Een anemoon voor Davids grote Zoon
Kerstavond
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het is er één als zo velen
Verdrietig is het leven
Wat rondom het Kerstkind is geweven
Zij moesten voortgaan
Jozef en Maria
En het was een moeilijke nacht
Voor de moeder zowel als de vader
Maar het Kind, dat kwam in de kribbe
Gaf hun gelijk een Vader
Zij werden gewaarschuwd
En moesten later verder reizen
Maar eerst kwamen de herders en de wijzen
Die zochten de Morgenster
Die lag in kribbe teer en klein
Een lieve Koning te zijn
Zij knielde aan Zijn kribbe neer
Toen gingen zij weer
Zij hadden de Koning in al zijn glorie gezien
De herders zongen in het veld
Want hun was gegeven een kleine Held
Die zo wonderbaarlijk ter wereld kwam
Zijn naam is ook Wonderlijk
Raad, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredevorst
Hij had als kleine Koning al veel getorst
Bij Hem heeft niemand dorst
Wie dorst heeft die drinkt uit zijn schaal
Dat is het ware Kerstverhaal
Jesaja 9
|