Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
28-08-2010
Verhalen van de Sahabah - Fatimah's (Radiallaho anha) Tasbih
Verhaal: Fatimah's (Radiallaho anha) Tasbih
Ali (Radiallaho anho) zei eens aan een van zijn leerlingen:
"Zal ik je het verhaal vertellen van Fatimah(Radiallaho anha), de dierbaarste en geliefdste dochter van de Heilige Profeet(Salallaho alaihi wasallam)?"
Toen de leerlingen bevestigend antwoordden, zei hij:
"Fatimah (Radiallaho anha) was gewoon het graan zelf te malen, waardoor ze likdoorns in haar handen kreeg. Ze haalde water in een lederen zak voor het huishouden, ten gevolge waarvan ze littekens op haar borst kreeg. Ze maakte haar huis zelf schoon, waardoor haar kleren vuil werden. Eens werden enkele oorlogsgevangenen naar Medina gebracht. Ik zei tot haar: "Ga naar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) en vraag hem voor een assistent die jou kan helpen in de huishouding." Ze ging naar hem, maar er waren veel mensen om hem heen. Daar zij zeer bescheiden was, had zij de moed niet de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) in tegenwoordigheid van al die andere mensen het bewuste verzoek te doen. De volgende dag kwam de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) thuis bij ons en zei: "Fatimah, wat deed je gisteren bij me?" Ze werd verlegen en bleef stil. Ik zei:"O,Profeet van Allah! Fatimah heeft eelt op haar beide handen en borst gekregen, als gevolg van het malen en het dragen van water. Ze is constant bezig het huis schoon te maken waardoor haar kleren vuil blijven. Ik vertelde haar over de krijgsgevangenen en adviseerde haar naar u te gaan en te verzoeken om een bediende." Het is verder overgeleverd dat Fatimah ook een verzoek deed: "Ali en ik hebben alleen maar één stuk beddengoed en dat is van de huid van een geit. Wij gebruiken het in de ochtend om de kameel te voederen." De Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) zei:"Fatimah! Wees geduldig. De Profeet Mozes (Alayhi s-Salaam) en zijn vrouw hadden alleen maar één beddengoed, die nog erbij de mantel van Mozes was. Vrees Allah, verwerf 'Taqwa' en blijf je plichten aan Allah vervullen en je huishoudelijke taken verrichten. Als je naar bed gaat, reciteer 'Subhanallah' 33 keren, 'Alhamdolillah' 33 keren en 'Allaho akbar' 34 keren. Je zal hier meer hulp uit putten dan uit een assistente." Fatimah (Radiallaho anha) zei: "Ik ben gelukkig met waar Allah en Zijn Profeet (Salallaho alaihi wasallam) tevreden mee zouden zijn."
Moraal:
Kijk, dit is het leven van de dochter van de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). In gematigde rijke families van onze tijd, vinden de vrouwen het beneden hun waardigheid om huishoudelijk werk te verrichten. Zij hebben 'bijstand' nodig in elk en ieder ding, zelfs in hun badkamer! Wat een verschil.
In deze Hadith is de voorgeschreven Dhikr bestemd vóór het slapengaan. In een ander Hadith heeft de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) Fatimah geadviseerd na elke Salaat te reciteren: 'Subhanallah' 33 keren, 'Alhamdolillah' 33 keren, 'Allaho akbar' 33 keren en'La ilaha illal laho wahdahu la sharikalahu lahul-mulku walahul hamdu wahuwa ala kulli shay in Qadir' één keer.
RasoelAllah sallallahoe aleihi wa sallem heeft gezegd:
Twee zaken van jullie wereld zijn mij geliefd: vrouwen en parfum; en het gebed is het genot van mijn oog.
En hij sallallahoe aleihi wa sallem droeg Bilaal radiAllahoe anhoe op de Adhaan om te roepen met de woorden:
O Bilaal, laat ons rust en gemak vinden door het gebed.
Het gebed van de geliefden
Tot de zaken die noodzakelijk zijn om te weten behoort dat het gebed dat het oog genot geeft en het hart gemak en rust, het gebed is dat zes zaken combineert:
Het eerste - Oprechtheid met betrekking tot het doel
En dit is dat de reden om het gebed te verrichten en de aanleiding ertoe, het streven van de dienaar naar Allah is, zijn liefde voor Hem, het zoeken naar Zijn Tevredenheid, het dichterbij Hem willen zijn, het vaak aanroepen van Hem en Zijn bevelen vervullen. En niets van de wereldse zaken kan ooit een reden zijn voor het gebed. Iemand komt tot het gebed om het Gezicht van zijn Heer de Allerhoogste te zoeken, uit liefde voor Hem en angst voor Zijn bestraffing en hopend op Zijn vergiffenis en beloning.
Het tweede - Waarachtigheid en oprechtheid van de daad
Dit is wanneer iemand zijn hart vrijmaakt voor Allah en zijn uiterste best doet om zich tot Allah te wenden in zijn gebed. Tijdens het bidden houdt hij zijn hart bij het gebed en verricht hij het op de beste wijze. Hij laat het zijn meest volmaakte gebed zijn, zowel uiterlijk als innerlijk. Want het gebed kent een uiterlijke en een innerlijke verschijning.
De uiterlijke verschijning omvat de zichtbare (fysieke) handelingen en bewegingen en de hoorbare geluiden. De innerlijke verschijning is de nederigheid en onderwerping van het hart (goeshoe), het zichzelf nauwkeurig beschouwen, het weten dat Allah de dienaar bekijkt (moeraaqabah), het hart leeg maken voor Allah, het hart zich geheel naar Allah laten wenden tijdens het gebed en het zich niet laten afwenden naar iets anders. Al deze (innerlijke verschijningen) zijn als de ziel van het gebed en de uiterlijke handelingen zijn zoals het lichaam (van het gebed). En als het gebed geen ziel heeft, is het zoals een lichaam zonder ziel.
Schaamt de dienaar zich niet dat hij zich tot zijn Meester keert op zon manier (met een gebed zonder ziel)? Hierdoor wordt het gebed gekronkeld en gedraaid totdat het eruit ziet als een sjofel afgedragen kledingstuk. De verrichter van dit gebed wordt ermee in zijn gezicht geslagen en het zegt tegen hem: Moge Allah jou verwaarlozen zoals je mij verwaarloosd hebt.
Het gebed waarvan de uiterlijke en innerlijke verschijning volmaakt is, stijgt op (naar de hemelen) als een licht en een duidelijk bewijs, net als het licht van de zon, totdat het bij Allah wordt gebracht. En Hij is er blij mee en accepteert het, en het (gebed) zegt (tegen de dienaar): Moge Allah jou beschermen zoals je mij beschermd hebt.
Het derde - Het volgen en nadoen van de Boodschapper en zich in zijn handelingen laten leiden door hem
Dit betekent dat de dienaar zijn best doen om zich wat betreft het gebed te laten leiden door de Profeet sallallahoe aleihi wa sallem. Hij bidt zoals de Profeet sallallahoe aleihi wa sallem bad en keert zich af van wat de mensen aan nieuwigheden hebben bedacht, zowel de toevoegingen als de weglatingen en ook de bedachte overleveringen die nooit verteld zijn door de Profeet sallallahoe aleihi wa sallem of de Metgezellen radiAllahoe anhoem.
Schenk geen aandacht aan de uitspraken van degenen die allerlei zaken toestaan, die stoppen bij datgene wat ze als verplicht zien ook al zijn er anderen die dat bestrijden en die aantonen dat de zaken die zij verlaten hebben, verplicht zijn. Het kan zijn dat de hadieth vastgesteld is en de Soennah van de Profeet sallalahoe aleihi wa sallem zich direct onder hun neus bevindt, maar ze houden zich er niet aan en zeggen:Wij volgen blindelings de madhhab van die-en-die.
Dit is niet zuiver en correct in de ogen van Allah de Verhevene. Het is geen excuus voor degene die willens en wetens ingaat tegen de Soennah, want Allah de Verhevene heeft gehoorzaamheid aan Zijn Boodschapper bevolen en het volgen en nadoen van hem alleen. Hij heeft ons niet bevolen om anderen naast hem te volgen. Naast de Boodschapper worden alleen anderen gehoorzaamd wanneer ze alleen datgene bevelen wat de Boodschapper bevolen heeft en behalve de Boodschapper kunnen van iedereen de woorden zowel geaccepteerd als verworpen worden.
En Allah soebhanahoe wa Taala heeft gezworen bij Zijn Edele Zelf dat we niet echt geloven totdat we de Boodschapper sallallahoe aleihi wa sallem laten oordelen in elke discussie tussen ons en totdat we ons neerleggen bij zijn oordeel en ons er volledig aan onderwerpen. (Soerah An-Nisaa 4:65)
Het brengt ons geen voordeel als we het oordeel aan een ander dan de Boodschapper sallallahoe aleihi wa sallem overlaten en het zal ons niet redden van de bestraffing van Allah. Dit antwoord (Wij volgens blindelings de madhhab van die-en-die) wordt niet van ons geaccepteerd wanneer we Zijn Roep soebhanahoe wa Taala horen, op de Dag der Opstanding:
En op die Dag zal Hij hen roepen, terwijl Hij zegt: Wat is het dat jullie de Boodschappers hebben geantwoord?(Al-Qasas 28:65)
Het staat vast dat Hij ons dat zal vragen en een antwoord van ons zal verwachten. Hij, de Verhevene, zegt:
Wij zullen zeker degenen aan wie (Profeten/Boeken) gezonden waren ondervragen, en Wij zullen zeker de gezondenen vragen. (Al-Araaf 7:6)
De Profeet sallallahoe aleihi wa sallem heeft gezegd:
Het is aan mij geopenbaard dat jullie door middel van mij beproefd zullen worden en dat jullie over mij ondervraagd zullen worden.(Ahmed, hasan). Hij refereerde aan de ondervraging in het graf.
Als daarom de Soennah van de Boodschapper van Allah sallallahoe aleihi wa sallem aan iemand bekend wordt en hij wijst het af voor de uitspraak van iemand anders van onder de mensen, dan zal het van hem verworpen worden op de Dag der Opstanding en hij zal de waarheid te weten komen.
