|
Fundament
Zonder een fundament
kan een mens geen huis bouwen
En leeft men niet in een vast vertrouwen
Men leeft op zandgrond
En met de komst van veel regen
valt een huis zo in de afgrond
Wie is dan je redder?
Je ligt totaal verlaten in een diepte
Waar een mens zichzelf in kiepte
Omdat men leeft met een ingebeelde hoogmoed
Met van ik kan mezelf wel vertrouwen
Of op mijn medemens vertrouwen
Maar weet men niet dat niemand is te vertrouwen
Een mens kan zichzelf niet eens vertrouwen
Want door het egoïsme ligt zo de boosheid op de loer
En stort men zichzelf in een kolkende zee van zonde
Die iedereen sterk kan verwonden
Het vuur en verdeeldheid staat voor de deur
En men kan niet terecht bij de ware geopende Deur
We hebben dit gisteren weer in zijn totaliteit
moeten beleven
Het kabinet had bijna alles weer op moeten opgeven
Zo gebeuren deze zaken in het groot en klein
En daarna vindt men het ravijn
Mattheüs 5 vanaf vers 17
De vervulling der Wet en der profeten
|
