De vocalls zijn van Ronnie James Dio. Ik was nog zo jong toen dit nummer een hit was. Weg was ik ervan. Jaren later werd ik één van de grootste fans van Dio. Wist ik veel dat het één en dezelfde zanger was. Of toch...?
De auto ... Het is een verspillend en nutteloos gerief. Tenminste als je voor je werk geen lange afstanden moet afleggen. We zijn het zo gewoon, onze koets op vier wielen. Even naar de bakker om de hoek? We nemen de auto snel. En altijd hebben we een "geldig" excuus. Ik ben moe, het ziet er naar uit dat het gaat regenen, veel wind ... Ik ken dat. Ik was ook zo. Sterker nog, ik besefte dit al enkele jaren en toch vond ik de moed of gewoon de 'goesting' niet om er iets aan te veranderen. Het ding slokt het grootste deel van ons budget op, gewoon om ermee langs de kerktoren te crossen. Ik had dan ook een veel groter excuus dan ieder ander: CVS... Toegegeven, ik kan geen twee kilometer met de fiets rijden zonder uitgeput neer te vallen. De rest van de dag ben ik niets meer waard. Daarna is het letterlijk platte rust. De bus is een goed alternatief voor grotere afstanden, maar die stopt niet vlak voor de deur, dus noodgedwongen kom ik weer bij die verdomde fiets terecht. Ik zocht naar een tussenoplossing en die heb ik gevonden: een minibrommertje. Vroeger in mijn jonge jaren, reed ik op een Honda px. Daar heb ik doodgraag mee rond gereden tot ik het in de prak reed. Per Totale. Het was niet mijn schuld maar desalniettemin betekende dit het einde van een tijdperk. Dus ik grijp terug naar mijn vroegere o zo beminde vervoersmiddel. Nu wil het toeval dat een vriendin haar brommertje verkocht. Dus nu ben ik gemotoriseerd. Ik moet mijn geliefde nog bewijzen dat we best zonder kunnen. Onze financiën laten het immers niet meer toe om nog langer een auto te onderhouden zolang we zonder werk zitten. Als die periode ten einde is, maakt het me niet uit als we een klein, zuinig en milieuvriendelijk autootje kopen, als het echt noodzakelijk is. Als één van ons een eind moet rijden voor het werk bijvoorbeeld. Deze week heb ik alle boodschappen vervoerd op mijn kleine Fox. Tien kilo hondenbrokken: no problemo met een goede snelbinder. De boodschappen voor een weekend: eerlijk gezegd was dat handiger met de brommer dan met de auto. De auto moet je ergens op de parking parkeren, alles in de kar laden en meestal heb je meer bij dan je had voorzien, alles in je auto laden en dan merk je pas dat je de boodschappentas bent vergeten, dus thuis kan je alles nog eens overladen om daarna terug uit te laden en in de kast te zetten. Doodmoe was ik iedere keer bij aankomst. Vanmiddag met het brommertje: een sterke rugzak mee, de winkel is vlakbij (ik denk dat ik er zelfs sneller was dan met de auto) het brommertje parkeer ik vlak voor de deur, aan de kassa stak ik alles meteen in mijn rugzak. Thuisgekomen hoef ik alleen de rugzak af te zwieren en het pak melk onder mijn snelbinder vandaan te halen, uitpakken en ik was nog zo fris als een hoentje. Daarna heb ik nog de strijk en de afwas gedaan! Ik ben verkocht!!!! En als het regent? Wel dames en heren, er bestaan regenpakken. Niet erg elegant, maar hé ... ik ben al lang van de straat.
Mijn ongewone oplossing om de kippen op hun eigen erf te houden helpt gedeeltelijk. Ons Tjiepke, die we versleten als de domste van de hoop, heeft een nieuwe weg buiten haar gevangenis gevonden. Af en toe brengt ze een paar zusjes mee. Maar zij blijven rond het huis scharrelen, dus de patatten van de buren zijn nog veilig. Maar er heeft zich wel een nieuw en onvoorzien gevolg voorgedaan. Polleke, de opperhaan en koning aller hanen, is van zijn troon gestoten door zijn zoon. Nu hun territorium aanzienlijk verkleind is, heeft er een staatsgreep plaatsgevonden in ons tuintje. Triest maar waar. Enkele dagen geleden kwam ik thuis en alle drie de hanen hun kam leek vol modder te hangen. Ik dacht nog, waar hebben die ingezeten? Maar de volgende ochtend begon het me te dagen: dat is geen modder, maar gestolten bloed. Aangezien ons Polleke blijkbaar de minste verwondingen had, ging ik er vanuit dat hij nog altijd standvastig op zijn troon zat. Maar vanmorgen zag ik onze witte (die noem ik zo omdat hij één witte pluim in zijn staart heeft steken) op zijn eentje door het weiland slenteren. Hij is er per ongeluk terecht gekomen denk ik want hij leek een beetje verloren. Ik liep naar buiten en riep hem en gaf de kippen maar hun dagelijkse portie graan. Polleke en onze witte werden zonder pardon weggejaagd door de nieuwe heerser: Brutus Nu begrijp ik dat Polleke waarschijnlijk al snel het onderspit heeft gedolven en daardoor minder verwondingen had. Want onze nieuwe farao zijn kam ziet bijna zwart van zijn opgelopen littekens en hij draagt ze met trots. En de kippen? Die liggen er volgens mij niet echt wakker van, wie hun leider is.