Het vierde - Ihsaan
Dit is het in acht nemen van moeraaqabah, wat inhoudt dat je Allah aanbidt alsof je Hem ziet. Dit begint met en komt voort uit volmaakt geloof in Allah, Zijn Namen en Zijn Eigenschappen. Het is het weten dat Allah soebhanahoe wa Taala boven de hemelen is, Zijn Tron bestijgt, spreekt met Zijn bevelen en verboden, alle zaken van de schepping beheert, dat het bevel van Hem wordt nedergezonden en naar Hem opstijgt en dat de daden van de zielen van de dienaren (op het moment dat ze sterven) aan Hem gepresenteerd worden.
En dus is Hij overal getuige van. Hij getuigt van Zijn Namen en Eigenschappen, dat Hij al-Qayyoem (de zichzelf genoeg zijnde en de Beschermer van alles), Al-Hayy (de Eeuwiglevende), As-Sami (de Alhorende), Al-Basier (de Alziende), Al-Aziez (de Almachtige), Al-Hakiem (de Meest Wijze) is. Hij beveelt en verbiedt, heeft lief en haat, niets van de daden van de dienaren blijft voor Hem verborgen, hun uitspraken of hun innerlijke situatie. Integendeel, Hij kent de misleiding van de ogen en wat de harten verbergen.
En dit niveau van Ihsaan is het fundament van alle daden van het hart, want hieruit komen verheerlijking en verering (van Allah) voort, en ontzag en liefde, berouw en afhankelijkheid, onderwerping aan Allah soebhanahoe wa Taala, en nederingheid ten opzichte van Hem. Het snijdt de fluisteringen en mompelingen van de ziel af en verenigt het hart en de betrokkenheid (samen) voor Allah.
Hoe dicht de dienaar zich bij Allah bevindt hangt daarom samen met in hoe verre hij Ihsaan in acht neemt. En het is vanwege (de verschillende niveaus van) Ihsaan dat de gebeden (van elk persoon) verschillen. Er kan een verschil zijn tussen de gebeden van twee mannen; de verschillen in het staan, buigen en neerknielen kunnen zo groot zijn als het verschil tussen de hemelen en de aarde.
Het vijfde - Inzien dat de zegening van Allah afkomstig is
Dit is dat iemand bevestigt dat de gunst en de zegening aan Allah soebhanahoe wa Taala behoort. Deze gunst en zegening is erin gelegen dat Hij deze persoon en zijn familie in deze houding (van de salaah) laat staan, en Hij heeft ze succes geschonken door hun harten en lichamen in aanbidding van Hem te laten staan. Was het niet vanwege Allah dan was dat niet gebeurd. Zoals de Metgezellen plachten te zeggen, in gezelschap van de Profeet sallallahoe aleihi wa sallem:[/color]
Bij Allah, was het niet vanwege Allah
Dan hadden we geen leiding gevonden
En hadden we geen sadaqah gegeven
Noch hadden we gebeden
Allah Taala heeft gezegd:
Zij menen jou een dienst te bewijzen door moslim te worden. Zeg: Bewijst mij geen dienst door jullie (toetreden tot) de Islaam. Juist Allah heeft jullie begenadigd, doordat Hij jullie naar het geloof heeft geleid, als jullie waarachtig zijn. (Al-Hoedjoeraat 49:17)
Want Allah soebhanahoe wa Taala is Degene Die de moslim moslim heeft gemaakt, en Die de biddende laat bidden. Zoals Al-Khaliel (Profeet Ibrahiem aleihi salaam) zei:
Onze Heer, maak ons beiden tot mensen die zich overgeven aan U en maak onze nakomelingen tot een volk dat zich overgeeft aan U en onderwijs ons de gebruiken (van de hadj, het vasten en de salaah etc) (Al-Baqarah 2:12
En hij (Ibrahiem) zei:
Mijn Heer, maak mij en mijn nakomelingen onderhouders van de salaah (Ibrahiem 14:40)
Dus het schenken van de gunst en zegening dat Hij Zijn dienaar gehoorzaam laat zijn, behoort aan Allah alleen toe. Dit is een van de grootste zegeningen aan de mens, en de Verhevene heeft gezegd:
En jullie hebben geen gunst of het komt van Allah (An-Nahl 16:53)
En Hij zei:
Maar Allah heeft jullie doen houden van het geloof en Hij heeft het mooi gemaakt in jullie harten en Hij heeft jullie een afkeer doen hebben van ongeloof, zware zonden en opstandigheid. Zij zijn degenen die het rechte Pad volgen. Als een gunst van ALlah en een genieting. En Allah is Alwetend, Alwijs. (Al-Hoedjoeraat 49:7-
Deze zaak (inzien dat het een zegening van Allah is) is een van de grootste die iemand in acht kan nemen en waar de dienaar het meeste voordeel van heeft. Telkens als de dienaar sterker in zijn tawhied wordt, wordt zijn toepassing van dit principe volmaakter en completer.
Dit inzicht heeft een aantal voordelen. Het vestigt zich in zijn hart en hij raakt verwonderd over de daad (van het gebed) en kijkt ernaar met bewondering. Als iemand ziet dat het Allah is die hem ermee gezegend heeft en hem succes schenkt met het uitvoeren ervan en hem ernaar geleid heeft, dan zorgt het ervoor dat hij niet zoveel naar zichzelf kijkt (bewondering voor zichzelf krijgt), niet onder de indruk raakt van zijn eigen handelen en geen indruk op anderen probeert te maken. Dus hij verwijdert (de zelfbewondering) uit zijn hart en raakt niet onder de indruk. En hij verwijdert het van zijn tong (praat niet over zijn eigen daden) en laat het niet aan anderen zien en vraagt er ook niets voor terug. Dit is het kenmerk van de daad die opstijgt naar Allah.
Een ander voordeel is dat hij lof toeschrijft aan Degene Die het toekomt. Hij prijst zichzelf niet, maar getuigt ervan dat alle lof voor Allah is, net zoals hij getuigt dat zegeningen en gunsten allemaal van Allah komen. Dat dit een geschenk van Allah is en dat alle goedheid in Zijn Hand is. Dit is van de voltooiing van tawhied.
Zonder deze kennis en zonder van deze kennis te getuigen zal zijn hart zich niet op tawhied bevinden. Als hij dit weet en als het stevig in hem verankerd raakt, wordt het een wonder voor hem. En als het een wonder voor zijn hart wordt, brengt het hem - als vruchten van de liefde voor Allah, het dichtbij Hem zijn, het verlangen Hem te ontmoeten en het genot Hem te gedenken en te gehoorzamen - datgene waar het grootste genot van deze wereld nooit mee vergeleken kan worden.
Er is geen goedheid in iemands leven als dit besef verhinderd wordt zijn hart te betreden en als de weg ernaartoe geblokkeerd wordt. Deze persoon is zoals Allah Taala zegt:
Laat hen eten en zich vermaken en worden afgeleid door de (valse) hoop, later zullen ze het weten. (Al-Hidjr 15:3)
Het zesde - Je eigen tekortkomingen zien
Zelfs als de dienaar zijn uiterste best doet een verplichting na te komen en vele opofferingen brengt, dan nog is hij onachtzaam en is het recht dat Allah op hem heeft vele malen groter dan zijn inzet. Allah komt veel meer gehoorzaamheid en dienstbaarheid toe dan dat. Zijn Macht en Grootsheid, vrij is Hij van alle tekortkomingen, vereisen een dienstbaarheid die passend is voor deze twee Eigenschappen.
We zien de knechten en dienaren van koningen deze koningen gehoorzamen, eren, verheffen in status, respecteren en angst en ontzag betonen terwijl ze bescheiden en oprecht ten opzichte van hen zijn, op zon manier dat ze hun harten leeg maken van andere zaken en hun ledematen in dienst stellen van deze koningen. Maar de Koning der koningen, de Heer der hemelen en aarde heeft er recht op dat we Hem dienen op een manier die vele malen beter is dan dat.
Als een dienaar bij zichzelf ziet dat hij zijn Heer niet die dienstbaarheid toont waar Deze recht op heeft - het komt er zelfs niet in de buurt - dan ziet hij zijn onachtzaamheid en tekortkomingen en falen in het geven van Allah wat Hem toekomt. Hij weet dan dat zijn noodzaak aan Allahs vergiffenis vanwege zijn tekortkomingen groter is dan wat hij aan beloning aan Hem vraagt voor zijn dienstbaarheid.
Als hij zijn dienstbaarheid aan Allah goed had vervuld, had hij zijn plicht vervuld, want dienstbaarheid of onderwerping (oeboediyyah) aan Allah is een vereiste. Het dienen van de meester is een plicht voor de dienaar, daar hij zijn knecht en onderdaan is. Als een dienaar een vergoeding zou vragen voor zijn daden en zijn dienstbaarheid (aan zijn meester), zou deze laatste hem voor gek verklaren. En dit terwijl in dit geval hij helemaal niet echt de dienaar en knecht (van zijn meester) is. In werkelijkheid is hij de dienaar en onderworpene van Allah, in ieder opzicht. Zijn werken en dienen is een recht wat Hem toekomt, daar hij Zijn dienaar is. Als Allah hem daarvoor beloont, dan is dit een zegen, gunst en welwillendheid naar Zijn dienaar toe, die dit niet echt verdient.
Vanuit dit oogpunt zei de Boodschapper sallallahoe aleihi wa sallem:
Niemand van jullie zal het Paradijs betreden (alleen) vanwege zijn daden.
Er werd gezegd: Zelfs u niet, o Boodschapper van Allah?
Hij antwoordde: Zelfs ik niet, tenzij Allah mij met Zijn Genade bedekt. (Boechaari en Moeslim)
En Anas ibn Malik radiAllahoe anhoe zei:
Op de Dag des Oordeels zullen er drie rollen (documenten) naar de dienaar worden gebracht. Een rol voor zijn goede daden, een rol voor zijn slechte daden en een rol die de gunsten en zegeningen bevat die hem door Allah geschonken zijn. De Heer soebhanahoe wa Taala zal tegen Zijn gunsten en zegeningen zeggen: Neem wat jullie toekomt van de goede daden van Mijn dienaar. Hij zal tegen de allerkleinste gunst (die Hij zijn dienaar ooit schonk) zeggen: Neem wat je toekomt van de goede daden van Mijn dienaar. Dus de kleinste gunst zal opstaan (om zijn recht te nemen) maar de goede daden van de dienaar zullen op zijn. Deze kleinste gunst zal zeggen: Bij Uw Macht, mij recht is niet vervuld. En dan zal Allah als Hij dat wenst genade aan Zijn dienaar tonen. Hij zal hem zegeningen schenken, hem zijn zonden vergeven en zijn goede daden vermenigvuldigen.
