Keizerlijk Meise Sib, de orde van de autochtone Meisenaars, verzamelt alles over het historische Meise
20-06-2012
307 Huygens
307 Oorlogsdagboek Petrus Huygens VII
dinsdag 28 mei Om 6.30 uur opgestaan. Om 7 uur gegeten. Een uur hard geregend. België heeft zich overgegeven. Om 10 uur kregen we de eerste soldaten te zien. Alles werd in gereedheid gebracht om naar huis te rijden. Die nacht met 30 man bij elkaar geslapen. Om 12 uur vertrokken naar Gent. Als we enkele kilometers buiten de stad waren, trokken de Duitse troepen naar Brugge. Onderweg zagen wij een tiental dode paarden liggen waar grote stukken uitgesneden waren. Een prachtig dier stond stervend naast de baan, waar velen medelijdend naar keken. In de borst getroffen door een schrapnel. Andere paarden liepen los door de velden. Rijen kanonnnen stonden eenzaam en verlaten langs de weg. Geweren lagen op hopen gegooid en kogels vond men overal. Gasmaskers, ransels, helmen lagen met duizenden langs de weg. Auto s die in gracht gekanteld waren. Radios, gamellen, velo s ...Alles lag dooreengegooid zo ver het oog reikte. Velen droegen mee wat ze dragen konden. Twee maal stonden wij voor gesprongen bruggen. Over de derde kon men over met een bootje, waar langs weerskanten balken waren opgelegd. Met honderden stond men te wachten. Men stootte en drong om er het eerst over te zijn. Met 30 vertrokken en in Gent nog met 14 bijeen, 16 verloren onderweg. Men had er zich eenvoudig op banen te plaatsen. Men werd voortgeduwd door de menigte. De Belgische soldaten hadden geen wapens meer bij en liepen vrij langs de banen met de vluchtelingen mee. Alle fietsen werden hun door de Duitsers afgenomen. De fiets van Leo De Smedt werd ook afgenomen. 2 uur moeten terugrijden voor een gesprongen brug. Op enkele kilometers voor Gent mochten wij niet meer door. Juist voor de boerderij, waar we in een schuur mochten slapen, lag een uitgebrande boot. Men moest er geweldig gevochten hebben tussen Ursele, Knesselaere en Beernem.
zaterdag 25 mei De ganse nacht horen schieten. Om 9 uur vertrokken naar Brugge. Aan het belfort ontmoetten we andere mensen uit Meise die er in een klooster verbleven. We mochten daar ook blijven. s Middags kregen we soep en aardappelen. Guido Gezelle verbleef hier van 1860 tot 1865. Hij was hier onderrector en gaf Engelse les. Dit was in het St.- Leogesticht.
zondag 26 mei In de klassen op stro geslapen. Om 6 uur opgestaan. Om 7 uur naar de mis geweest. Daarna in de stad geweest tot 11.30 u. De Duitsers zaten op 17 km van hier. Om 12 uur kregen we soep en aardappelen. In de namiddag moesten wij binnen blijven. Met de kaarten gespeeld. Om 21 uur gaan slapen. 140 vluchtelingen bijgekomen.
maandag 27 mei Om 6.30 u. opgestaan. Om 9 uur 16 Duitse vliegtuigen over de stad. Een kwartier later kwamen er drie terug welke bommen uitgooiden. Met akelig gefluit vielen ze naar beneden, gevolgd door geweldige ontploffingen. De kop van een obus op een afdak gevallen, waar we enkele meters afstonden. De splinters vlogen van het dak. Een half brood mogen gaan halen op de markt. Tegen de avond kwamen er zoveel vliegtuigen over, waar veel naar geschoten werd.
donderdag 23 mei Om 6 uur vertrokken met bestemming Meise. Enkele kilometers voor Kortrijk hoorden wij vertellen dat de Duitsers reeds langs de Leie lagen en volop aan het vechten waren. Langs daar zou men er niet door kunnen. Terwijl we daar stonden hoorden wij twee bruggen de lucht invliegen. We draaiden het stuur vlug om en wilden langs Gent naar huis. Onderweg vertelde men dat het langs Gent ook niet ging. We reden naar Ingelmunster en van daar naar Brugge. We volgden de vaart Brugge Gent tot in Sint Joris ten Distel, waar we bleven om te overnachten. Om 18.30 u. werd er geweldig naar Duitse vliegtuigen geschoten met lichtkogels. Tot 19 u. hing de lucht vol kanongebulder en vuur. Gedurig cirkelden er andere vliegtuigen rond. Velen waren bang om te gaan slapen en de valiezen werden op de fietsen gebonden, voor in het geval dat wij het er te warm zouden krijgen.