Vanmiddag besloot ik om te profiteren van het mooie herfstzonnetje. Ik deed mijn stevige wandelschoenen aan en riep de honden. Zij kwamen vrolijk keffend aangestormd. Onze tien maanden oude Amstaff pup springt wild op en neer. De tienjarige pit bullreu staat grijnzend te janken als een pup aan de acthterdeur. Ik doe hun riem om en open de deur. Ze buitelen over elkaar naar buiten en keffen om ter luidst. Je zou denken dat ik met een roedel schoothondjes op pad ga. Ik open de autodeur, want ik had zin om onze wandelgrenzen eens te verleggen. Ze kijken me eerst een beetje verbaasd aan, want zo dikwijls gaan we niet op "verplaatsing". Maar ze springen al snel heel enthousiast op de achterbank. Als ik achter het stuur kruip, springt onze bejaarde pit naast me op de passagiersstoel. Hij vind dat hij anciënniteit verdient op basis van zijn rijpere leeftijd. Ik laat hem maar in de waan. Als het hem maar gelukkig maakt. Opgewonden jankend kijkt hij naar het voorbijflitsend landschap, terwijl onze pup zich verwachtingsvol op de achterbank heeft genesteld. Tien minuten later zijn we op de plaats van onze bestemming aangekomen. We gaan een wandelingetje maken langs een wandelpad van Natuurpunt. Ik geef toe, eigenlijk mag je je honden niet los laten lopen. Maar mijn honden blijven netjes op het wandelpad. Ze mogen het wild niet opjagen, wat ze dus ook niet doen. En als ik andere wandelaars tegenkom, lijn ik ze netjes aan. Het was een fijne wandeling. Prachtig weer, helder zonnetje en een beetje wind. Weinig wandelaars maar degene die ik tegenkwam waren heel vriendelijk en maakten zelfs een praatje. Een visser van allochtone afkomst liet me duidelijk verstaan dat hij mijn "Amstaffs" heel mooi vond. Na een uurtje waren we bijna terug aan de auto die ik op een parkeerplaats aan de weg had gezet. De honden waren aangelijnd, we bleven nog even kijken naar een eekhoorntje dat razendsnel in een boom vluchtte. Kortom, het was het perfecte einde van een mooie zondagmuiddag. Tot ik een auto met Nederlandse nummerplaat tegenkwam. Wij bevinden ons in het grensgebied Mol Rauw. Daar komen veel Nederlanders hun vrije zondagnamiddag doorbrengen. Niets abnormaals dus. De bestuurder draait zijn raampje open en begint luid tegen me te roepen dat die vreselijke honden hier verboden zijn! In Nederland zijn ze verboden of moeten ze gemuilkorfd worden. Maar voor zover ik weet ligt Mol nog altijd in België. Ik probeer hem dat rustig wijs te maken. Maar die man begint bijna hysterisch te gillen dat hij die rotbeesten wel effe zal afmaken. Nou ja, wie moet er hier nu gemuilkorfd worden? Open maar eens een willekeurige Nederlandse site over de Pit Bull. Overal vind je deze opruiende taal. Daar is een echte heksenjacht aan de gang en dat maakt me bang. Lieve fokkers van Amstaffs en Pit Bulls, ik wil jullie vragen om asjeblief jullie pups alleen maar aan Belgen te verkopen. Want het lijkt erop dat deze lieve en onbegrepen wezens alleen maar in dit piepkleine landje asiel vinden.
Ik ben zomaar iemand, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Fiep.
Ik ben een vrouw en woon in Balen () en mijn beroep is dromen.
Ik ben geboren op 07/10/1967 en ben nu dus 57 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, tekenen, computeren, observeren, mijn huisdieren en mijn lief.
Ik ben herstellend CVS patient. Sinds een paar maanden durf ik opnieuw toekomstplannen maken. Via het schrijven kan ik me uiten en ik hoop om via deze blog nieuwe zielsverwanten te vinden