Dit is een duidelijk bewijs van de grote kennis die de Metgezellen bezaten over hun Heer en Zij rechten over hen, net zoals zij de meest geleerde van de oemmah zijn wanneer het gaat over de Profeet sallallahoe aleihi wa sallem, zijn mededogen en zijn Religie. Deze overlevering bevat zoveel kennis en inzicht wat alleen bevat kan worden door degenen met inzicht en kennis van Allahs Namen. Eigenschappen en Rechten.
Op deze wijze kunnen we ook de uitspraak van de Profeet sallallahoe aleihi wa sallem begrijpen die is vermeld door Aboe Dawoed en Imaam Ahmad, vermeld in de hadieth van Zaid ibn Thaabit en Hoedaifah ibn al-Yamaan en anderen:
Als Allah de bewoners van Zijn hemelen en de bewoners van Zijn aarde zou straffen, zou Hij hen zeker straffen en dit zal geen onrechtvaardigheid van Zijn kant bevatten. En als Hij hen genadig zou zijn, dan zou Zijn Genade beter voor hen zijn dan hun eigen daden.
Conclusie
En (afsluitend), de belangrijkste en fundamentele onderwerpen met betrekking tot deze hele kwestie zijn vier:
1. een correcte intentie
2. een kracht die gepaard gaat met:
3. streven (raghbah)
4. ontzag (Rahbah)
Deze vier zaken vormen de principes met betrekking tot de salaah. Wanneer er een tekortkoming is in een dienaar, in zijn imaan, in zijn situatie, zijn innerlijke en uiterlijke verschijning, dan komt dat door een tekortkoming in deze vier zaken, of in enkele ervan.
Laat een wijs persoon daarom nadenken over deze vier zaken en laat hij ze gebruiken als een weg waarover hij reist. En laat hem al zijn kennis, daden, uitspraken en de situaties waarin hij verkeert op deze vier zaken baseren. Niemand kent vooruitgang dan door deze vier zaken en niemand gaat achteruit behalve door deze zaken te verliezen.
Allah is Degene bij Wie we hulp zoeken, waar we vertrouwen, verlangen en hoop in plaatsen. Hij is Degene Die we vragen om ons en onze broeders van Ahloel-soennah succes te schenken bij het toepassen van deze vier principes, in kennis en in daden. Waarlijk, Hij is daartoe in staat en Degene Die succes schenkt. Hij is genoeg voor ons en de beste Zaakbeschermer.
Dit werk is voltooid door de zegening van Allah en aan Hem komt alle lof toe, er is geen deelgenoot naast Hem. De Heerschappij behoort aan Hem, evenals alle lof, en Hij heeft macht over alle zaken. Moge Allah salawaat en veel salaam zenden aan onze leider, Mohammed sallallahoe aleihi wa sallem, de ongeletterde Profeet en aan zijn familie en Metgezellen, tot aan de Dag des Oordeels.
Amien, amien.
Uit:The Path to Guidance - Ibn al-Qayyim al-Jawziyyah
Verhalen van de Sahabah - Abdullah-bin-Abdullah-bin-Ubbay degradeert zijn Munafiq vader
Verhaal: Abdullah-bin-Abdullah-bin-Ubbay degradeert zijn Munafiq vader
Gedurende de beroemde veldslag van Banul-Mustaliq in 5 AH., had een Muhajir een conflict met Ansari over een onbeduidende zaak. Elk van de twee riep hun eigen mensen om hulp en er ontstond ernstig gevaar voor een confrontatie tussen de twee Moslim-groepen, maar door de inspanningen van enkele verstandige mensen, werd het gevecht afgewend.
Abdullah-bin-Ubbay was de leider van de Munafiqin. Hij was een bittere vijand van de Islam. Daar hij zich opstelde als een Moslim, werd hij als zodanig behandeld door de andere Moslims. Toen hij dit voorval te weten kwam, gebruikte hij enkele onbeleefde woorden tegen de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) en buitte de situatie uit. Hij sprak zijn mensen als volgt toe:
"Dit alles is het resultaat van het zaad dat jullie met jullie eigen handen gezaaid hebben. Jullie hebben een toevluchtsoord verschaft aan deze vreemdelingen (doelende op de Muhajirin) in je eigen stad en jullie rijkdom gelijkelijk met hun gedeeld. Als je je hulp aan hun intrekt, zullen zij genoodzaakt zijn te vertrekken."
Hij zei verder:
"Bij Allah! Bij onze terugkeer naar Medina, zullen wij, de gerespecteerde mensen, deze gemene mensen van daar verdrijven."
Zaid-bin-Arqam (Radiallaho anho), een Ansari jongen, luisterde naar hem. Hij kon deze woorden niet verdragen en onmiddellijk antwoordde hij vinnig door hem te zeggen:
"Bij Allah! Jij zelf bent een gemenerik. Zelfs je eigen mensen kijken neer op je en niemand zal je steunen. De Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wa sallam) is de meest geëerde. Hij is verheven door Rahman en vereerd door zijn volgelingen. "
Abdullah-bin-Ubbay zegt:
In orde. Zeg het aan niemand. Het was alleen maar een grap. Ik was niet ernstig in wat ik zei."
Zaid (Radiallaho anho) ging echter rechtstreeks naar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) en vertelde hem wat de Munafiq gezegd had. Umar (Radiallaho anho) verzocht de toestemming van de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) om Abdullah-bin-Ubbay te doden, maar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) weigerde dit. Toen Abdullah-bin-Ubbay het hoorde dat de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) gerapporteerd was over zijn onbeschaamde uitspraken, kwam hij bij hem en zwoer bij Allah door te zeggen:
"Ik zweer dat ik nooit zoiets gezegd heb. Zaid is een leugenaar. Hij heeft u een valse rapportage gegeven."
Enkele van de Ansars zaten ook bij de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). Zij bepleitten zijn zaak ook door te zeggen:
"0, Profeet van Allah! Hij is de leider van zijn stam en is een groot man. Zijn verklaring is betrouwbaarder dan het rapport van een kleine jongen. Het is best mogelijk dat Zaid niet goed gehoord heeft of hem verkeerd begrepen heeft."
De Heilige Profeet (Salallaho alaihe wasallam) accepteerde zijn bewering en nam geen acties tegen hem. Toen Zaid (Radiallaho anho) hoorde dat de Munafiq erin geslaagd was de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam) te bedriegen door een valse eed te doen, kwam hij niet naar buiten uit schaamte dat hij als een leugenaar aangezien werd. Hij ging zelfs niet naar de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). Tenslotte openbaarde Allah Sura "Al-Munafiqoon", waarin het verslag van Zaid bevestigd werd en de Munafiq werd ontmaskerd. Na dit voorval begonnen de mensen Zaid te eren en keken neer op de Munafiq.
Nu had de Munafiq (Abdullah-bin-Ubbay) een zoon. Zijn naam was Abdullah en hij was een zeer oprechte Moslim. Toen de Mujahidin op het punt stonden Medina binnen te trekken, trok hij zijn zwaard uit de schede, stond even buiten de stad en zei op een uitdagende toon tot zijn Munafiq vader:
"Ik ga je niet toestaan Medina binnen te treden, tenzij je met je eigen mond erkent dat jij zelf gemeen bent en de Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) de meest verhevene is."
Dit verbaasde Abdullah-bin-Ubbay ten zeerste. aangezien zijn zoon altijd zeer eerbiedig was jegens hem, maar nu was hij bereid hem, zijn eigen vader, te doden terwille van de eer van de Heilige Profeet (Salallaho alaihi wasallam). De Munafiq moest verklaren:
"Bij Allah! Ik ben gemeen en de Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) is de meest verhevene."
Hij werd toen toegestaan de stad binnen te betreden.
Moraal:
De ware geest van de Islam vinden wij terug in de kinderen in de tijd van de Sahabah. Het was de vrucht van de opvoeding die zij van hun ouders kregen. Ouders van deze tijd verwennen hun kinderen teveel door hen te vaak te liefkozen. Als zij meer moeite zouden doen de Islamitische praktijken in de jonge harten te prenten, kunnen deze gemakkelijk een gewoonte worden als zij opgroeien. Als je werkelijk wenst dat je kind een goede Moslim wordt als hij/zij opgroeit, moet je het zaad van Imaan en Islam vanaf zijn kinderjaren in zijn hart zaaien. De Sahabah waren zeer nauwkeurig met de training van hun kinderen in Islamitische praktijken en ze hielden hun doen en laten scherp in het oog.
Herinnering aan de Bestemming van de Mensheid in het Hiernamaals
Herinnering aan de Bestemming van de Mensheid in het Hiernamaals
Wanneer iemand zijn verstand helder is, dan zal diegene in staat zijn om helder te zien, dus wanneer je zo een persoon een licht geeft in zijn hart dan stelt dat hem in staat om bijna getuige te zijn van de Waarschuwing en de Belofte, het Paradijs en de Hel, en wat Allah heeft voorbereid in deze Paradijs voor Zijn Awliyaa (trouwe vrienden) en in de Hel voor Zijn vijanden. Hij zal dan getuige zijn van mensen die uit hun graven snellen en de roep van de Waarheid (Wederopstanding) volgen. De engelen in de hemelen zullen neerdalen en hen (schepping) omcirkelen. Allah zal dan komen om te oordelen (tussen de schepping) en Zijn Kursi zal worden gebracht. De aarde zal schijnen met de Licht van zijn Heer (Allah, wanneer Hij komt oordelen tussen Zijn schepping), het Boek (van Daden) zal worden geopend en de Profeten en de getuigen zullen naar voren worden gebracht. De Mizan (Weegschaal) zal dan worden vastgesteld, de boeken van de (individuele) daden zullen rondgaan en de vijanden zullen samenkomen, ieder vasthoudend aan zijn vijand. Al-Houdh (de vijver die stroomt buiten de poorten van het Paradijs, komend van een rivier daarbinnen) zal dan verschijnen en zijn kopjes zullen dichtbij verschijnen. De dorst zal versterken, maar degenen die toestemming hebben om te drinken zijn slechts weinig. Al-Jisr (de brug boven de Hel die iedereen moet passeren naar het Paradijs) zal dan neergelegd worden (boven de Hel) zodat de mensheid en de Jinn hier overheen kunnen gaan (de ongelovigen en degenen van wie de zonden de goede daden overstijgen, zullen vallen in de Hel, waar alleen de ongelovigen voor eeuwig zullen verblijven). Mensen zullen verzameld die richting uitgaan. Het Vuur (de Hel) zal verschijnen, iedere deel de andere delen eronder ruw consumerend (verterend). Degenen die erin vallen zijn veel groter in aantallen dan degenen die ervan gered worden. Dan, wordt er een oog geopend in zijn (de man die denkt aan deze scènes/gebeurtenissen) hart met welke hij in staat zal zijn om helder te zien. Zijn hart zal dan getuige zijn van sommige scènes (gebeurtenissen) van het Laatste Leven, tegelijk met de voorstelling van de verschillende stadia van het Laatste Leven welke voor altijd zal voortduren, in tegenstelling tot deze Dunya (het leven van deze wereld) en zijn beknoptheid.