vrijdag 24 mei De ganse nacht zonder ophouden de kanonnen horen schieten. Om 8 uur opgestaan. Twee mannen wilden naar Gent om te gaan zien of we daar door mochten, doch halfweg moesten ze terugkeren door gesprongen bruggen. Over de derde mochten ze nog over, maar ze moesten zich haasten, want men bracht ze in gereedheid om ze ook te doen springen. In de namiddag zagen we een hele rij bommen uit de vliegtuigen vallen, op een kilometer afstand. Ze waren in een groot park gevallen. Enkele minuten later hing de lucht vol rook. Tegen de avond kwamen er weer een tiental over. De ene na de andere dook en mitrailleerde er duchtig op los. De lucht daverde van het vliegtuiggeronk en het schieten. Een uur later kwamen er weggelopen soldaten voorbij, welke zoveel mogelijk weggegooid hadden en de benen genomen hadden.
woensdag 22 mei Om 7 u. vertrokken naar de bareel. Er stonden er reeds honderden te wachten. Dikke rookwolken hingen over Duinkerken, dat die nacht gebombardeerd was. Tot 9.30 u. stonden wij te wachten. Niemand mocht door. Grens voor drie dagen gesloten. Terug naar de boerderij. Met enkelen naar zee geweest. Kustwachters gezien op het strand. Om 15 uur trein toegekomen met Belgische soldaten uit Frankrijk. De soldaten deelden sigaretten en chocolade uit, welke ze gestolen hadden van een Engelse trein, die gebombardeerd was en enkele wagons van blijven staan waren. Ze vertelden dat ze in Frankrijk met geld in hun handen nog geen eten konden krijgen. Men durfde er voor een glas water 0,75 fr. tellen. We kregen nieuws, dat degenen die konden, zich huiswaarts moesten begeven. We vertrokken om 16 uur met de volgende 18 man : Brouwers Emile, Dierickx Lodewijk,De Smedt Leon, Leemans Raymond, Blommaert Leon, De Cuyper Jozef, De Vadder Raymond, Versaen Jan, Silverans Marcel, Van der Veken Raymond, Van der Veken Michel, Van der Veken Lodewijk, Van der Veken Petrus, Van der Veken Julien, Huygens Petrus en Jacobs Edward uit Erps Kwerps, Van Hamme Gilbert uit Kortenberg en Van Cutsem Gilbert uit Kortenberg. We geraakten die avond tot in Zarren, waar we bleven overnachten.
maandag 20 mei s Morgens om 4.30 u. door Belgische soldaten wakker gemaakt. We moesten direct ons pakken maken en vertrekken. Aan treuzelen viel niet te denken want ze stonden met de paarden reeds naast ons, voor we goed wakker waren. We wasten ons in de vijver en vertrokken. Men had er ons liever een maand, dan de soldaten één dag. We dachten naar Ieper te gaan, doch in Menen ontmoetten wij mannen van Meise, die in een leegstaand huis sliepen. We mochten bij hen blijven. Nog nooit zoveel auto s gezien. Men sprak dat Menen die nacht ging gebombardeerd worden. De nacht doorgebracht op de planché, in een deken gerold. Planken zijn juist geen pluimen, zodus maar weinig geslapen.
dinsdag 21 mei Om 5.30 u. vertrokken. Men meldde dat de Duitsers dichtbij waren. We reden door Roeselare, Diksmuide, Veurne, waar we bijna niets dan koeien zagen en De Panne. Tegen de middag bemerkten wij Adinkerke, hetwelk op het laatste hoekje van de grens ligt. Ditmaal zou men Frankrijk in mogen. Op een lange rij, zo breed als de straat, schoof het volk naar de grens. Na een kwartier van langzaam aanschuiven werd plots de bareel gesloten en mocht niemand meer door. Het volk begon het beu te worden en velen spraken van onmiddellijk naar huis terug te keren. We bleven eten op 20 meter van de grens. Daarna trokken we weer de duinen in, om een weinig te rusten. Gedrieën gingen wij naar de zee, welke we vanop de berg zagen liggen, doch waarvoor we een uur nodig hadden, om ze te bereiken. Als we terug kwamen had men een slaapplaats gevonden bij een boer. Onder de pannen geslapen waar we het heel koud hadden. De ganse nacht zonder ophouden horen schieten.
