Thuis?xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wat voelen mensen zich thuis
Thuis tussen de velen
Thuis tussen hen die kwelen
En om niemand iets geven
Als zij maar kunnen leven
Ze zijn zo gedreven
Om hun leven in te delen
Zoals zij het zelf willen
Ook al is er iemand die hulp nodig heeft
Ze lachen en hebben een vibrerende stem
Ze praten ook wel over Hem
Hoe goed Hij wel voor hen zorgde
Ja, de verdoemde dat ben jij
Ze wensen jouw niet aan hun zij
Door pesterijen neem je een andere weg
En dan is het, kom op zeg!
Je bent mij toch niet vergeten!
Zo zit de mens nu in elkaar
Ze hebben hun eigen etiket
Op jou gezicht geplakt
En zo lijk jij wel zwart
Maar deze mensen hebben geen hart!
Ze leven als een stel koude beren
En kunnen eigenlijk in het leven alleen maar sneren
Ze roepen je vroom na
Dat het de dag van God is
Omdat je geen wegen meer met hun wil delen
Ben je thuis bij de Vader
Dan kom je ze niet meer nader
Want het aardse en het hemelleven verschillen
Je ziet de scherpe contrasten goed
En dat is slecht voor een hemelgemoed
Je staat aan de kant en je lacht
Want gaat men voort in eigen waan
Dan wordt dit nimmer nog ongedaan!
Zo zal menigeen straks staan
Als Hij komt als een Koning van het heelal
Een Koning waar geen plaats voor was
Die wel zieke mensen genas
Maar daar waren de gezonde niet mee in hun sas
Ze zagen Hem liever aan het gas
Hij geeft ze alleen lankmoedig tijd
Maar niemand verbeid zijn tijd
En dan is de tijd voorbij
En daar sta je dan geheel blij
Omdat niemand je nog kan treffen
Er gaat geen vreemde meer door je heen
Het is over met al dat vreselijke geween
Je tranen zijn voor eeuwig gedroogd
Op die dag heeft Hij je dan opnieuw verhoogd!
Dan zullen zij het allen zien!
Die je met minderwaardige blik voorbij gingen
En je liever in een moeras zagen verdrinken
Wat kan een werelds mens dom hinken
Het leven van en met God is verzinken en blinken
Blinken als een stralende zon
Toen dit alles begon!
Markus 11
|