Verhalen van de Sahabah - Zaid weigert om met zijn vader terug te gaan
Verhaal: Zaid weigert om met zijn vader terug te gaan
Nog in de voor-islamitische dagen (jaahiliyya), reisde Zaid met zijn moeder per karavaan naar de stad van zijn vader, toen de karavaan overrompeld werd door Banu Qais. Ze namen Zaid als slaaf en verkochten hem in Mekka. Hakim bin Hazam verkocht hem aan zijn tante Khadidjah (radiallaho anha), die hem als geschenk aan de heilige Profeet van Allah (sallalaho alaihi wasallam) gaf, ter gelegenheid van haar huwelijk met hem. Aan de andere kant had de vader van Zaid een immens verdriet over het verlies van zijn zoon. Hij zwierf overal op zoek naar hem, zong klaagliederen in de volgende hartontroerende verzen:
Ik huil in nagedachtenis van Zaid, terwijl ik niet weet of hij nog leeft (wat ik hoop) of afgemaakt is door de dood.
O Zaid! Bij Allah, ik weet niet of je gedood bent op zachte bodem of op een rotsblok.
Ah, ik wenste wel dat ik kon weten of je bij mij terug zal komen, omdat dat het enige verlangen is waardoor ik leef.
ik denk aan Zaid wanneer de zon in het Oosten opkomt. Ik denk aan hem wanneer het regent.
Bij het waaien van de wind ontvlamt het vuur van zijn gedachtenis.
Ik zal mijn snelle paarden laten rennen op zoek naar hem. Ik zal het hele universum afzoeken naar hem.
De kamelen kunnen moe worden, maar ik zal niet rusten, totdat ik sterf, daar de dood het einde van elke hoop is.
Ik zal mijn zonen en enkele andere mensen verplichten om Zaid te blijven zoeken, zelfs na mijn dood.
Enkele mensen van zijn stam ontmoetten Zaid toevallig tijdens de pelgrimstocht naar Mekka. Ze vertelden hem over zijn vaders verdriet en smart, en lazen hem de coupletten voor die zijn vader zong wanneer hij aan Zaid dacht. Zaid (radiallaho anho) stuurde via deze mensen een brief bestaande uit drie coupletten en geadresseerd aan zijn vader. Hierin verzekerde hij hem dat hij het zeer goed maakte en blij was te vertoeven in de omgeving van zijn nobele meester. Toen de mensen terugkeerden, informeerden zij Zaids vader diens verblijfsplaats en overhandigden hem de brief van Zaid (radiallaho anho). Na de brief te hebben gelezen, vertrokken Zaids vader en oom naar Mekka met genoeg geld om de afkoopsom voor Zaid te betalen. Toen zij bij de profeet (sallalaho alaihi wasallam) kwamen, zeiden ze:
O zoon van Hashim en het hoofd van de Quraish! U bent de bewoner van de Haram en de buurman van Allah. U bent bekend met het bevrijden van de gevangenen en het voeden van de hongerigen. We zijn bij u gekomen op zoek naar onze zoon. Accepteer de afkoopsom voor Zaid en bevrijd hem. We zijn bereid om meer dan de afkoopsom te betalen. Bid, wees barmhartig en vriendelijk jegens ons.
De Profeet (saw):
Wat wens je te doen met Zaid?
Zaids vader:
We willen hem naar huis terugbrengen.
De Profeet (saw):
Is dat alles? In orde, roep Zaid dan en vraag hem. Als hij met jullie wenst mee te gaan, zal ik hem zonder enige afkoopsom laten gaan. Maar ik zal hem niet tegen zijn wensen in laten gaan.
Zaids vader:
U hebt ons een grotere gunst bewezen dan wij verdienen. We zijn blij in te stemmen met wat u voorstelt.
Zaid werd geroepen. De Profeet (saw) zei aan Zaid:
Ken je deze mensen?
Zaid: Ja ik ken ze. Dit is mijn vader en dat is mijn oom.
De Profeet (saw): En je kent mij ook. Ze zijn gekomen om je terug te brengen naar huis. Je hebt mijn toestemming om met ze terug te gaan. Als je aan de andere kant verkiest om met mij te blijven, zal je je zin krijgen.
Zaid: Hoe kan ik iemand anders boven u prefereren? U betekent alles voor mij, mijn vader en oom inbegrepen.
Zaids vader en oom: O Zaid! Prefereer je een slaaf te blijven? Hoe kan je je eigen vader, je oom en je andere familieleden verlaten en een slaaf blijven?
Zaid: Waarlijk, ik heb iets in mijn meester gezien wat mij hem boven iemand anders in de wereld doet prefereren.
Hierna drukte de profeet van Allah (saw) Zaid tegen zich aan en zei:
Vanaf vandaag adopteer ik Zaid als mijn zoon.
De vader en oom waren zeer tevreden met deze situatie en lieten Zaid met genoegen achter bij de Heilige profeet van Allah(saw).
Moraal:
Zaid was nog maar een kind. Zijn keuze om een slaaf te blijven, het weigeren om met zijn eigen vader mee te gaan en zijn huis en haard, vrienden en verwanten op te geven, is een duidelijk bewijs van zijn liefde voor de Heilige Profeet (sallalaho alaihi wasallam).
Ibn al-Qayyim beschreef Allahs grootsheid in de volgende bewoordingen:
Hij bestuurt de aangelegenheden van de verschillende rijken en Hij gebiedt en verbiedt, schept, onderhoudt, brengt de dood, geeft het leven, geeft macht, en neemt macht weg (van en aan wie Hij wil), en laat de dag en (de) nacht afwisselen. Hij geeft varierende lotsbeschikkingen aan mensen en wisselt regeringen (en staten) af, waarbij Hij sommige vernietigt en andere laat ontstaan. Zijn Gebod en Macht overheersen in de hemelen en hun gebieden (zones), de aarde en alles wat erop en erin is, in de zeeën en in de lucht. Zijn Kennis heeft alles omvat, en Hij heeft alles geteld. Hij hoort alle soorten stemmen en zij verwarren Hem niet. Neen, echter hoort Hij iedere stem in zijn eigen taal en hulpbehoevendheid, en geen enkele stem houdt Hem zozeer bezig dat Hij de hulpbehoevendheid van een ander niet kan vervullen, en geen enkele hulpbehoevendheid zal ooit aan Zijn Volmaakte Kennis (en Zijn Macht om te verlossen) ontsnappen.
De vele noden van degenen die hulpbehoevend zijn vervelen Hem niet. Zijn Blik (Zicht) omvat alles wat er is. Hij ziet de beweging van een zwarte mier op een kale rots op een donkere nacht. Voor Hem, is het Ongeziene onbedekt en is het geheim niet langer een geheim:
Allen die in de hemelen en op aarde zijn vragen Hem (heeft van Hem nodig). Iedere dag is Hij bezig (zoals met het eren van sommigen, vernederen van sommigen, het geven van leven aan sommigen, dood aan sommigen, etc.).[Surah ar-Rahman 55:29]
Hij vergeeft een slechte daad, doet depressiviteit verdwijnen en brengt respijt (kwijtschelding) van rampen, verlichting voor een ieder die het nodig heeft, rijkdom voor de arme, leiding voor degene die is misleidt, licht voor degene die de weg kwijt is, hulp voor de wanhopige, (een gevoel van) voldaanheid voor de hongerige, bedekking voor degene die nauwelijks gekleed is, genezing voor de zieke, en gemak voor degene die lijdt. Hij aanvaardt degene die berouw toont, geeft beloning aan degene die goed doet, geeft bijstand aan degene die onrechtvaardig is behandeld, vernietigt een arrogante persoon, bedekt fouten, geeft veiligheid na angst, en verheft sommigen en vernedert anderen.
Als degenen die in Zijn hemelen en op Zijn aarde wonen en al degenen die Hij geschapen heeft, of zij nu mensen zijn of Jinns, harten hadden gelijk aan het meest vrome hart, dan zou (dit) Zijn Koninkrijk niet vermeerderen (vergroten). Als Zijn gehele schepping, of het nu mensen zijn of Jinns, harten hadden gelijk aan het slechtste hart, dan zou dit niets aan Zijn Koninkrijk afdoen. En tevens, als allen die in Zijn hemelen en op Zijn aarde wonen, de gehele mensheid en alle Jinns, de doden en de levenden, op één stuk land gaan staan en ieder Hem vraagt betreffende zijn hulpbehoevendheid, en Hij dan hun noden vervult, dan zal dit niet in het minste afdoen aan Zijn bezit. Hij is de Eerste, niets is er vóór Hem, de Laatste, niets is er na Hem, de Allerhoogste, niets is er boven Hem, en de Meest Nabije, niets is er nabijer dan Hij. Hij, Verheven en zó Hoog (Immerverheven) als dat Hij is, is de Beste Die men kan en zou moeten gedenken, de Enige Die het verdient om aanbeden en bedankt te worden, de Vriendelijkste van al degenen die bezitten en de Meest Vrijgevige van al degenen aan wie gevraagd wordt (om) te geven. Hij is de Koning Die geen deelgenoot heeft, de Ene Die geen concurrent heeft, de Samad (de Enige van Wie al het geschapene afhankelijk is) Die geen nakomelingen heeft, en de Immerverhevene, er is niemand (en niets) zoals Hij. Alles zal vergaan behalve Zijn Aangezicht, en iedere koningschap zal zeker vergaan behalve het Zijne. Hij zal slechts gehoorzaamd worden met Zijn verlof, en Zijn Kennis onthult alle ongehoorzaamheid aan Hem. Wanneer Hij wordt gehoorzaamd, toont Hij Zijn dankbaarheid daarvoor, en wanneer Hij niet wordt gehoorzaamd, schenkt Hij vergiffenis (aan diegenen die Hem werkelijk berouw tonen). Iedere straf van Hem is rechtvaardig en elke vrijgevigheid (gift) is een gunst. Hij is de Meest Nabije Getuige en de Meest Nabije met Zijn Volmaakte Zorg. Hij beheerst de voorhoofdslokken van alles en heeft de volledige optekeningen van alle daden en de boeken van alle tijdperken. De harten zijn ontmaskerd voor Hem en het geheim is onthuld. Zijn geven en (Zijn) straffen zijn slechts een Bevel:
Voorwaar, wanneer Hij iets wil (scheppen), dan zegt Hij er slechts tegen Wees, en het is.[Surah Yasin 36:82]
Verhalen van de Sahabah - Vrouwen in de veldtocht van Khaibar
Verhaal: Vrouwen in de veldtocht van Khaibar
Schouder aan schouder met de mannen stonden de vrouwen van die tijd , bezield met dezelfde geest van opoffering, en zij gaven zich met hart en ziel op het Pad van Allah, niets was teveel voor hun.
