Een takje met mooi lenteblad Een zonnige dag brengt op het gezicht van mensen weer een nieuwe lach...
Brand!!
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Overal brand
Letterlijk en figuurlijk
Staat de wereld in brand
Of is dit al te gênant
Om het zo te stellen
Velen zullen misschien hun hart kwellen
Vanwege al de onaangename rellen
Het leven is een kostbaar bezit
Maar we leven er mee of het geen ziel bezit
De inhoud van de mens
Wordt al bij de geboorte bepaald
De één heeft meer in zich
Dan weer een ander
Toch is het zo, je moet wel met elkaar aan de wandel
De sterke mensen horen de zwakken bij te staan
Want zo ontstaat het gekrakeel
En de inhoud van de mens vliegt de ander naar de keel
Het gaat niet om de macht maar om de kracht
Maar er wordt meer aan macht gedacht
We zien nu alle ellende over de wereld gaan
Heeft iemand het verkeerd gedaan?
Nee, zegt hij of zij
Ik heb mijn best gedaan
Om alles te lijden tot een vreedzaam bestaan
Maar uit alles blijkt
Dat de mens liever zijn tijd
Doelloos voorbij laat gaan
Omdat we in feite niet met het zwakke zijn begaan
Daar is moed en geduld voor nodig
Hoewel het is niet overbodig
Want vanuit de samenleving
Komt er een betere wereld op gang
Dat moet niet enkel van regeringsleiders worden verwacht
Wij moeten ons allen inzetten met onze meer of minder gegeven kracht
Zo komen we in rustige vaarwateren
Dan kan er ook wat speels water klateren
Maar werk en plichten gaan voor alles
De tijd moet gevuld zijn met het goede doel
Het doel dat we niet leven voor ik maar voor, wij!
Dan worden er misschien wat weer meer mensen blij
Dan pas ontstaat er een harmonieuze maatschappij
Heerschappij is wat anders dan een machtsmaatschappij
Heersen in liefde, zorg en geduld
Dat is wat aangenamer maakt
Dan wordt er hier en daar weer een hart opnieuw geraakt
Maar het kan alleen allemaal goed komen
Als Gods Geest in de mensheid kan wonen
En wij niet zitten op onze eigen gemaakte tronen
Want dan ontvangen we deze lonen
Die zich nu in de wereld van af en ondergang vertonen!
Romeinen 14
|