| Totdat
 xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />  Totdat alle steden verwoest zijn De verlating in het midden van het land zal groot zijn Wie is deze? Die zulke oordelen uit heeft gesproken! En we zien nu toch zeker geen spoken Want alles is verwoest! En nog houdt men zich niet koest Het is de Hoge en Verhevene Allen hebben onreine lippen En onreine lippen kunnen de Koning niet eren Door de eigenzinnigheid en de steeds groter wordende zonden Kwam het onheil en alle afgronden Toen werd er een profeet gezonden Maar de harten waren dik Zij hoorde als niet horende En zagen als niets ziende Je kon ze met niets verblijden Zo ontstond een verwoesting die niet was te vermijden Zie de strengheid van mijn Koning en God Hij bepaald een ieder zn lot   Jesaja 6 Mattheüs  13:10-17   
 |