vrijdag 17 mei Vroeg vertrokken om over de grens te geraken. Uit alle wegen stroomde het volk Menen in. Men kon er op de koppen de ganse stad rond wandelen. Aan de grens was alles gesloten. Niemand mocht Halewijn binnen. Met veel dringen en stoten geraakten wij uit de menigte. Terug naar de boer in Wevelgem gegaan.
zaterdag 18 mei s Morgens terug naar Menen geweest. Grens terug gesloten. Naar Ieper gestuurd. Geen twee minuten aan t rijden of alles moest van de grote baan, voor troepen die er moesten passeren. Naar Kortrijk willen rijden? Nauwelijks in Wevelgem of terug van de baan gejaagd. Door weiden, beken en velden terug bij die boer geraakt.
zondag 19 mei Grens terug gesloten. We mochten nog niet op de grote baan komen. Nacht doorgebracht met kaarten en vertellen. In volle seizoen werkten er bij die boer 500 mannen in het vlas. In de namiddag bij Gaston Rebry geweest. Nog geen enkele maal moeten sukkelen voor brood of andere eetwaren.
woensdag 13 mei 1940 Alle jonge mannen moesten de gemeente zo spoedig mogelijk en op eigen middelen verlaten en zich in de richting van Roeselare begeven. Het gold voor de mannen van 16 tot 35 jaar. Eten moest men meenemen voor 48 uur. Om 13 u. vertrokken uit Meise met een twintigtal kameraden, per fiets. We reden over Aalst tot tegen Oudenaarde, waar we bleven overnachten. De brug in Aalst was gebombardeerd, maar niet geraakt. De huizen errond waren duchtig door elkaar geschud en hadden hun ruiten en pannen de straat opgegooid. Op de wegen stroomden de vluchtelingen in eindeloze rijen in de richting van Roeselare of Kortrijk. We reden voorbij zwaar geladen karren en volgepropte auto s. We moesten door stofferige wegen. In de dorpen stonden de mensen ons hoofdschuddend na te staren. De eerste nacht weinig geslapen, daar de koeien de ganse nacht hun kettingen rammelden. Om ? uur in de morgen kraaide een haan, welke juist boven ons hoofd zat, ons wakker. Men hoorde stro kraken en sakkeren en mopperen, maar mijnheer stoorde er zich niet aan en koekeloerde er gedurig op los.
donderdag 16 mei s Morgens om 7 u. vertrokken naar Roeselare. Er waren reeds vele vluchtelingen op de baan. In Roeselare stond op een bord geschreven dat wij ons naar Kortrijk moesten begeven. In Kortrijk stond weer een bord. Al diegenen die werk verlangden moesten naar Parijs. We stonden besluiteloos. Sommigen spraken van terug naar huis te keren, doch in het stadhuis deelde men mede, dat het verplicht was naar Frankrijk te gaan. Ze stuurden ons naar Halewijn, hetwelk achter Menen lag. Met duizenden stroomden de vluchtelingen Kortrijk uit naar Halewijn. We reden tot s avonds door tot in Wevelgem hetwelk 5 minuten van Menen en 10 minuten van Halewijn ligt. Het vliegplein van Wevelgem was geweldig gebombardeerd. Er lagen twee uitgebrande vliegtuigen op. De huizen errond waren over t algemeen zwaar beschadigd. Sommige lagen gelijk met de grond. Ruiten zag men nergens meer in staan. We bleven er overnachten bij een grote boer in de koestal, waar we warm lagen.
