Gedenkenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De elfde van de negende
Nu tien jaar geleden
Het was een moment dat je het begreep
Wat begreep je dan?
In de nacht kreeg ik een gezicht
Er kwam een rouwkaart in voor
Je denkt waarover gaat de rouw
En in de loop van de middag
Zag je de grote brand uit een gebouw
Je keek even nieuws
Je kijkt vol ongeloof
Maar je bent niet doof
Je hoort sirenes en het was allemaal heet van de naald
Ja, de torens zijn onderuit gehaald
Een vreselijk hels gebeuren
Het doet je hart verscheuren
Als je al die mensen hoort roepen
En mensen ziet die naar beneden springen
Wat een angst moet het zijn geweest
Dat was het werk van een groot beest
Een beest dat niets wilde ontzien
Dat was het leed wat over de hele wereld kwam
Tegelijkertijd worden deze dingen door God gebruikt
Om de mensen tot andere gedachten te roepen
Maar het hielp niets al dat roepen
En nu blijven we maar gedenken
Zou het de wereld nog enige verandering schenken?
Ik denk het van niet!
De mens gaat door met alles en nog wat
Men gaat ook nog prat
Dat er weer van die grote torens verrijzen
Ja, niemand begrijpt hierover het afgrijzen
Dit is geen verwerken van een verdriet
Dit is wat waarin de mens nu tekort schiet
God wist het al dat het ging gebeuren
Hij kijkt echt in ieders hart
Maar waar is nu de echte smart
De smart of rouw over de zonde
Die de wereld bedekt met duizend één wonde
Men gaat onbeschaamd door
De wereld is een boze wereld hoor
Vandaag wordt het gedenken zonder God
De mens trekt zn eigen lot
Het lot van een totaal verloren geest
Men draagt over de gehele wereld het teken van het
Beest
En zo viert de wereld dan zijn feest!
Of er nu wel of niet veel mensen de dood hebben gevonden
Men heeft gerouwd
Maar daarna gaat men met de wereld heel vertrouwd
Aan een nieuw leven beginnen
Ja, dan zullen zij nog meer ellende ondervinden
Ellende van oorlogen enzovoort
Want men heeft de ware stem van God niet gehoord!
Daarom heeft gedenken geen zin
Want God is of staat er buiten en nergens in
Arme verloren wereld
Rijk aan geld en gebouwen
Maar wie niet op God wil vertrouwen
Die verliest al het geld en ook nog gebouwen
Totaal leeg of arm van geest
Om de wereld maalt men het meest!
Maar niet om het eeuwig huis
En zo komt de wereld nimmer thuis!
De eer van God was en
is geheel op zn retour
Dat kwam ooit door ene grote hoer!
De hoer op het scharlaken rood kleed
Openbaring 18
|