|
Stokje en eicelxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ja, ik zit op een jong stokje
Maar dat jonge stokje
Heeft nog geen bevruchter
Ja, ik bekijk alles heel nuchter
En ben ook niet schuchter
Nu wordt ik zomaar van het stokje gehaald
Want de draagster van het stokje
Heeft in gedachten met haar lichaam gefaald
Ze heeft misschien wel een ziekte
Of wat het ook zijn mag
Nu ga ik na wat behandelingen vooraf
Niet naar het graf
Maar zij staat mij aan de vrieskast af
En later als zij een man of donor heeft
En misschien nog gezond leeft
Dan wordt ik terug geplaatst
En wat is mij nu overkomen
Daarvan had je toch niet durven dromen
Ik ben nog jong
En die andere eicellen zijn oud en dom
Die kunnen geen bevruchting meer aan
Nou mag ik dan zomaar met een vreemde
vrucht van een man samen gaan
Want heeft het stokje geen man gevonden
En men wil toch een bevruchting tot stand brengen
Dan gaan we naar een andere vrieskast
En daar zitten dan wat donorcellen
Om met een eicel samen te versmelten
En zo hebben al die mannen of vrouwen
Weer een kind voor elkaar
Het is toch raar nietwaar
Een kind wat zonder enige liefde wordt verwekt
Dat is een kind dat geen toekomst heeft
Oh, hebben die andere eicellen enzovoort dat dan wel!
Nee, maar die leven later niet met die kommer en kwel
Dat je soms niet eens meer zou kunnen weten
Hoe je vader en moeder heten
En ik zou zo graag willen weten
Uit welk gezin ik ben gekomen
Maar ja in de massa van al die bevroren zaken
Sta je daar vreselijk te rillen van de kou
En ik zou wel willen dat ik een dikke jas had voor die kou
Maar de mensen spelden je van alles op je mouw
En dan begint in mijn wat gevorderde leven het gemiauw
Ik zou wel een stamboom willen zien
Maar daar aan hoef je dan niet te beginnen
Want het blijft allemaal in het duister tasten
Mijn vader mag niet worden vermeld
En mijn moeder heeft als alleenstaande geen geld
En zo ben ik in de kou geboren
En heb twee ongelukkige ogen en oren
En mij is een vreselijk hellelot beschoren
Ja, waar moet ik nog in geloven
Van God en de duivel is niet gesproken
Ik ga door het leven en zie overal spoken
En dat die duivel daarvoor heeft gezorgd
Dat wordt mij niet verteld
De wetenschap verdient hiermee nu zijn geld
En het is allemaal toch voorspeld
De mens wil als God zijn
Dan vindt deze het leven fijn
Maar men heeft alles nog niet goed onderzocht
Er staat wel heel veel op de tocht
Nou, dat vind ik te zacht uigedrukt
De mens uit de vrieskast is opgerukt!
En dan is de wetenschap verrukt
Maar zo is er een menselijke wereld stuk
Want God heeft dit zo niet gewild
Ja, als normaal geboren eicel
Sta je hier wel van versteld
Hoe dit oprukt en is versneld!
Ja, hoe meer geld hoe gekker men wordt
En zo hebben dan tot nu toe bepaalde eicellen
Een onzalig lot!
En de rest is nog een wetenschappelijk complot!
|