Voor de fuzie hield de toenmalige C.V.P. o.l.v. voorzitter Willy Van den Berghe een zeeweekend. Daar moesten de violen gestemd worden met het oog op de fuzie van 1976. Tijdens de stemming over het fuzeren, waren er twee opties : met Grimbergen of Wolvertem. Drie aanwezigen stemden voor Grimbergen : Jos Chabert, Guido Erard en ik. De anderen, onder impuls van Jef Claes (verslaggever Het Volk) verkozen de geschiedkundig onnatuurlijke fuzie met Wolvertem, omdat die garant zou staan tegen de oprukkende verstedelijking. Oppem, een deel van de gemeente Brussegem werd uiteindelijk mee opgenomen. Toen de naam van de nieuwe gemeente Meise werd, stond Wolvertem op stelten. Zij eisten de naam op, omdat de naam van het vredegerecht Wolvertem was? Maar hun onwetendheid i.v.m. de geschiedenis weerhield hun van de kennis dat Meise tot 1132 de moederparochie was van de hele streek met Grimbergen, Strombeek, Nieuwenrode. Bovendien blijkt uit Het parochiewezen van Brabant dat de parochie Meise niets te maken heeft met de parochies rond Wolvertem! Meise hoorde na 1132 bij de abdij van Grimbergen. Wolvertem ressorteerde onder Affligem. Baron dHoogvorst was burgemeester van Meise, Wolvertem en Nieuwenrode van Door de commotie werd een volksraadpleging georganiseerd, hoofdzakelijk om de gmoederen te bedaren! Hierin werd de naam Meise-Wolvertem als compromis voorgesteld. De plaatselijke drukker en het schoolhoofd van de gemeentelijke jongensschool verspreidden een pamflet tegen die enquête. Maar niets baatte. De naam Meise werd terecht behouden als naam van de nieuwe gemeente, tot grote ergernis van enkele potentaten, die zelfs geen autochtone Wolvertemenaars zijn, en die nog steeds tweedracht proberen te zaaien. Dit gaat zover, dat de plaatselijke politieke partijen, onder druk van de zogezegde publieke opinie een reeks varianten voor de naam van hun partij blijven hanteren : Meise-Wolvertem (en de andere 6?), Meise-Wolvertem-Oppem (en de andere vijf parochies blijven in de kou staan?) We zullen een inburgeringscursus moeten organiseren voor aantredende en zetelende politiekers van alle partijen. Want hun kennis van hun gemeente reikt niet ver! Dat bleek tijdens een enquête die ik afnam met de AVC-computer tijdens de eerste wereldcultuurbeurs in Wolvertem. De oplossing van het probleem is : promoot de 8 parochies, een van de meerwaarden van onze keizerlijke gemeente Meise! De mensen zijn en geboren getogen onder hun kerktoren! Meise heeft daarin dus twee betekenissen : gemeente en parochie. Naar het voorbeeld van Natuurpunt zouden de parochienamen cursief moeten geschreven worden. Dan zien we duidelijk waarover het gaat! Daar kraait geen haan over!
Op mijn 59ste verjaardag verloor ik een van mijn beste vrienden. Ik leerde Jos beter kennen tijdens de werkzaamheden voor het omvormen van het podium van het Willy Van den Berghecentrum tot het Spinet in het kader van toneelkring Kris Kras. Samen met Louis Dierickx, mijn broer Piet en andere Kris Krassers hebben wij de sportzaal afgesloten van het podium met cyproc platen. De Jos en ik werden belast met het afhalen van zetels van een failliete cinemazaal in Antwerpen. Onderweg is een spontane vriendschap ontstaan.
Toen zijn vrouw Alice nog leefde ging ik regelmatig langs op de boerderij (nu winkel voor dierenvoeding). Achter het houtstoofje beleefde ik daar de sfeer van vroeger op onze boerderij Boechtstraat 21 (de Rozenboom).
Toen Up with people de eerste keer te gast was in Meise trokken de Jos en ik naar Esch sur Sûre (Luxemburg). De reden was dat een Luxemburgse T.V.-zender het optreden van de wereldvermaarde groep uitzond en dat wij dat niet konden ontvangen in Meise. Ik beloofde onze logés van Up with people een copie van hun optreden. Maar daarom moesten wij tot ginder. De plaatselijke dorpsonderwijzer had een video en nam de show voor ons op. Wij logeerden toen in een appartement van Joséke, de dochter van de vrienden van Jos. Bij zijn overhaast vertrek was de Jos vergeten verse kousen aan te trekken. Hij vreesde dat deze kousen op de stoel voor zijn bed enige reukhinder zou opleveren. Wij sliepen in dezelfde kamer. Daarom kieperde hij zijn kousen in de papierbak voor de hele nacht.