Oemm Zyad (RA) zegt:
Tijdens de Khaibar veldtocht bereikte ik samen met vijf andere vrouwen het slagveld. Toen de Profeet (SAW) dit vernamn, liet hij ons roepen. Hij vroeg boos: Wie heeft jullie toegestaan om hierheen te komen? We zeiden: O Profeet van Allah! We weten te breien en we hebben wat medicijnen bij ons. We zullen de Mujahideen helpen door hun van pijlen te voorzien, door hun te verzorgen wanneer zij ziek zijn, en door voedsel voor hun te bereiden. De Profeet (SAW) stond ons toe te blijven.
Oemm Salim (RA) sloot zich tijdens haar zwangerschap aan bij de Hunain veldslag. Ze hield een dolk bij zich. De Profeet (SAW) vroeg haar:
Waarvoor is deze dolk, O Oemm Salim?
Ze antwoordde: Ik zal de dolk in de buik van iedere kafir die te dichtbij mij komt steken.
Ze nam ook deel in de strijd van Uhud, waarin ze de gewonde soldaten verzorgde. Anas (RA) zegt:
Ik zag Aisha en Oemm Salim (RA) heen en weer rennen op het strijdveld om water te brengen voor de gewonden.
Moraal:
De vrouwen van die tijd waren gezegend met de geest die zelfs de mannen van onze tijd niet hebben. Kijk naar de moed van deze vrouwen, die uit eigen beweging het slagveld bereikten en hun diensten aanboden voor verschillende taken op het slagveld.
De Profeet zei: 'Er is geen sayyam (vasten) voor de persoon die het zich de nacht ervoor niet heeft voorgenomen.' (Aboe Dawoed)
Hiermee wordt dus bedoeld dat voordat je begint met vasten je de intentie moet hebben om te vasten. Je moet dus voornemen om te gaan vasten. Dit kun je doen door te zeggen: "Allahouma nayitou sayyam"
---------------------------------
De zakaat van het lichaam is het vasten
De Profeet Ah'med heeft gezegd: 'Ieder heeft een zakaat (te betalen), en de zakaat van het lichaam is het vasten.' (Ibn maadjah)
-----------------------------------
Iemand die is gestorven terwijl hij/zij nog moet vasten
De Profeet zei: 'Als iemand sterft, terwijl hij nog (verplichte) vasten moet doen, moeten zijn erfgenamen voor hem vasten.' (Boekhariee & Moesliem)
-----------------------------------
Je vergissen en tijdens het vasten eten of drinken
De Profeet zei: 'Wie zich vergist en tijdens het vasten eet of drinkt, dient zijn vasten niet te verbreken, Allah heeft hem gevoed.
-------------------------------------
Een vastende voeden
De Profeet heeft gezegd: "Degene die een vastende voedt bij het verbreken van het vasten, zijn beloning is evenveel als die van degene die vast..." (Ahmed - Sahih)
---------------------------------------
De engelen vragen vergevenis bij Allah voor de vastende
De Profeet heeft gezegd: 'De engelen vragen vergevenis bij Allah voor de vastende totdat zij hen vasten verbreken.' (Sah'ih')
---------------------------------------
Je zonden ongedaan
De vijf gebeden, de vrijdag tot de vrijdag, de maand Ramadan tot de nieuwe maand Ramadan, maken de zonde die je in de daartussen liggende periode pleegt ongedaan, mits er geen grote zonde is gepleegd. (Muslim)
--------------------------------------
Laylatul Qadr (De waardevolle nacht)
De nacht van Laylatul Qadr is beter dan 1000 maanden. (Ahmad, Nisai)
--------------------------------------
De waarde van 1 dag vasten
Overgeleverd door Abu Sa'id welke de profeet hoorde zeggen: 'Voorzeker een ieder die 1 dag vast voor Allah's welbehagen, Allah zal zijn gezicht van het hellevuur weghouden voor 70 lentes. (Buchari)
-------------------------------------
Paradijspoort Ar-Raiyaan gaat alleen open voor degene die vast
Overgeleverd door Sahl ibn Sa'd: De profeet heeft gezegd:' Het Paradijs heeft 8 poorten en 1 daarvan heet Ar-Raiyaan, waardoor niemand binnengaat, behalve degene die vast'.
-------------------------------------
Tijdens ramadan duivelen geketend
Wanneer Ramadan begint zijn de poorten van de Hemel geopend, de poorten van de Hel gesloten en de duivelen geketend. (Buchari, Muslim)
---------------------------------------
Een gemiste dag zonder reden is niet te compenseren
Abu Huraira heeft overgeleverd dat Allah's boodschapper heeft gezegd: 'Degene die ook maar 1 dag van de Ramadan niet vast, zonder een geldig excuus of door ziekte, al zou diegene een volledig jaar vasten, zal het niet kunnen compenseren voor die dag'. (Buchari, ibn Masud)
----------------------------------------
Tijden waarop je mag eten en drinken
In de Koran (Surah 2 : Ayah 188) staat:
"... en eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad zich onderscheidt van de zwarte draad".
Hierop vroeg Adi ibn Hatim : 'O boodschapper van Allah wat is de betekenis van de witte draad die zich onderscheid van de zwarte draad? Hij antwoordde:' Je bent niet intelligent als je kijkt naar twee draden. Nee, het is de duisternis van de nacht, en de witheid van de dag'. (Buchari)
En onder de effecten daarvan zit, dat de ongehoorzame (zondaar) constant in de boeien van zijn Shaytaan zit en de gevangenis van zijn shahwa (lusten) en de ketenen/boeien van zijn hawaa (begeertes). Dus hij is een gevangene, iemand die is gevangen gezet en die is vastgeketend. Er is geen gevangene in een ergere staat, dan degene die is gevangen door zijn ergste vijand en er is geen gevangenis zo nauw als de gevangenis van hawa (begeerte) en er zijn geen ketenen/boeien zo sterk als de ketenen van de lusten. Hoe dan, zal een hart dat is gevangen genomen, gevangen gezet (in een gevangenis) en vastgeketend, een reis maken naar Allah en het Huis van het Hiernamaals. Hoe zal een persoon een stap naar voren zetten wanneer het hart van grenzen is voorzien en van alle kanten benaderd wordt door schadelijke zaken. De schadelijke zaken benaderen het dusdanig dat het is vastgebonden [dus in een gevangenis gezet door zijn lusten en begeertes..].
Het voorbeeld van het hart is als het voorbeeld van een vogel. Iedere keer dat het (op)stijgt, raakt het ver van de schadelijke dingen/zaken en iedere keer dat het (neer)daalt schaden de schadelijke dingen het. In een hadeeth komt het voor dat Shaytaan als een wolf is voor mensen. Zoals wanneer een schaap geen beschermer heeft en tussen vele wolven zit, zijn zij (de wolven) snel in het veroorzaken van schade en leed; zo ook de dienaar die geen bescherming heeft van Allah, dan zal zijn wolf [dus zijn lusten, begeertes etc.] voor hem een roofdier zijn. Dus, er is geen andere uitweg voor de dienaar dan het hebben van bescherming van Allah. Taqwaa (vroomheid,vrees voor Allah) is een bescherming voor hem en een sterk schild tussen hem en de bestraffing van deze wereld en die van het Hiernamaals.
Iedere keer dat een schaap dichtbij de herder is, is het veiliger tegen de wolf en iedere keer dat het afstand neemt van de herder, is het dichter bij de vernietiging. Dus de belangrijkste plek voor het schaap is, wanneer het dichtbij de herder is, want de wolf neemt de eenzame van de kudde en dit is die (het schaap) van de kudde, die het verst bij de herder vandaan is. De basis van dit alles is, dat iedere keer dat het hart ver van Allah is, de schadelijke zaken snel zijn in het benaderen ervan (van het hart) en iedere keer dat het dichtbij Allah is, raken de schadelijke zaken er ver van verwijderd.
Verwijdering van Allah heeft gradaties, waarvan sommigen erger zijn dan anderen. Achteloosheid verwijdert de dienaar van Allah en sommige daden van ongehoorzaamheid zijn erger dan sommige daden van achteloosheid. Sommige innovaties (in het geloof) zijn groter dan sommige daden van ongehoorzaamheid en sommige zaken van hypocrisie (huichelarij) en Shirk (afgoderij) zijn groter dan alles hiervoor.
Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah Bron: al-Jawab al Kafi Vertaald door:http://sincerehearts.nl
Verhalen van de Sahabah - Het enthousiasme van Bara om zich aan te sluiten in Badr.
Verhaal: Het enthousiasme van Bara om zich aan te sluiten in Badr.
Badr was de dapperste en beroemdste veldslag ooit gestreden door de Moslims, die met een overmacht geconfronteerd werden. Er waren 313 mannen, 3 paarden, zeventig kamelen, zes of negen wapens en acht zwaarden met de Profeet (Salallaho alaihi wasallam), terwijl de Quraysh ongeveer 1000 mannen, 100 paarden, 700 kamelen en tot hun tanden waren gewapend. De Quraysh waren zo zeker van hun overwinning dat ze muziekinstrumenten en zangeressen hadden meegenomen om de overwinning te vieren. De Profeet (Salallaho alaihi wasallam) was erg bezorgd vanwege de grote overmacht. Hij bad als volgt tot Allah:
"O,Allah! Uw trouwe dienaren zijn blootsvoets. U en alleen U kunt hun voorzien van rijdieren. Ze zijn naakt. U en alleen U kunt ze kleden. Ze zijn arm. U en alleen U kunt hun in stand houden."
Allah verhoorde zijn gebed en bezorgde de Moslims hun meest glorieuze overwinning.
