|
Geen
Er is weinig of geen
gezicht ergens op
Alles is ondergegaan
Door de waan van de dag
Er is weinig te beleven
We gaan door een dal
Er was veel heel veel geknal
En men stal
Een ander z’n eigendommen
Waar is het de mensheid nog
om begonnen
Heeft men het nu gewonnen
De jeugd zwaar ontspoort
Die misschien ook niets meer hoort
De verantwoordelijkheden
rolden zomaar naar beneden
Wat is beneden
Dat is de diepte van de hel
Geen kommer en kwel
Maar angstaanjagend voor menigeen
Waar nog heen
Men moet verantwoording afleggen
Men weet vaak niet wat men moet zeggen
Beschuldigingen daar wil men niet van horen
En dat is ook weer koren
Op de molen van die grote engerd
Die menigeen de afgrond in mee wil nemen
Maar men moet er niet naar luisteren
En eigenlijk niet gaan fluisteren
Maar op een gezonde manier spreken
of aanspreken
Er moet alleen nog voor het Hoogst Gezag
worden gebogen
Zodat wanneer Hij komt in een punt des tijds
Een mens wil of kan verhogen
Er is er maar Eén die regeert
Alle tijden zijn in Zijn hand
2 Petrus 3:8-18
|