De Jos was daar zowat vriend aan huis bij al die stijve Luxemburgers. Want die mannen en vrouwen ontdooien is geen lachertje. Anna en Frank en hun kinderen, die een groot stuk van het toerisme in die streek beheren, waren ons vertrekpunt. De Jos had daar zijn eigen kamer, waar zijn pantoffels onder het bed stonden. Hij ging daar prat op. Maar bij ons volgend bezoek legde Anna de Jos voor de gelegenheid op de mansarde (een kamer waar de buitenmuur bestond uit de natuurlijke rotsen). Ik kreeg zijn kamer en voelde mij er onmiddellijk thuis. Toen werd ik s avonds in het Hotel de la Gare ingelijfd als ingezetene van Esch. Ik werd daar prompt aan de "stamtisch", een ronde tafel naast de toog, geïnstalleerd en kreeg een rondje van al de aanwezigen. De lokale drank is de Quetsch (jenever 50 graden) van kleine blauwe pruimpjes. s Anderendaags gingen wij de afvaart doen van de Moezel. De hele voormiddag had ik een eigenaardig gevoel. De lucht en de bodem schommelden zoals het water in de zee. Dat werd echter deels gecompenseerd door de deining van het schip. Maar toen s middags het gastronomisch maal geserveerd werd op het dek, was alles bij toverslag over. De organisatie van de tocht was in handen van de tuindersclub waar Frank voorzitter van was. En wij werden lid gemaakt van deze vereniging.
Een tweede erevoorzitter van de fanfare De Verenigde Broeders overleed op 24 juni. Hij was 83 jaar. Hij was tevens lid van de koninklijke fanfare De Vrije Vrienden uit Wolvertem. Velen zullen zich Raymond herinneren als de joviale beenhouwer in de Boechtstraat, schoonzoon van Michel Van der Veken, één van de markante figuren uit de Cuyperstraat (nu Boechtstraat). Zijn dochter Marie Elise baatte tot voor kort nog een delicatessenzaak uit met vooral kaas in de vroegere beenhouwerij. Zij stopte de zaak om zich volledig te kunnen wijden aan de verzorging van haar zieke vader.
Raymond kwam uit een gezin van acht, authentieke Meisenaars, en groeide op in een klein boerderijtje op de hoek van de haagweg (kleine weg tussen de Nieuwelaan en het Willy Van den Berghecentrum. Zijn vader was ook een gekende en pittoreske figuur uit het oude Meise, maar wie hierover meer wenst te weten kan de brochure hierover lezen van de hand van ex. gemeenteraadslid Piet De Cuyper.(Jef L DC)
Op 6 juni 1998 overleed Jean Van Dievoet in de Sint-Jozefkliniek in Vilvoorde op de gezegende leeftijd van 89 jaar. Hij beloofde de vijf laatste jaren nochtans ,tijdens het teerfeest van de Koninklijke Maatschappij de Gewezen Soldaten 1903 ,erbij te zullen zijn in 2003, als deze vereniging , waarvan hij de erevoorzitter was haar 100-jarig bestaan zou vieren. Van iemand zoals Jean Van Dievoet kun je geen afscheid nemen op traditionele wijze. Daarom volgt hier de strofe van het stamlied die aan hem gewijd is en die op een beknopte wijze samenvat wie en hoe Jean was (het wordt gezongen op de tonen van Achter de kazerne :
En de Jean Van Dievoet, die schiet er niet naast. Met pijl en boog gewapend, staat hij nog steeds paraat Hij is er al jaren bij, met mop en grap dikke sigaar En vrolijk klinkt zijn lied : de vrienden treuren niet !
Zijn familie en vrienden, en zijn vrienden boogschutters uit het hele land, missen hem, maar zullen niet treuren. Zij gedenken hem met bloemen die hij als botanicus koesterde. En via zijn moppen, waarvan wij een video-opname maakten en het interview over de stamenees van Meise, dat wij opnamen op geluidscassette, zullen wij hem steeds onder ons kunnen terugbrengen zoals hij was : vrolijk en ten volle van het leven genietend ! (Jef L DC)
Henricus(Hendrik)Van Dievoet was burgemeester van Meise van 1891 to 1904, boomkweker en bloemist; in de Eerste Wereldoorlog werd hij als gijzelaar door de Duitsers gefusilleerd.
Hij heeft zijn naam aan de Van Dievoetlaan in Meise gegeven.
Hij heeft ook zijn naam gegeven aan een soort appel "President van Dievoet": Malus domestica "Président van Dievoet" (syn. "Cabarette", "President van Dyvoet") is een oud appelras met grote, platte, groene vruchten. Afkomstig uit Noord-Frankrijk, bijzonder geschikt voor biologische teelt op sterkere onderstammen en gemakkelijk te bewaren tot einde mei. De vrij grote appel is geschikt voor verse consumptie, keukengebruik en voor verwerking tot sap, cider of appelmoes.