Ondanks de sterkte van de Quraysh, waren Abdullah bin Umar en Bara bin Azib, vol enthousiasme uit Medina gekomen om zich aan te sluiten bij de Mujahideen in de veldslag tegen de Quraysh. Profeet Muhammad (Salallaho alaihi wasallam) stond hun evenwel niet toe om verder mee te doen aan de veldslag, gezien hun jeugdigheid.
Moraal: Zoals je misschien weet, werden de beide jongens om dezelfde redenen ook geweigerd deel te nemen aan de strijd ten tijde van Uhud, de veldslag die een jaar later dan Badr plaats vond. Kijk naar de wonderbaarlijke geest van de jongeren van die tijd. Ze verlangden toestemming te krijgen om deel te nemen aan een veldslag.
Geduld in tijden van tegenspoed is gemakkelijker dan in tijden van ....
Geduld in tijden van tegenspoed is gemakkelijker dan in tijden van....
Één van de salaf zei: Gelovigen én ongelovigen kunnen allebei in een tijd van tegenspoed geduldig zijn, maar alleen mensen met een sterk geloof hebben geduld in tijden van gemak (bv door niet te verspillen of overbodige uitgaven te maken.) Daarom waarschuwde Allah ons voor de fitnah van rijkdom, vrouwen en kinderen: O, jullie die geloven! Laat jullie bezittingen of jullie kinderen jullie niet van de overdenking van Allah afleiden. En iedereen die dat doet, die zal dan de verliezer zijn.[Surah Al-Moenafiqoen 63:9] en; O, jullie die geloven! Waarlijk onder jullie vrouwen en onder jullie kinderen zijn vijanden voor jullie, hoed je dus voor hen! [Surah At-Taghaaboen 64:14]
De vijandschap waar in deze ayah naar verwezen wordt is niet de vijandschap als gevolg van haat en conflicten, maar van liefde en zorg van ouders (bv toegeven en verwennen), die hen kan afhouden van religieuze zaken zoals de hidjrah, djihaaf, het zoeken naar kennis en van het geven van sadaqah.
At-Tirmidhi vertelde over Ibn Abbas, toen een man hem (Ibn Abbas) vroeg naar de bovengenoemde ayah [64:14]. Ibn Abbas vertelde hem dat deze ayah verwijst naar enkele mannen uit Mekka, die moslim waren geworden en wilden emigreren om zich bij de Profeet saw in Medina te voegen, maar hun vrouw en kinderen beletten dit hen te doen. Later, toen ze zich uiteindelijk bij de Profeet saw konden voegen en toen zagen dat anderen al veel hadden geleerd over de islam, wilden zij hun vrouwen en kinderen straffen. Aldus openbaarde Allah deze ayah: O, jullie die geloven! Waarlijk onder jullie vrouwen en onder jullie kinderen zijn vijanden voor jullie, hoed je dus voor hen! [Surah At-Taghaaboen 64:14]. At-Tirmidhi zei dat deze Hadeeth Hassan sahieh (betrouwbaar is).
De Hadeeth: Kinderen zijn de oorzaak van lafheid en gierigheid laat zien hoeveel een mens door een gezin, kan worden afgeremd in zijn streven naar perfectie en succes. Toen de Profeet saw eens een Khutbah (preek) hield, zag hij zijn kleinzonen Hassan en Hoesein lopen en struikelen dus onderbrak hij toen zijn preek, ging naar hen toe, pakte hen op en zei: Allah heeft inderdaad de waarheid gesproken toen Hij zei: O, jullie die geloven! Waarlijk onder jullie vrouwen en onder jullie kinderen zijn vijanden voor jullie, hoed je dus voor hen! [Surah At-Taghaaboen 64:14]Ik zag deze kleine jongetjes struikelen en had niet het geduld om mijn preek af te maken, dus stopte ik en pakte hen op . De Profeet saw deed dit wegens zijn liefde voor kinderen en op deze manier stelde hij ook een voorbeeld voor zijn Ummah om barmhartig en vriendelijk te zijn voor kinderen.
De reden waarom het zo moeilijk is om geduldig te zijn in tijden van gemak, is vanwege het feit dat we de keuze hebben hoe we ons zullen gedragen. Een hongerig mens heeft meer geduld als hij geen voedsel heeft, maar als er voedsel beschikbaar is, wordt zijn geduld zwakker. Vergelijkenderwijs is het voor iemand gemakkelijker om zijn seksuele behoeften te beheersen als er geen vrouwen in de buurt zijn.
Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah Bron: Geduld en dankbaarheid, samenvatting van Oedatoes Saabirien wa Dhaakiratoesj Sjaakirien [p. 67-70] vertalingsnote: We kunnen aannemen dat de adviezen van Ibn al-Qayyim gelijkelijk toepasbaar zijn voor zowel mannen als vrouwen
Verhaal van de Sahabah - De bezorgdheid van een vrouw van de Ansar voor de Heilige Profeet (sallalaho alaihi wasallam)
Verhaal: De bezorgdheid van een vrouw van de Ansar voor de Heilige Profeet (sallalaho alaihi wasallam)
In de veldslag van Uhud leden de Moslims een groot verlies en een vrij groot aantal van hun werd gedood. Toen het schokkend nieuws over hun zware nederlaag Medina bereikte, kwamen de vrouwen naar buiten en wilden zij te weten komen wat er werkelijk was gebeurd dat deze ramp kon plaatsvinden. Bij het zien van een menigte mensen op een bepaalde plaats, informeerde een vrouw van de Ansar bezorgd:
Hoe is het met de Heilige Profeet (sallalaho alaihi wasallam)?
Toen haar verteld werd dat haar vader gedood was in de strijd, zei ze: inna Lillah en zij herhaalde ongeduldig dezelfde vraag over de profeet van Allah (sallalaho alaihi wasallam). Deze keer werd haar verteld dat haar echtgenoot er niet meer was, haar broer dood was en dat haar zoon ook gedood was. Met steeds groeiende bezorgdheid, herhaalde ze dezelfde vraag over het welzijn van de Profeet van Allah (sallalaho alaihi wasallam). Haar werd verteld dat hij gezond en wel was, maar ze was niet tevreden, en bleef volhouden om hem zelf te zien. Toen zij tenslotte haar ogen tevreden had gesteld, zei ze:
O Profeet van Allah! O Profeet van Allah! Elke kwelling is weggemaakt en elke zorg is verwijderd door de zegening van het zien van u.
Volgens een andere versie, klemde ze zich vast aan de mantel van de Profeet (sallalaho alaihi wasallam) en zei:
O Profeet van Allah! U bent dierbaarder voor mij dan mijn ouders. De smart van de dood van mijn bloedverwanten werd lichter voor mij toen ik u levend zag.
Moraal:
Er waren verschillende van soortgelijke voorvallen die zich na de veldslag van Uhud voordeden. Het is misschien, door het groot aantal van zulke gevallen dat verschillende namen van deze vrouwen overgeleverd zijn. In feite kwamen zulke gevallen in groten getale met de vrouwen uit die tijd voor.
2. De daad die zowel geen oprechtheid heeft noch is gebaseerd op het volgen van de rechtgeaarde voorbeelden van anderen.
3. Geld dat wordt opgestapeld, aangezien de eigenaar er niet van geniet gedurende zijn leven en er ook geen beloning voor ontvangt in het Hiernamaals.
4. Het hart dat leeg is betreffende liefde en verlangen naar Allah, en betreffende het zoeken naar nabijheid bij Hem.
5. Een lichaam dat Allah niet gehoorzaamt en dient.
6. Houden van Allah zonder het volgen van Zijn bevelen of het zoeken naar Zijn tevredenheid.
7. Tijd wat niet wordt besteed aan het compenseren van zonden (boetedoening) of het grijpen van mogelijkheden om het goede te doen.
8. Een verstand dat denkt aan nutteloze zaken.
9. Het dienen van degenen die je niet dichtbij Allah brengen, en je niet baten in jouw leven.
10. Hopen en vrezen van degenen die vallen onder de autoriteit van Allah en in Zijn hand (liggen); terwijl hij zichzelf niet kan baten of schaden, noch dood of leven kan brengen, noch zichzelf kan opwekken.
Echter, de grootste van deze zaken zijn het verspillen van het hart en het verspillen van tijd. Het verspillen van het hart gebeurt, door het preferen van het wereldlijke leven boven het Hiernamaals, en het verspillen van tijd gebeurt door het hebben van eindeloze hoop, terwijl al het goede gevonden wordt in het volgen van het rechte pad en het jezelf voorbereiden op de ontmoeting met Allah.
Zo vreemd als het is, wanneer een dienaar van Allah een [wereldlijk] probleem heeft, dan zoekt hij hulp bij Allah, maar hij vraagt Allah nooit om zijn hart te genezen voordat het sterft ten gevolge van onwetendheid, achteloosheid, het in vervulling brengen van begeertes en door zijn betrokkenheid bij innovaties (in het geloof). Waarlijk, wanneer het hart sterft, dan zal hij nooit de gewichtigheid of impact van zijn zonden voelen.
Verhalen van de Sahabah - Ibn Umar beantwoordt een vraag
Verhaal: Ibn Umar beantwoordt een vraag
Iemand zei aan Ibn Umar (radiallaho anho):
"Allah heeft in de Heilige Quran iets over Salaat in vrede en Salaat in vrees gezegd, maar Hij had niets over Salaat gedurende een reis gezegd."
Hij antwoordde:
"O mijn neef! Allah heeft de Heilige Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) als Zijn Apostel naar ons gestuurd toen wij onontwikkeld waren en niets wisten. Wij moeten doen wat wij hem hebben zien doen."
Moraal:
Dit toont dat het niet noodzakelijk is dat elk en ieder voorschrift uitdrukkelijk in de Heilige Quran vermeld moet zijn. De handelingen van de Heilige Profeet (saw) zijn een zeer goede leidraad voor onze geloofsuitoefening. De Heilige profeet (saw) zegt:
"Mij is de Heilige Quran en andere geboden gegeven. Wees voorzichtig voor de tijd, die nabij is, wanneer onverantwoordelijke mensen, zittend op hun rustbedden, zullen zeggen: "Hou je alleen vast aan de Quran. Voer alleen die bevelen uit die daarin vervat zijn."
Zulke corrupte zienswijzen zijn meestal geinspireerd door aanmatiging die veelal te wijten is aan rijkdom, en misschien is het daarom dat het woord "onverantwoordelijk" gebruikt wordt voor zulke mensen.
