Arbeid
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vandaag de dag van de arbeid
Ja, toch wil ik hier iets over kwijt
Als je alleen je dagen slijt
Met de natuurlijke arbeid
Dan ben je al snel de weg kwijt
Welke weg dan?
De weg die leidt naar de vrede van de mens
Dat is de weg naar de eeuwigheid
Hebben of hadden mensen deze wens?
Ik denk het niet
Want met al die arbeid en ontspanning
kom je in een dal van verdriet
De mens mag wel ontspannen
Maar dan moet men eerst zijn geestelijke dorsvloer wannen
Anders blijft men als een slaaf door het leven gaan
Dat betekent nimmer een zon of een maan
Daarop volgen vreselijke gevolgen
Die nu wel aan het licht zijn gekomen
Misschien had de dader van gister ook wel mooie dromen
Maar door alle persoonlijke narigheid
En ook de crisis van deze tijd
Is daar een einde aan gekomen
En dan zie je dat zon iemand aan een vreselijk einde is gekomen
Waarin ook onschuldige mensen worden meegesleept
Onschuldig staat tussen haakjes
Want voor God zijn we helemaal niet onschuldig
En het was wel het uur waar de mens voor Zijn troon moest verschijnen
Op dat moment is er een scheiding tussen eeuwig leven en eeuwige dood
Maar als je in Hem geborgen bent
Dan zal de voet zich aan geen steen stoten
Hij zal de mens nimmermeer verstoten
Nu, mij heeft deze weg nimmer verdroten
Want al maak je het allerergste mee
Hij is er in elke Levenswee
Dat heb je een leven met een grote L
Je beleeft alles zoals gisteren zonder kommer en kwel
Je schrikt ook niet van zulke berichten
Want je hebt het al ondervonden
Dat de mensen niet goed zijn bevonden
Iedereen ligt in een verloren staat
Daarom gebeuren er zulke dingen op straat!
Hier kun je God weer niet de schuld van geven!
Want Hij is voor ieders ellende eens uit het graf verrezen!
Wie Hem aanroept in de nood
Voor die is Zijn gunst oneindig groot!
Voor mij is het bewijs geleverd
De dader was de wanhoop nabij
En had zo in mijn gedachten
Een haat tegen alles wat rijk is
Want het ging bij hem allemaal mis
Daar kun je ook de rijkdom de schuld niet van geven
We hebben allemaal onze verantwoordelijkheid in dit leven
Rijk of arm
We moeten allemaal dit leven verlaten
Waarom dan een vorstenhuis haten!
De rijkdom wordt ook een keer afgelegd
Want de mens gaat niet met alle rijkdommen in het graf!
Dus rijkdom is heel betrekkelijk
Maar in wanhoop ziet de mens niets meer
En dan gaat hij op een onverantwoorde wijze tekeer
Dit is nu al de zoveelste keer
Maar de mensen blijven hardnekkig in hun natuurlijk staat
Zo ontstaat steeds opnieuw die vreselijke haat!
En daarop volgt het grote kwaad!
Johannes 17
Psalm 34
|