Ongevoeligheid
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Hoe ontdek je ongevoeligheid?
Als je merkt dat er niemand echt schreit!
Men roept wat ach en wee
Maar lijdt verder niet met die ander mee
Dan gebeuren er zulke ernstige dingen
Dat mensen zich in allerlei bochten wringen
Om maar niet meer verder aan dit leven te hoeven deelnemen
Zo ontstaat er ook moord en doodslag
Want de mens is bezeten van die donkere macht
Die geeft aan de verkeerde zinnen de kracht
Zo raakt een mens steeds meer aan lager wal
Men wordt innerlijk een kwal
Er zijn mensen die hier niet tegenin kunnen gaan
Die zijn wat zwakker in het gemoed
Dat is wat soms een ziel zo lijden doet
Het niet kunnen verwoorden van angsten en pijn
Dan zouden die mensen er niet meer willen zijn
Maar hier aan mag je geen gehoor geven
En toch gebeurt het vaak in het leven
Dan ben je in je levensboek uitgeschreven
En dan gaat een mens zich tot de ergste daad begeven
En dat is de daad om niet meer verder te hoeven leven
Waar zit nu de werkelijke schuld?
Het is de schuld van de egoïstische samenleving
Die in feite niets om niemand heeft gegeven
Het is hard om dit zo te beschrijven
Maar als je deze hardheid hebt ondervonden aan den lijve
En iedereen je in de kou laat staan
En misschien wel gedacht hadden zij gaat er wel aan
Dan hebben ze wel verkeerde pogingen gedaan
Want ben je een waar kind van God
Dan word je behoedt voor zulk een lot
Maar dat neemt niet weg dat het vreselijk is
Als een mens met een diep gemis tot deze daad gekomen is
En hiervan leg ik niet alleen de schuld bij zon mens neer
Ook al doet het voor omstanders zeer
Meestal hebben ze ook geen verweer
En als de hardheid in het hart is gevaren
Dan bespeel je niet meer de gevoelige snaren
Het is te hopen dat veel mensen ervan zullen leren
Dat het niet is het uiterlijke vertoon te vermeren!
Maar de liefde die nimmer meer vergaat!
En dat een ziel niet vol is van kwaad
Dat het innerlijk kan omslaan in een waanzinnige haat!
Want door de liefdeloze daad
Ontstaat er ook stil kwaad!
Marcus 3:20-30
|