Ibn al Qayyim (moge Allah tevreden met hem zijn) beschrijft dit grote moment tussen de Awliya (in dit geval, de mensen van het Paradijs) en Allah terwijl zij Zijn glorieuze Gezicht zien. Lees het en stel het jezelf voor, dat je tussen hen zit. Moge Allah jou en mij tot hen doen behoren.
Ibn al Qayyim heeft gezegd: En als je vraagt over de Dag van Vermeerdering (in beloning) en het bezoek van De Almachtige, De Prijzenswaardige en het aangezicht van Zijn Gezicht - vrij van elke vergelijking of gelijkenis met wat dan ook. Een uitspraak terug te leiden naar de waarachtige Profeet (salla Allahu alayhi wa salaam), en zo zal het dus gebeuren, luister op de Dag dat de roeper zal roepen:
O mensen van het Paradijs! Jullie Heer - Verheerlijkt en Verheven - nodigt jullie uit om Hem te bezoeken, dus haast je om Hem te bezoeken! Zij zullen zeggen: Wij horen en gehoorzamen! Totdat, wanneer zij zich haasten naar hun afgesproken plaatsen, om eindelijk de wijde valei te bereiken waar zij allen zullen ontmoeten. En niemand van hen zal het verzoek van de roeper afwijzen. De Heer - Verheerlijkt en Verheven - zal bevelen dat Zijn Kursi daar wordt gebracht. Dan, verschijnen er kanselen van licht en ook kanselen van parels. Kanselen van edelstenen. Kanselen van goud en kanselen van zilver. De laagste van hen in rang zullen zitten op lakens van musk! En zullen niet zien wat is gegeven aan degenen op de stoelen boven hen. Wanneer ze comfortabel zitten en geborgen op hun plaatsen, en de roeper roept: O mensen van het Paradijs! Jullie hebben een afspraak met Allah, in welke Hij jullie wenst te belonen! Dus zullen zij zeggen: En wat is de beloning? Heeft Hij onze gezichten niet al schijnend gemaakt, onze (weeg)schalen zwaar gemaakt, ons in het Paradijs toegelaten en ons verwijderd van het Vuur (bij het Vuur vandaan gehaald)? En wanneer (en terwijl) zij zo zijn, schijnt er plotseling een licht dat het hele Paradijs omvat! Dus heffen zij hun hoofden, en aanschouwen: Al-Jabbar, De Onweerstaanbare!
Aanschouw: De Onweerstaanbare - Verheven is Hij en Heilig zijn Zijn namen - is bij hen gekomen van boven hen en heeft erge indruk op hen gemaakt. En zegt: O mensen van het Paradijs! Vrede zij met jullie! Dus, deze groet zal niet worden beantwoord met iets beters dan: O Allah! U bent Vrede, en van U komt Vrede! Verheerlijkt bent U, O bezitter van Majesteit (Grootsheid) en Eer! Dus de Heer - Verheerlijkt en Verheven - zal naar hen lachen en zeggen: O mensen van het Paradijs! Waar zijn degenen die Mij gehoorzaamden, zonder Mij ooit te hebben gezien? Dit is de Dag van Vermeerdering! Dus, zij zullen allen hetzelfde antwoord geven: Wij zijn tevreden, dus wees tevreden met ons! Dus, Hij zal zeggen: O mensen van het Paradijs! Als Ik niet tevreden met jullie was, dan zou Ik jullie niet tot de bewoners van Mijn Paradijs hebben gemaakt! Dus, vraag van Mij!
Dus, zij zullen allen hetzelfde antwoord geven: Laat ons Uw Gezicht zien, opdat wij het kunnen aanschouwen! Dus, De Heer - Machtig en Groots - zal zijn bedekking verwijderen en zal indruk op hen maken en zal hen bedekken met Zijn Licht welke, als Allah - De Verhevene - niet had gewild dat het hen niet zou verbranden - het hen zou hebben verbrand. En er zal niet een persoon in deze bijeenkomst worden uitgezonderd of zijn Heer - De Verhevene - zal tot hem spreken en zeggen: Herinner jij je de dag dat jij dit en dat deed? En Hij zal hem herinneren aan enkele van zijn slechte daden in het wereldse leven, dus zal hij (de persoon) zeggen: O Heer! Zul jij mij niet vergeven? Dus, Hij zal zeggen: Natuurlijk! Natuurlijk! Jij hebt deze positie niet bereikt (in het Paradijs) behalve door Mijn vergiffenis.
Hoe zoet is deze toespraak voor de oren. En hoe gekoeld zijn de oprechte ogen bij het zien van Zijn Nobele Gezicht in het Hiernamaals.
Gezichten zullen op die Dag verlicht zijn. Naar hun Heer zullen zij zien. [Sq Al-Qiyaamah: 22-23]
Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah Bron: Haadi al-Arwaah ilaa Bilaad il-Afraah, p. 193 Vertaald door: http://sincerehearts.nl
Verhalen van de Sahabah - Umar (radiallaho anho) braakt melk uit.
Verhaal: Umar (radiallaho anho) braakt melk uit.
Iemand bracht eens wat melk voor umar (ra). Toen hij het dronk, merkte hij een eigenaardige smaak op, en vroeg aan de persoon hoe hij in het bezit was gekomen van de melk. Hij antwoordde:
De kamelen waren in sadaqah gegeven en waren in de woestijn aan het grazen, de bedienden gaven mij deze melk uit de opbrengst ervan.
Hierna zette Umar (ra) zijn hand in zijn keel en braakte alles dat hij had ingenomen.
Moraal:
Deze Godvrezende mensen onthielden zich niet alleen volkomen van haraam voedsel, ze waren ook zeer bezorgd om elk twijfelachtig hapje binnen te krijgen. Zij durven iets dat haraam was niet tot zich te nemen; hoe anders is het vandaag de dag!
Waarom dan, wanneer de ziel van (de stervende) zijn keel bereikt. En gij ziet toe op dat ogenblik zijn Wij dichter bij hem dan gij, maar gij ziet dit niet. (Al-Waqi âa (56): 83-85)
Als iemand sterft, komt de Engel des Doods om zijn ziel te nemen, ongeacht wie hij is. De stervende persoon ziet hem, hoort hem en spreekt met hem, maar niet met zijn ogen, âzijn oren of zijn tong. Hoe gaat dat dan? Dat weet ik niet precies. Alles wat ik weet is, dat als hij naar een andere wereld overgaat hij op een manier ziet, hoort en spreekt, die wij levenden niet kunnen waarnemen. Hiervan zijn vele gevallen overgeleverd:
lbn Abiâd-Doenya vertelde, dat op de dag dat âOemar ibn âAbdoeâl-Aziz stierf, hij tegen degenen bij hem zei: "Zit bij mij." Toen zij bij hem zaten, zei hij: "Ik ben degene, die U bevolen hebt, en die U niet gehoorzaamd heeft. U verbood mij iets en ik kwam daartegen in opstand." Hij zei dit drie maal. Toen zei hij: "Maar er is geen god dan Allah." Toen hief hij zijn hoofd op en staarde. Zij zeiden: "U kijkt heel indringend Amier al-Moeâminien." Hij antwoordde: "Ik zie een verschijning die geen mens of djin is." Daarna stierf hij.
Fadala ibn Dinar zei: "Ik was tijdens het stervensuur van Mohammed ibn Wasiâ bij hem. Hij begon te praten en zei: "Welkom bij de engelen van mijn Heer! Er is geen kracht of macht behalve van Allah!" Ik rook de zoetste geur die ik ooit heb geroken." Toen werden zijn ogen glazig en hij stierf.
Waarom ga ik zo ver in het verleden, naar de tijd van de eerste moslims terug? Ik was zelf aanwezig toen iemand in onze eigen tijd stierf. Ik was bij mijn grootmoeder toen zij stierf. Het was de tijd van het ochtendgebed. Zij had pijn en snakte naar lucht, kreunde van de intense pijn, maar ondanks dat, herhaalde zij met grote vreugde: Allah! De dood is zoet!" en sprak elke paar minuten de shahada uit. Toen was alles voorbij. Dit is waar onze taak, de taak van degenen, die nog in leven zijn, begint.
Nadat de ziel genomen is, en als het een zuivere ziel is, dan wordt hij begroet door zijn familie die in het Hiernamaals is en die de Tuinen bewonen, zij komen de ziel juichend en met grote vreugde begroeten. Zij vragen de ziel over de toestand van degenen, die nog in deze wereld leven.
Daarna dragen de engelen de ziel van de ene hemel naar de volgende, tot hij in de aanwezigheid van Allah (Alle eer is aan Hem en moge Hij geprezen zijn!) komt. Dan keert de ziel zich om en ziet dat het lichaam gewassen en gekleed wordt en dat het begraven wordt. De ziel zegt: Neem mij voorwaarts! Neem mij voorwaarts! of Waar nemen jullie mij naar toe? â Maar de mensen kunnen het niet horen.
Als het lichaam in het graf is gezet, plaatst de ziel zich tussen het lichaam en het lijkkleed, op deze manier kan de ondervraging plaatsvinden.
Daarna hoort de ziel de voetstappen van de laatste mensen verdwijnen, die bij de begrafenis waren en de aarde is over hem uitgespreid. De aarde weerhoudt de engelen echter niet om hem te benaderen. Zelfs als er een steen voor hem was uitgehold en hij daarin was geplaatst en de opening met lood verzegeld was, zou dat de engelen nog niet weerhouden om hem te benaderen. De hardste stoffen kunnen de doorgang van de zielen niet tegenhouden. Zij houden zelfs de djins niet tegen. Allah - moge Hij verheerlijkt zijn! - heeft de aarde en de stenen net zo voor de engelen gemaakt, als Hij lucht voor de vogels heeft gemaakt.
Het graf dijt uit en strekt zich voor de ziel, en ook voor het lichaam uit. Het lichaam is in een graf van de kleinste afmeting en toch dijt het uit, vanwege de ziel, zover als het oog reikt.
Voor details en voor de bevestiging van wat ik heb gezegd citeer ik hier
een aantal betrouwbare hadiths van de Boodschapper van Allah (moge Allah hem zegenen en hem vrede geven). Hij zei:
"Als een gelovige op het punt staat om deze wereld te verlaten en over te gaan naar de Volgende wereld, dan dalen engelen uit de hemelen af met gezichten die stralen als de zon en zitten om hem heen in een menigte zover het oog reikt. Dan komt de Engel des Doods en zit bij zijn hoofd en zegt: "Goede ziel, kom naar buiten naar de vergeving en het genoegen van Allah! En de ziel verschijnt, zoals een druppel water uit een waterzak stroomt en de Engel pakt het vast. Als hij het gepakt heeft, âlaten de andere engelen het geen moment in zijn hand. Zij nemen het en plaatsen het in een geparfumeerd kleed en de geuren daarvan lijken op de zoetste geur van muskus, die op aarde gevonden kan worden.
