|
Vertrek
Het vertrek van die buitenlander
Hij is er één als geen ander
Hij kwam kinderen verwennen
Maar wilde geen asiel
Want de veegpieten zaten hem op de hiel
Hij kwam liever wat brengen
Dan Nederland leeg te eten
Dat moeten we niet vergeten
Hij is dan toch wel een goede man
Die er op alle gebied wel wat van kan
Hoog bejaard en soms ook wel of niet
fijn besnaard
Waren alle mensen maar zo
Die zagen dat je een ander z’n
land niet moet bezetten
Dat is waar politici op moeten letten
Maar het thuisland willen verbeteren
We zijn geen luilekkerland
Naastenliefde zal hier z’n nek op breken
Want verwennerij is geen liefde
Men weet niet wat liefde is
Hier hebben we te maken met het
toppunt van egoïsme
Zowel de asielzoeker als de behandelaars
van het zoeken van een verblijf
Weet je wat er over blijft
Interne oorlogen
Hier en daar
Maar eigen volk is de sigaar
Dus die man die verdween
Die schoppen we niet tegen zijn scheenbeen
Want die was wijs
En natuurlijk hartstikke grijs
En wijsheid heeft met grijsheid te maken
Dat kost een land zoals wij wat minder knaken
En een streng beleid
Geeft veel blijheid
Voor iedereen
Want je thuis is in je vaderland
Dat zie je maar aan die man in z’n rode mantel
En z’n mijter op z’n hoofd
Dan wordt je verstand niet altijd gedoofd
Maar ga je door met allerlei blinden
Dan is je het ongeluk niet te overzien
Of denkt men dan misschien
Het zal wel loslopen
Dit kun je niet aan de echte
Nederlander verkopen
|
