Vuur
Wat een vuur
Het is in de samenleving guur
De één zegt dit en de ander dat
Niemand weet het ware
Maar wel zie je een grote schare
Een schare van goddeloosheid
Christus kwam in een wereld
verloren door schuld
Vuur en verdeeldheid zou Hij brengen
En wat een waarheid
De één staat tegen de ander op
Alles is verwoest
Niemand houdt zich nog koest
Men moet leren geduld te oefenen
Maar het geduld is verloren
Dat is koren voor de vorst der duisternis
We willen wat al lang is verwoest
zomaar weer doen herstellen
Velen zijn zich aan het kwellen
Het egoïsme zegt, ik de worst
en jij de vellen
God liefhebben en je naaste als jezelf
Dat is er niet meer
Daarom gaat men woest te keer
Soms netjes soms in rumoer
Soms aan een gesprekstafel
Niemand begrijpt het rechte nog
De duisternis houdt de mensheid gevangen
Veel mensen verlangen
Om nog een poosje te leven
Met de prik voelen ze zich veilig
Maar dat is natuurlijk ook niet waar
Misschien nog voor een paar jaar
En dan is het leven voor een oudere ook
afgelopen
Dat zie je dat men dit nu is aan het verkopen
Maar je hoort ze niet zeggen
Ik ben veilig in Jezus armen
Een God die keek met erbarmen
En Zijn Zoon schonk aan een wereld
verloren in schuld
Maar door de goddeloosheid is
alles in nevelen gehuld
De mensheid draagt op de schouders
een levensgrote schuld
Maar vertel het ze maar
Deze tijd is toch zonneklaar
De mens verlangt niet naar
een Kind in de kribbe
Maar naar veel vertier
Dat zie je nu met het corona gemier
De wereld vergaat door vuur en
daarom is het zo guur
Jeremia 52
|