Dan dragen zij hem naar boven en telkens als zij langs een groep engelen komen, vragen die: "Wie is deze goede ziel?" en de engelen met de ziel antwoorden: âDie en die, de zoon van die en die," en zij gebruiken de mooiste namen waarmee de mensen hem in deze wereld hebben genoemd. Zij brengen hem naar de laagste hemel en vragen of er een poort voor hem geopend kan worden. Die wordt voor hem geopend, en de engelen van elke hemel, die dicht bij Allah staan, begeleiden hem naar de volgende hemel tot hij de hemel bereikt, waar Allah, de Grote, is. Allah, de Almachtige en Majesteitelijke zegt:
"Schrijf het boek van Mijn slaaf in âIlliyun in en breng hem terug naar de aarde. Ik heb hen daaruit geschapen en Ik breng hen daar weer naar toe en Ik breng hen daar weer uit voort."
Zijn ziel wordt dan weer naar zijn lichaam toegebracht en twee engelen komen naar hem toe. Zij laten hem zitten en zeggen tegen hem: "Wie is jouw Heer?"
Hij antwoordt: "Mijn Heer is Allah." Zij vragen hem: "Wat is jouw godsdienst?" Hij antwoordt: "Mijn godsdienst is islam." Zij vragen hem: "Wie is deze man, die onder u was gestuurd?â Hij antwoordt: "De Boodschapper van Allah." Zij vragen hem: "Hoe ben je deze dingen te weten gekomen?" Hij antwoordt: "Ik las het Boek van Allah, geloofde erin en verklaarde dat het waar was."
Dan verklaart een Stem uit de hoogte: "Mijn slaaf heeft de waarheid gesproken, spreidt daarom de tapijten uit de Tuin voor hem uit en open de poort van de Tuin voor hem!" Dan komt er wat van de geur en het parfum van de Tuin bij hem, zijn graf breidt zich uit, zover het oog reikt, een man met prachtige kleding en een zoete geur komt naar hem toe en zegt:â Verheug je in dat wat je pleziert, want dit is de dag die je beloofd is." Hij vraagt: âWie ben je? Je hebt een uiterlijk, dat veel goeds voorspelt." Hij antwoordt: "Ik ben je goede daden." Dan zegt hij: "0 Heer, laat het Laatste Uur spoedig slaan, zodat ik bij mijn familie en mijn bezittingen kan zijn!"
Als een ongelovige op het punt staat om deze wereld te verlaten en naar een Volgende Wereld overgaat, komen engelen met zwarte gezichten en ruig haar en kleding uit de hemel naar beneden en zitten in grote menigte om hem heen, zover het oog reikt. Dan komt de Engel des Doods en gaat bij zijn hoofd zitten en zegt: "Slechte ziel, kom naar buiten voor de wraak en de woede van Allah!â De ziel verdeelt zich over het hele lichaam en wordt uit het lichaam getrokken zoals een pin uit natte wol wordt getrokken. Dan neemt de engel hem over. Als hij hem te pakken heeft, laten de andere engelen het geen moment in zijn handen. Zij nemen hem en wikkelen hem in een ruig behaard kleed waar een stank vanaf komt, zoals de ergste stank van een lichaam in de wereld.
Dan nemen zij hem naar boven en telkens als zij voorbij een groep engelen komen, vragen dezen: âWie is deze slechte ziel?" en de engelen met de ziel antwoorden: "die en die, de zoon van die en die," en zij gebruiken de ergste benamingen die de mensen hem op deze wereld hebben gegeven. Dan brengen zij hem naar de laagste hemel en vragen of de poort voor hem geopend kan worden. Deze gaat niet open.
De Boodschapper van Allah (moge Allah hem zegenen en hem vrede geven), reciteerde toen:
". ..de poorten van de hemel zullen niet worden geopend. noch zullen zij in het paradijs komen. tot een kameel door het oog van de naald gaat." (Al-A âraf (7):40)
Dan zegt Allah, de Almachtige en Majesteitelijke: "Schrijf zijn boek in Sijdjin in, in de diepste aarde." Daarna wordt de ziel naar beneden gegooid." Daarna reciteerde de Profeet(Salla Allahu 3alaihi wa Sallam):
"En wie iets met Allah vereenzelvigt, het is alsof hij van een hoogte valt en de vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast naar een afgelegen plaats." (Al-Had] (22):31)
Dan keert zijn ziel naar zijn lichaam terug en twee engelen komen naar hem toe en zeggen tegen hem: "Wie is uw Heer?" Hij antwoordt: "Helaas, helaas, ik weet het niet!" Dan klinkt een Stem uit de hoogte en zegt: "Mijn slaaf heeft gelogen, spreidt dus de tapijten van het Vuur voor hem uit en open de poort van het Vuur voor hem! Daarna komt er een hete wind naar hem toe, zijn graf wordt zo nauw voor hem, dat zijn ribben samengeperst worden en een man met een afschuwelijk uiterlijk en kleding en een vieze lucht komt naar hem toe en zegt: Wees bedroeft over de rekening, die je in schande hebt gebracht, want dit is de dag die je beloofd werd." Hij vraagt: Wie ben jij?"
Je hebt een uiterlijk, dat kwaad voorspelt." Hij antwoordt: âIk ben je slechte daden." Dan zegt hij: "0 Heer, laat het Laatste Uur niet komen!" Allah, de Verhevene zegt in Zijn Almachtige Boek over de woorden die de twee engelen bij de ondervraging van de dode persoon in het graf gebruiken:
"Allah verstrekt degenen, die geloven in het tegenwoordige leven en het Hiernamaals met het bevestigende woord en Allah laat de onrechtvaardigen dwalen. En Allah doet wat Hij wil. (Ibrahiem (14):2 7).
De shaytaan heeft de meeste mensen misleid door bepaalde vrijwillige daden van aanbidding mooier te maken zoals vrijwillig vasten en bidden, terwijl ze andere verplichte daden van aanbidding verwaarlozen, zoals het aansporen tot het goede en het verwijderen van het slechte. Dit gaat zelfs zo ver dat zij niet eens de intentie hebben om deze daden te verrichten, wanneer ze daar toe wel instaat zijn. Zulke mensen worden door de geleerde gezien als degene die zich op het laagste niveau van geloof bevinden wat betreft religie, want de essentie van onze religie is dat te doen wat Allah bevolen heeft. Degene die zijn verplichtingen niet nakomt is eigenlijk erger dan degene die zonden pleegt. Elk persoon die enige kennis heeft over de openbaring van Allah, de leiding van de Profeet mohammad (vrede zij met hem) en de levens van de metgezellen, zal tot de conclusie (moeten) komen dat degene die tegenwoordig als de meest vrome mensen worden gezien in feite de minst vrome zijn. Waarlijk, wat voor vroomheid is er in een persoon die ziet dat Allahs heiligheid word geschonden, Zijn religie wordt verlaten, de Sunnah van de Profeet vrede zij met hem wordt vermeden, en toch zwijgt met een koud hart en een gesloten mond? Zon persoon is als een stomme zwijgende shaytaan! Net zoals degene die slecht spreekt een sprekende shaytaan is. in feite dat het tegenwoordig niet goed gaat met de islaam (d.w.z. met de moslims die hun religie niet (correct) praktiseren) niet te wijten aan degene die wanneer hun leven en voedsel veilig zijn, zich niet interesseren voor wat er met de religie gebeurt? De beste van hen laten alleen een spijtig gezicht zien, maar als ze beproefd zouden worden met één van de dingen waaraan hun harten zijn gehecht, zoals geld, zouden ze alle mogelijke moeite doen het terug te krijgen. Deze mensen zijn, naast het feit dat ze Allahs woede verdienen, getroffen door de grootste ramp, zonder dat ze het weten; zij hebben een dood hart. Waarlijk hoe levendiger een persoons hart is, hoe sterker zijn woede omwille van Allah is en hoe completer zijn steun aan de islaam en de moslims.
Door: Ibn al-Qayyim al Jawziyyah Bron: Aalaam al moewaqqiien (vol 2 p 176) Vertaald door: Oem Sulaym
Verhalen van de Sahabah - Ammaar (radiallaho anho) en zijn ouders
Verhaal: Ammaar (radiallaho anho) en zijn ouders
Ammaar (radiallaho anho) en zijn ouders waren vroeger ook onderworpen aan zware kwellingen. Zij werden gemarteld op het verschroeiende zand van Mekka. Als de Profeet van Allah (sallalaho alaihi wasallam) langs hun ging, beval hij hen geduld te betrachten en gaf hen goede berichten van het Paradijs. Ammaars vader, Yasir (radiallaho anho), overleed na langdurige martelingen door de vervolgers, en zijn moeder Sumayya (radiallaho anha) werd door Abu Jahl gedood, toen die zijn speer door haar geslachtsdeel stak. Zij had geweigerd afstand te doen van de Islam zonder acht te slaan op de verschrikkelijke foltering die haar op haar oude dagen te wachten stonden. Deze gezegende dame was de eerste vrouw die het martelaarschap verwierf in de zaak van de Islam. De eerste moskee in de historie van de Islam werd door Ammaar (radiallaho anho) gebouwd.
Toen de Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) naar Medina emigreerde, bood Ammaar (radiallaho anho) hem aan om een huisje te bouwen waar hij kon zitten en rusten in de namiddag en daar de Salaat kon verrichten. Hij verzamelde eerst de stenen en toen bouwde hij de Masjid in Quba. Hij vocht met grote ijver en moed tegen de vijanden van de Islam. Eens vocht hij in een veldslag toen hij verheugd zei:
Ik zal spoedig mijn vrienden ontmoeten. Ik zal Profeet Muhammad (sallalaho alaihi wasallam) en zijn metgezellen ontmoeten.
Hij vroeg toen naar water. Hij kreeg melk aangeboden. Hij nam het aan en zei:
Ik hoorde de Profeet van Allah (sallalaho alaihi wasallam) zeggen: Melk zal de laatste drank tijdens je wereldse leven zijn.
Hij vocht toen tot zijn begeerde einde. Hij was ongeveer vierennegentig jaar oud.