Oh Gij!
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Oh Gij, mijn grote Koning
Waar ik ben gezeten in Uw woning
Waar de liefde wordt gesmaakt als zoete honing
Waar de tijd het laat zien
Hoe men Uw luister ongedaan heeft gemaakt
Uw glorie die daar van het Kruis ging stralen
Toen U het graf in ging dalen
Maar Uw gericht zou nimmer falen
U wist mensen uit de dood te halen
Zodat zij als levende exemplaren
Mogen verkondigen uw wonderbare verhalen
Zo wonderbaar in de praktijk
Uw Woord heeft altijd gelijk
En heb je dit Woord niet aan de dijk gezet
Dan is er een nieuw leven met dit Woord ingezet
Het leven van Uw leven
De dood van Uw dood
Zonder die vreselijke dood
Was er voor een mens geen leven op deze aardkloot!
Hoe hebben mensen U uitgelachen en bespot
Tot wie U een heilsboodschap bracht
Maar men heeft het van zichzelf verwacht
Ja, wie met de Zoon van de Vader spot
Die draagt een ondragelijk lot
Dan moet je overgaan tot zelfspot
Of misschien is er nu wel een emmer vol snot
Omdat men onschuldig bloed heeft verraden
Dan vergaan de dagen in helledagen
En zie je de toekomst niet meer dagen
Want U zou ook het lot van hen hebben gedragen
Als ze maar hadden willen buigen
En van Uw liefde wilde getuigen
Maar de Judassen zijn veel
Ook krijgen zulke hun deel!
Dit is het allerlaatste oordeel!
Dat is het oordeel waar niets meer aan te veranderen is
Ook al denkt men misschien dat het nog goed gaat komen
Dat zijn dan zo van die valse dromen
Men had toen men de Hand kreeg aangereikt
Gelijk de hand moeten toesteken
En zo is de Drie Enige God van die mensen geweken!
Geen Vaderhuis waar men nog troost in vindt!
Ja, dat komt er van als je niet wil worden als een kind!
Johannes 13
|