
Dan blijft dit alles onverhoord
Breed is de weg die naar het verderf leidt
En smal is de weg die tot zegen kan zijn
Maar men is lichtvaardig in het denken
En men denkt met uiterlijke vormen
Dit alles te kunnen verkrijgen
Dat wordt voor die en gene wel
een vreselijk hijgen
Want men kan zomaar verdrinken
Als men naar de eeuwigheid wil gaan
Waarin verdrinken?
Dit wordt vermeld in Zijn Woord
Dat prachtige Gouden koord
2 Korinthe 5 in het bijzonder vers 10
|